Val romeinse rijk + verspreiding christendom

Herhaling:
1750 v. chr. Onstaan van het Jodendom. Joden congrageerde rondom Judea.
333 v Chr.  Overname Judea door Alexander de Grote
63 v. Chr. Overname Romeinse Rijk
40 v. Chr. Eerste Joodse opstand, mislukte
0   Geboorte Christus in Nazareth (judea) , belangrijke kenmerken: Jezus verspreidde het woord van god, daarna zijn discipelen dit werd ook verwacht van zijn volgers
30 n. Chr. Jezus werd gekruisigd, het geloof verspreidde zich door het Romeinse Rijk. Christenen weigerde de polytheïsme van de romeinen aan te hangen en het Christendom werd verboden.
135 n. Chr. tweede joodse opstand, leidde tot de joodse diaspora, het verspreiden van de joden uit Judea.
313 n. Chr. Keizer Constantijn stond het Christelijke geloof toe na een droom die hij had.
330 n. Chr. Bouwde Keizer Constantijn de hoofdstad "constantinopel" die uiteindelijk leidde tot de splitsing van het Romeinse rijk
380 n. Chr. Maakte de opvolger van Constantijn het Christendom de staatsreligie, dit was de enige religie die mocht bestaan. Het christendom verspreide zich door én het Romeinse rijk en rijkte tot de Heidense Germanen ten Noorden van west-Rome.
1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
HistorySecondary Education

In deze les zitten 37 slides, met tekstslides en 10 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Herhaling:
1750 v. chr. Onstaan van het Jodendom. Joden congrageerde rondom Judea.
333 v Chr.  Overname Judea door Alexander de Grote
63 v. Chr. Overname Romeinse Rijk
40 v. Chr. Eerste Joodse opstand, mislukte
0   Geboorte Christus in Nazareth (judea) , belangrijke kenmerken: Jezus verspreidde het woord van god, daarna zijn discipelen dit werd ook verwacht van zijn volgers
30 n. Chr. Jezus werd gekruisigd, het geloof verspreidde zich door het Romeinse Rijk. Christenen weigerde de polytheïsme van de romeinen aan te hangen en het Christendom werd verboden.
135 n. Chr. tweede joodse opstand, leidde tot de joodse diaspora, het verspreiden van de joden uit Judea.
313 n. Chr. Keizer Constantijn stond het Christelijke geloof toe na een droom die hij had.
330 n. Chr. Bouwde Keizer Constantijn de hoofdstad "constantinopel" die uiteindelijk leidde tot de splitsing van het Romeinse rijk
380 n. Chr. Maakte de opvolger van Constantijn het Christendom de staatsreligie, dit was de enige religie die mocht bestaan. Het christendom verspreide zich door én het Romeinse rijk en rijkte tot de Heidense Germanen ten Noorden van west-Rome.

Slide 1 - Tekstslide

Herhaling (?)
466 n. Chr. Kwam koning Clovis op 15-jarige leeftijd aan de macht, hij verenigde de Frankische stammen onder zijn kroon.
476 n. Chr. Werd de laatste West-Romeinse Keizer, Romulus Augustus, afgezet. Clovis plunderde Italië en de resten van het Romeinse Rijk. 
496 n. Chr. Liet de Heidense Clovis zich dopen en bekeren tot het Christendom om meer goed-wil te kweken bij zijn christelijke onderdanen. 
511 n. Chr. Stierf Clovis en werd zijn Frankische Rijk onderverdeeld onder zijn zonen. Deze rijken waren vooral heel druk met het tegen elkaar vechten.
622 De aartsengel Gabriel verschijnt voor Mohammed en stelt hem aan als profeet. Hij wilde dit eerst niet, maar uiteindelijk vertrekt hij naar Mekka. Hier wordt hij vrij snel verdreven en reist af naar Medina.
632 Keert hij terug naar Mekka, na succesvol Medina te hebben bekeert en zet zijn zicht op de rest van Arabië. langzaam wordt door middel van het veroveren van land door de Khalif óók de Islam verspreid. Het land van de Khalif heet een Khalifaat.
732 Levert Karel Martel, een voorouder van Karel de Grote, strijd tegen het optrekkende Khalifaat in Spanje tegen de Moren. Dit betekend het voorlopige einde van de optrek van de Islam
786 Wordt Karel de Grote koning van een groot deel van het Frankische rijk, vier jaar later wordt hij gekroond tot Keizer.



