Grammar period 1

Grammar period 1
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Grammar period 1

Slide 1 - Tekstslide

Present simple or present continuous

Slide 2 - Tekstslide

At this moment Fleur ....................... (complain) about that he has a coach talk during the break.
A
complains
B
is comlaining
C
complain

Slide 3 - Quizvraag

Kenneth ............ (have) basketball practice twice a week.
A
have
B
has
C
is having

Slide 4 - Quizvraag

Engincan ................... (game) 10 hours a day.
A
game
B
games
C
is gaming

Slide 5 - Quizvraag

Correct or incorrect?
Miss Swart is cooking every day.
A
correct
B
incorrect

Slide 6 - Quizvraag

Thomas ................. (have) a cold at the moment, so he is not in school.
A
have
B
has
C
is having
D
am having

Slide 7 - Quizvraag

Look! James .............................. (walk) over there!
A
walk
B
walks
C
is walking
D
am walking

Slide 8 - Quizvraag

Woordvolgorde

Slide 9 - Tekstslide

Correct or incorrect?
My teacher was this morning at school.
A
correct
B
incorrect

Slide 10 - Quizvraag

Maak een goede zin met de volgende woorden:
a hamster - at home - when she was young - Jamy - had

Slide 11 - Open vraag

When he was younger, Dylan liked really to play football.
A
correct
B
incorrect

Slide 12 - Quizvraag

Maak een juiste zin met de volgende woorden:
English class - economy - learning - is - Nadim - during

Slide 13 - Open vraag

correct or incorrect?
Julen has always loved his dog Daantje.
A
correct
B
incorrect

Slide 14 - Quizvraag

Correct or incorrect
Hugo always is very friendly.
A
correct
B
incorrect

Slide 15 - Quizvraag

Past tense
Als je moet vertalen, gebruik dan GEEN afkortingen! 
Niet I'm, didn't, etc. 

Slide 16 - Tekstslide

Vertaal de volgende zin:
Ik werk bij de Jumbo sinds 2022

Slide 17 - Open vraag

Vertaal:
Gina heeft veel gewerkt deze vakantie.

Slide 18 - Open vraag

Correct or incorrect?
While I was walking to school, the police drove by.
A
correct
B
incorrect

Slide 19 - Quizvraag

Correct or incorrect?
While he worked, a thief stole his phone.
A
correct
B
incorrect

Slide 20 - Quizvraag

Future

Slide 21 - Tekstslide

My bus ........... (leave) at 10 o'clock.

Slide 22 - Open vraag

Je hebt kaartjes gekocht voor de bios
''We ................ (visit) to the cinema tonight.''

Slide 23 - Open vraag

''.................. I help you?''

Slide 24 - Open vraag

Je wilt graag biologie gaan studeren.
''I ................ (study) biology in the future.''

Slide 25 - Open vraag

Voegwoorden

Slide 26 - Tekstslide

I would like to order sushi .... french fries.
A
and
B
or
C
but
D
because

Slide 27 - Quizvraag

I do this ......... I want you to get a good grade.
A
or
B
because
C
when
D
since

Slide 28 - Quizvraag

He has worked here ...... he loves this job.
A
or
B
since
C
if
D
but

Slide 29 - Quizvraag

You can go to the party ......... you finish your homework
A
when
B
so
C
since

Slide 30 - Quizvraag