Privaatrecht Blok 1

Wat is de noodzaak van de uitleg van de overeenkomst?
A
- Onduidelijke tekst - Meerdere uitleg vatbaar - Tekst duidelijk, maar anders bedoeld
B
Een goed juridisch onderbouwde overeenkomst dient duidelijk genoeg te zijn voor alle partijen.
1 / 10
volgende
Slide 1: Quizvraag
Algemene RechtsleerUniversity

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen.

Onderdelen in deze les

Wat is de noodzaak van de uitleg van de overeenkomst?
A
- Onduidelijke tekst - Meerdere uitleg vatbaar - Tekst duidelijk, maar anders bedoeld
B
Een goed juridisch onderbouwde overeenkomst dient duidelijk genoeg te zijn voor alle partijen.

Slide 1 - Quizvraag

Welke artikelen in de wet omvatten het wilsvertrouwenleer?
A
3:33 & 3:35 BW
B
6:248 BW

Slide 2 - Quizvraag

Definieer onmiddellijke/directe vertegenwoordiging
A
Iemand krijgt op basis van een spoedmachtiging bevoegdheid om rechtshandelingen in naam van een ander te verrichten
B
Iemand die bevoegdheid heeft, verricht een rechtshandeling, in naam van een ander, beoogt intreding rechtsgevolgen voorander

Slide 3 - Quizvraag

Wat is middellijke/indirecte vertegenwoordiging
A
Iemand neemt de bevoegdheid tot het verrichten van rechtshandelingen op zich omdat een ander ongeschikt is verklaard
B
Iemand die daartoe bevoegdheid heeft, verricht een rechtshandeling in eigen naam maar voor rekening van een ander

Slide 4 - Quizvraag

Waar is vertegenwoordiging in de wet geregeld?
A
In artikel 3:60 BW
B
Niet. Vertegenwoordiging is niet als zodanig in de wet geregeld. Wel is een titel gewijd aan vertegenwoordiging krachtens volmacht.

Slide 5 - Quizvraag

Leg artikel 3:60 BW uit
A
Volmacht is de bevoegdheid, die een volmachtgever aan een ander verleent, om in zijn naam rechtshandelingen te verrichten.
B
De verplichting om een bevoegdheid uit te oefenen namens een ander is omschreven in artikel 3:60 BW

Slide 6 - Quizvraag

Je stuurt de bode om een handeling voor je uit te voeren. Is de bode aansprakelijk voor de handeling?
A
Wanneer je de bode erop uitstuurt verleen je hem een volmacht om namens jou te handelen. Indien de bode in namens jou in strijd handelt met de wet is hij ook aansprakelijk.
B
Bode is geen gevolmachtigde. Hij is slechts een instrument tot het overbrengen van andermans verklaring. Hij is dus niet aansprakelijk op grond van 3:70 BW.

Slide 7 - Quizvraag

Factoren die de inhoud van de overeenkomst bepalen:
A
Een zuivere taalkundige uitleg, wat er redelijkerwijs van de partijen verwacht mag worden en een clausule inzake het vertrouwensbeginsel (art. 3:35 BW)
B
De wet, de gewoonte en de eisen van redelijkheid en billijkheid.

Slide 8 - Quizvraag

Contractanten zijn altijd vrij om de bepalingen in hun overeenkomst te bepalen, ongeacht de wet.
A
Ja. De meeste wettelijke bepalingen in het verbintenissenrecht hebben een aanvullend karakter.
B
Nee, hun vrijheid wordt beperkt door het dwingend recht. Deze kan niet vervangen worden door een afwijkend beding.

Slide 9 - Quizvraag

Is een naaister verplicht de vloer van de werkruimte te dweilen wanneer dit in de textielbracnge gebruikelijk is, alhoewel haar arbeidscontract daar niets over vermeldt?
A
Kom op zeg, als iets niet in een contract staat kan je iemand ook niet ergens toe verplichten. Duh.
B
Gewoonte is een medebepaler van de inhoud van een overeenkomst. Wanneer het in haar bedrijfstak gebruikelijk is dat een naaister haar werkruimte schoonhoudt mag geacht worden dat dit tot haar normale taken behoort.

Slide 10 - Quizvraag