Slide 2 - Tekstslide

Romeinse Godsdienst
Polytheïsme het aanbidden van meerdere goden en het hiermee verklaren van natuurwetten en gebeurtenissen.
Grieks-Romeins De romeinen hebben veel van hun goden overgenomen van de Grieken.
Monotheïsme het aanbidden van een enkele god.
Jodendom eerste monotheïsme, god was Jahweh, profeet was Mozes. Wachten op de Messias die verlichting zou brengen.
Christendom tweede monotheïsme, god /jahweh , profeet was Jezus werd gezien als de Messias. Nadruk lag op het verspreiden van het woord van God.
Godsdienstige verdraagzaamheid De Romeinen vonden andere godsdiensten prima zolang de Romeinse gebruiken, goden en Keizer ook werden vereerd. De Joden en Christenen weigerde dit en werden daarom verboden.

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Slide 5 - Video

Slide 6 - Video

Germanen
Stammen de Germanen leefden in kleine stammen ten Noorden van het Romeinse Rijk. Kenden geen steden. Waren vooral landbouwers. Polytheïstisch + natuurgodsdienst.
Natuurgodsdienst het aanbidden van natuurlijke objecten als zijnde heilig, bijvoorbeeld: Heilige Eik.
Franken Het Frankische Rijk was een federatie van meerdere Germaanse stammen die de Merovingen, de koninklijke famillie, volgde.

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Slide 9 - Video

Slide 10 - Video

Hofstelsel
Het hofstelsel volgde de regering van Clovis. Het waren de zelfstandige landbouwers, boeren, die zichzelf niet konden beschermen in het onveilige gebied dat de val van het Romeinse Rijk en de val van het Frankische Rijk achterliet.

Slide 11 - Tekstslide

Boeren en Adel
De boeren konden zichzelf niet beschermen en de Adel kon niet genoeg voedsel verbouwen op hun land.
De boeren zochten bescherming bij de Adel en moesten in ruil voor die bescherming delen van de Leenheer zijn land bewerken.

Slide 12 - Tekstslide

Standen
Stand 3 de Boeren, bewerkte het land wat zij leenden van de Adel. Betaalde belasting. Taak was het verbouwen van voedsel voor het dorp.
Stand 2 De Adel, leende hun land uit in ruil voor belasting en voedsel van de boeren. Had de taak het beschermen van de boeren met hun leger.

Slide 13 - Tekstslide

De kerk
De Christelijke kerk had in deze tijd enorm veel macht verzameld.
De geestelijken waren vrijwel de enige die konden lezen en schrijven.
Zij vertaalden de Bijbel voor het volk, leerde hun "goed leven" zodat zij naar de hemel konden.

Slide 14 - Tekstslide

De kerk
Belangrijk:
Goed gelovig leven gingen naar de Hemel na de dood
Slecht leven of niet christelijk gingen naar de hel na de dood.

De priesters waren degene die mensen hielpen goed leven/vertelde hoe zij moesten leven. Dit gaf hun enorm veel macht.

Slide 15 - Tekstslide

Stand 1
De eerste stand was dan ook "de kerk" als organisatie. 
Een belangrijke taak van de geestelijken was ook het kerstenen van de heidense Germaanse stammen en volkeren.


Slide 16 - Tekstslide

Hiërarchie Kerk
De paus
De paus was de allerhoogste in de kerk. Hij stond/staat in direct contact met god.
Aartsbisschop
waren leiders over de "provinciën" van het Christelijke geloof.
Priesters/monniken
Priesters hebben contact met de volkeren om hun kerk , de monniken leven afgescheiden van de samenleving en focussen op schrijven/lezen. 

