2m dieren en planten flitsles

Flitsles ''Dieren en planten''
Ter voorbereiding op de projectweek
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Flitsles ''Dieren en planten''
Ter voorbereiding op de projectweek

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Doel van deze les
Doelen: 
- Wat kennis opdoen over dieren en planten...
- zodat je de dierentuin-opdracht goed kunt uitvoeren
- groepjes maken voor de dierentuin-opdracht

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

PO Dierentuin
Dierentuin opdracht (boekje) levert een cijfer op dat in SOM komt!

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe kauwen dieren?
- Aan het gebit kan je zien wat het dieet is van een dier

Planteneter --> plooikiezen
Vleeseter --> knipkiezen
Alleseter --> knobbelkiezen

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Koeien hebben een lang verteringsstelsel en meerdere magen
Katten hebben een kort verteringsstelsel, een enkele maag
Ook aan de lengte van het darmstelsel zie je wat het dieet van een dier is...

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Overzicht verteringsstelsels
- Vleeseters hebben een kort verteringsstelsel

- Planteneters hebben een lang verteringsstelsel

- Alleseters zitten daar tussenin

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Warmbloedig en koudbloedig
Warmbloedigen zijn energie kwijt aan het
op warm houden van hun lichaams-
temperatuur.

Koudbloedigen zijn altijd dezelfde
temperatuur als hun omgeving.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Koudbloedig en warmbloedig
Warmbloedig
  • Dieren die hun lichaamstemperatuur constant houden. 
  • Zijn dus het hele jaar even warm (bijv. mens 36 graden)
Koudbloedig
  • Dieren die een wisselende lichaamstemperatuur hebben. 
  • Zijn even warm als de buitentemperatuur - dus dit wisselt heel erg gedurende het jaar

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Warmbloedig en koudbloedig

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aanpassingen aan warmte
Warmbloedige dieren, zoals vogels en zoogdieren, hebben een lichaamstemperatuur die altijd ongeveer gelijk is. 
Een dier blijft koel door:
  1. zomervacht = dunne vacht of verenkleed
  2. warmte afgeven via bloed 
  3. aanpassen van gedrag 

Slide 11 - Tekstslide

Laat afbeeldingen zien van dieren met een zomervacht. Bespreek de verschillende manieren waarop warmbloedige dieren hun lichaamstemperatuur kunnen reguleren.
Aanpassing 
aan kou
- dikke vacht
- verenkleed
- dikke vetlaag
- opzetten 
 verenkleed

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Video

Deze slide heeft geen instructies

voorbeeld Kikker
Kikker is koudbloedig
In de winter als het 5 graden is, is zijn
lichaam ook 5 graden

Dat is te koud om de spieren goed te
laten werken

Dus gaat hij in winterslaap

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Video

Deze slide heeft geen instructies

enkele vragen!

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een vleeseter heeft
A
Plooikiezen
B
Knipkiezen
C
Knobbelkiezen

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de Gemiddelde Tempratuur van een Warmbloedig Dier
A
38℃
B
18℃
C
37℃
D
16℃

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Planteneter, alleseter of vleeseter?
A
Planteneter
B
Alleseter
C
Vleeseter

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een planteneter heeft
A
Plooikiezen
B
Knipkiezen
C
Knobbelkiezen

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een alleseter?
A
Een organisme dat zowel planten als dieren eet
B
Een organisme dat alleen fruit eet
C
Een organisme dat alleen vlees eet
D
Een organisme dat alleen planten eet

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een kat is een
planteter, vleeseter of
een alleseter?
A
Planteter
B
Vleeseter
C
Alleseter

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Noem een voordeel van warmbloedig zijn
A
Ze hebben minder slaap nodig
B
Ze hebben grote oren
C
Ze zijn sneller dan koudbloedige dieren
D
Ze zweten minder

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is hier de planteneter?
A
konijn
B
uil
C
konijn en uil

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Mensen zijn warmbloedig. Wat betekent warmbloedig?
A
Dat je het in de winter warmer hebt dan in de zomer.
B
Dat je het in de winter juist kouder hebt dan in de zomer.
C
Dat je lichaam steeds heel erg van temperatuurt verandert.
D
Dat je lichaamstemperatuur vrijwel constant blijft.

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Koud- of warmbloedig?

krokodil
A
koudbloedig
B
warmbloedig

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk dier is warmbloedig?
A
alleen de ijsvogel
B
de ijsvogel en de vleermuis
C
de ijsvogel, de vleermuis en de pinguin
D
alle vier

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoort de weergegeven tand (zie afbeelding) bij een planteneter, alleseter of vleeseter?
A
planteneter
B
alleseter
C
vleeseter

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Het darmkanaal van een vleeseter is kort omdat?
A
de vleeseter slank moet zijn om te kunnen jagen
B
de vleeseter geen moeilijk verteerbare onderdelen hoeft te verteren
C
de vleeseter geen tijd heeft om rustig te eten. Het eten wordt snel afgepakt.
D
de vleeseter wel moeilijk verteerbare onderdelen moet verteren

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies



Er zijn verschillende manieren waarop dieren warmte kwijt raken.

Welke aanpassing heeft de olifant om af te koelen?
A
Grote oren
B
Zomervacht
C
Luchtstroom
D
Dikke vetlaag

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Het verteringsstelsel van planteneters & vleeseters.
Alleseters
Planteneters
Vleeseters

Slide 31 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vleeseter
Alleseter
Planteneter

Slide 32 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Nu doen
- Groepjes maken
4 personen per groep
- namen doorgeven
- namen op het boekje schrijven
- lezen voorkant en bladzijde 1
- boekje weer bij mij inleveren

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies