KT-2 Les 1

1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
Kantoor en TechniekTertiary Education

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

4 Communicatiemiddel

Slide 2 - Tekstslide

Inhoud

4.1 Telefoon
4.2 Telefax
4.3 Nieuwe media

Slide 3 - Tekstslide

4.1 Telefoneren

Slide 4 - Tekstslide

4.1 Telefoneren
Telefoon is een telecommunicatiesysteem voor gesprekken tussen personen die zich buiten gehoorbereik van elkaar bevinden.​

Er zijn twee soorten manieren van verbinding:​
1. draadverbinding​
2. draadloze verbinding (internet / satelliet)​

Slide 5 - Tekstslide

Ontwikkeling van de telefoon

Slide 6 - Tekstslide

Ontwikkeling van de telefoon

Slide 7 - Tekstslide

Er zijn twee soorten manieren van verbinding:​
A
Telefoon
B
Telefoneren, telecommunicatie
C
Draadverbinding​ en draadloze verbinding

Slide 8 - Quizvraag

4.1.1 De kunst van telefoneren
Voordelen: ​
  • Snelle contacten;​
  • Persoonlijk door dat je met de persoon zelf praat.

Nadelen: ​
  • Geen zicht van de reactie van diegene met wie je praat​
  • Ruis in de communicatie (kan op diverse maniere)

Slide 9 - Tekstslide

Herhaling: Ruis
Externe ruis:
Als je TIJDENS het communicatieproces wordt verstoord door factoren die je NIET kunt beïnvloeden.


Voorbeelden: 
  • overvliegende vliegtuigen
  • storende telefoon
  • collega’s die steeds binnenlopen

Slide 10 - Tekstslide

4 elementen van het communcatie-proces​
1. Zender​ 
  • Weet je wie je moet spreken (naam, functie)​
  • Weet hoe je de persoon kunt bereiken (mobiel nr, huis nr, kantoor nr)​
  • Weet waar de boodschap over gaat (informatie vragen, vergaderdatum)​
  • Weet hoe je de persoon moet benaderen (taal, vriendelijk, boos)​ 


Slide 11 - Tekstslide

4 elementen van het communcatie-proces​
2. Ontvanger​

  • Neem de tijd om te luisteren​
  • Luister alleen doe geen andere dingen​
  • Luister onbevooroordeeld​
  • Laat iemand uitspreken​
  • Laat blijken dat er geluisterd wordt

Slide 12 - Tekstslide

4 elementen van het communcatie-proces​
3. Medium​
Als het medium telefoon is moet je letten op de volgende punten:​

  • Het aannemen ​
  • Het doorverbinden​
  • Het taalgebruik​

    Slide 13 - Tekstslide

    4 elementen van het communcatie-proces​
    4. Inhoud van de boodschap​
    Boodschap kan verschillend zijn nl:​

    • Leuk gesprek​
    • Klacht​
    • Informatief gesprek

    Slide 14 - Tekstslide

    Welke zijn de 4 elementen van het communcatie-proces​?
    A
    Leuk gesprek, klacht
    B
    Zender, ontvanger, medium, inhoud v/d bedschap
    C
    Taalgebruik
    D
    Neem de tijd om te luisteren.

    Slide 15 - Quizvraag

    We onderscheiden 3 soorten klachten​
    • Gegronde klachten: Een klacht met een goede reden
    • Ongegronde klachten: Een klacht zonder een goede reden​
    • Chicanes: Onnozele bezwaren​

    Slide 16 - Tekstslide

    Een klacht zonder een goede reden​ noemen we:
    A
    Gegronde klachten
    B
    Ongegronde klachten
    C
    Chicanes

    Slide 17 - Quizvraag

    Klachtenprocedure
    Klachtenprocedure: dit is het beleid of de stappen die genomen moeten worden bij het indienen en behandelen van een klacht.​

    Slide 18 - Tekstslide

     4.1.2 Informatie over telefoneren
    • Bellen naar het buitenland: 00​
    • Landnummers : bijvoorbeeld Aruba=297 / Curaçao = 5999​
    • Regionummers: bijvoorbeeld 010 = Rotterdam / 020 = Amsterdam​
    • Vb nummer in Aruba Huistelefoon 5822147​
    • Mobiel nr 7668221​
    • In Nederland Huistelefoon 010-4557382​
    • Mobiel nr 06 24711828​
    • In Curaçao Huistelefoon 8887598​
    • Mobiel nr 5104775​

    Slide 19 - Tekstslide

    4.1.3 Telefonisch vergaderen

    Slide 20 - Tekstslide

    4.1.3 Telefonisch vergaderen
    Telefonisch vergaderen is vergaderen met gebruik van een telefoon​

    Voordelen van telefonisch vergaderen:​
    • Je bespaart reiskosten​
    • Tijdbesparing​
    • Mogelijkheid dat verschillende personen in verschillende plaatsen met elkaar kunnen vergaderen​

    •  ​Nadelen van telefonisch vergaderen:​
    • Je ziet elkaar niet dus geen non verbale communicatie​
    • Tijdsverschil buitenland​

    Slide 21 - Tekstslide

    4.2 Telefax​

    Slide 22 - Tekstslide

    4.2 Telefax​
    Telefax: Dit is een communicatiemiddel dat gebruik maakt van een telefoonlijn.​

    Wat kun je allemaal doen met een faxmachine?​
    • Kopie van documenten direct versturen​
    • Kopie van foto’s direct versturen​

    • Het faxnummer is een telefoonnummer

    Slide 23 - Tekstslide

    4.3 Nieuwe Media

    Slide 24 - Tekstslide

    4.3 Nieuwe Media
    Diverse media ​

    Internet​:
    • Het Internet is een netwerk van miljoenen computers, verspreid over de hele wereld. Via het Internet kan informatie worden aangeboden, opgevraagd en verstuurd. Het is mogelijk om wereldwijd met elkaar te communiceren via de computer​

    Email​:
    • Email is elektronische post die door iedereen met email cliënt software of web mail kan worden gelezen en verstuurd.​

    Slide 25 - Tekstslide

    4.3 Nieuwe Media
    Enkele begrippen (zoek ze op in de reader of op internet en leer het begrip)​:
    • Surfen​
    • Downloaden​
    • Domeinnaam​
    • Attachment​
    • Online​
    • Http​
    • Browse​
    Intranet​
    • Een intranet is een privaat netwerk binnen een organisatie.​
    • Voorbeeld: EPI netwerk​

    Slide 26 - Tekstslide

    4.3 Nieuwe Media
    Enkele begrippen (zoek ze op in de reader of op internet en leer het begrip)​:

    Surfen​: Populaire term voor het kiezen van verwijzingen, informatie ophalen en bekijken van verschillende websites op het Internet met behulp van een zogeheten browser, bijvoorbeeld  Internet Explorer of safari.

    Browse​: browsen is engels voor bladeren. Dit kan zowel het bladeren door bestanden op je eigen computer zijn, als het navigeren op het Internet.

    Slide 27 - Tekstslide

    4.3 Nieuwe Media
    • Downloaden​: Het ophalen van een bestand van de host naar de eigen computer. 
    • Domeinnaam​: In letters of cijfers weergegeven internetadres. Bijv. juridischwoordenboek.nl. 
    • Attachment​: Bijlage bij een e-mail
    • Online​: (het Engelse woord voor aan de lijn) wanneer het een actieve verbinding heeft met een netwerk

    Slide 28 - Tekstslide

    Zijn er nog vragen?

    Slide 29 - Tekstslide

    Slide 30 - Tekstslide