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video

Kerstenen
Het kerstenen, of te wel het christelijk maken van, heidenen kon met of zonder geweld.
Zonder geweld waren het de Monniken, of missionarissen, die op missie gingen om heidenen over te halen om Christelijk te worden.

Slide 19 - Tekstslide

Willibrord
Eén erg succesvolle missionaris, Willibrord, heeft door de gebieden van de Friezen enorm veel mensen bekeerd in ongeveer de 7e eeuw.

De paus was hier zo dankbaar voor dat hij Willibrord als eerste aartsbisschop van de Friezen aanwees.

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Bonifatius
Een minder succesvolle missionaris was Bonifatius. Ook hij probeerde zoals zijn collega Willibrord de Friezen te bekeren maar deed dat door onder andere de Heilige Eik om te kappen.

Hij werd uiteindelijk door een Roversbende vermoord, nadat hij weigerde terug te vechten omdat hij de Bijbel vertrouwde hem te beschermen. Dit lukte niet.

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Karel de Grote
Karel de Grote, die uiteindelijk een groot rijk stichtte in deze gebieden, was een goed voorbeeld van de minder vriendelijke manier van kerstenen.
Hij ging , met toestemming en zelfs bemoediging van de Paus, op pad met zijn legers richting de Friezen en dwong hun met geweld zich te bekeren.

Slide 24 - Tekstslide

Gemixte cultuur
Rond het jaar 1000 waren de meeste gebieden ondertussen Christelijk. Toch betekende dit niet dat de volkeren hun oude geloven volledig vergeten waren of wilde loslaten.
De kerk nam een verstandig besluit, om opstanden te voorkomen, en besloot mensen toe te staan hun oude gebruiken te behouden maar gaf er een Christelijke naam aan.

Slide 25 - Tekstslide

Feestdagen
De bekendste feestdag die is overgenomen uit het oude geloof is Kerstmis. De christenen vieren de geboorte van Jezus, die stiekem halverwege de lente is geboren.
De heidenen vieren midwinter, het terugkomen van de zon en daarmee de vruchtbaarheid en het vele voedsel.
Dit deden de heidenen door het naar binnen nemen van een boom die altijd groen bleef....

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Video

Slide 29 - Video

Opkomst Islam
De islam is dus gestart in 622 n. Chr. met de profeet Mohammed.
Hij trok eerst naar Mekka maar werd daar snel verjaagd en niet geloof.
Hij vertrok, na een mislukte moordaanslag, richting Medina , toen de tijd de Hoofdstad.
Hier werd hij wel met open armen onthaald.

Slide 30 - Tekstslide

Opkomst Islam
In 632 n. Chr. keer Mohammed terug naar Mekka en was daar deze keer wel succesvol met het bekeren van het volk.

Mekka is nog steeds een erg belangrijke religieuze  plaats voor Moslims.

Slide 31 - Tekstslide

Opkomst Islam
Mohammed bekeerde het schiereiland Arabië, huidig Soedi-Arabië, en al snel werd de Islam de staatsreligie van dit rijk.
Arabië groeide met enorme snelheid uit tot een wereldrijk eerst richting het midden-oosten, Noord Afrika en Azië en al snel ook naar huidig Spanje en Portugal.
Daar bevonden zich vooral de noord-afrikaanse moren.

Slide 32 - Tekstslide

Karel Martel
De Opa van Karel de grote, Karel Martel leefde van 689-741, en leverde in 732 strijd met de Moren in Spanje/Portugal.
Hij won deze slag en dit betekende het einde van de Opmars van de Islam in Europa.
Het duurde tot 1492 voordat de laatste moren Spanje verlieten en het in handen kwam van de Katholieke Koning en Koningin.

Slide 33 - Tekstslide

Extra verhaal:
Het verhaal van Aishah bint Abu Bakr, de derde en jongste vrouw van de Profeet Mohammed.
Aishah werd geboren in 614 n. Chr. en stierf in 678 n. Chr.
Ze was de leider van een Rebellie tegen de Khalifa in die tijd, was ontzettend geleerd en werd vereerd als een overdrager va de hadith.

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Tekstslide

Meer:
Andere bekende vrouwen uit de islamitische geschiedenis:

Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Video