Grammatica: ein/eine+kein/keine H1/V1

De uitgangen van ein en kein
Grammatik Kapitel 5
1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvmbo, mavo, havo, vwoLeerjaar 1,2

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

De uitgangen van ein en kein
Grammatik Kapitel 5

Slide 1 - Tekstslide

Das Programm von heute
- Aufgaben von Dienstag und Mittwoch besprechen/kontrollieren
- Grammatik: Erklärung ein(e)/kein(e)
- Aufgaben aus dem Buch machen


Slide 2 - Tekstslide

Lesdoel/Leerdoel 
Aan het eind van de les kun je de verschillende uitgangen van ein en kein toepassen.
Lernziel: Je herkent, benoemt en schrijft ein(e)/kein(e) in correct Duits.


Slide 3 - Tekstslide

Wat zijn de grammaticale geslachten in het Duits?

Slide 4 - Woordweb

Lidwoorden in het Duits?

Slide 5 - Woordweb

0

Slide 6 - Video

Slide 7 - Tekstslide

Hoe ver ben ik?
A
Ik snap alles.
B
Ik snap het een beetje.
C
Ik snap het niet.

Slide 8 - Quizvraag

der, die of das?

Slide 9 - Tekstslide

Mädchen
A
der
B
die
C
das

Slide 10 - Quizvraag

Freundin
A
der
B
die
C
das

Slide 11 - Quizvraag

Großmutter
A
der
B
die
C
das

Slide 12 - Quizvraag

Kind
A
der
B
die
C
das

Slide 13 - Quizvraag

Junge
A
der
B
die
C
das

Slide 14 - Quizvraag

ein/eine of kein/keine?

Slide 15 - Tekstslide

Jonas ist ein / eine Kind.
A
ein
B
eine

Slide 16 - Quizvraag

Losser ist ein / eine Dorf
A
ein
B
eine

Slide 17 - Quizvraag

Jan und Max sind kein / keine Freunde.
A
kein
B
keine

Slide 18 - Quizvraag

Mein Opa hat kein/keine Haare mehr.
A
kein
B
keine

Slide 19 - Quizvraag

Hoe ver ben ik?
A
Ik snap alles.
B
Ik snap het een beetje.
C
Ik snap het niet.

Slide 20 - Quizvraag

Evaluatie
GRAMMATIK: EIN/KEIN - EINE/KEINE

Slide 21 - Tekstslide

Wat zou kunnen passen? Zet het juiste zelfstandig naamwoord bij het onbepaald lidwoord.
timer
0:40
ein/kein
eine/keine
Polizist
Arzt
Polizistin
Kuh
Tier
Schwester
Bruder
Kater
Pferd
Kind
Mutter
Vater

Slide 22 - Sleepvraag

mannelijk
vrouwelijk
onzijdig
meervoud
der
eine
kein
das
keine
ein
die
die

Slide 23 - Sleepvraag

Leg uit: wanneer schrijf je ein/kein en wanneer eine/keine?

Slide 24 - Open vraag

ein / kein/eine/keine Reis

Slide 25 - Open vraag

Eine /kein/ keine/ ein Banane

Slide 26 - Open vraag

Vul in ein/eine/kein/keine
Ich möchte gern ...... (een) Cola (v).

Slide 27 - Open vraag

Vul in ein/eine/kein/keine
Haben sie ...... (geen) Haustiere (mv)?

Slide 28 - Open vraag

Vul in ein/eine/kein/keine
Hast du ...... (een) Schwester (v)?

Slide 29 - Open vraag

die Kinder (mv) / ............ Kinder
Welk onbepaald lidwoord past?
ein - eine - kein - keine

Slide 30 - Open vraag

Ein oder eine? Kein oder keine?
1. een
Hast du _____________ Gabel (v) für mich?

Slide 31 - Open vraag

Ein oder eine? Kein oder keine?
2. een
__________ Nachtisch (m) ist meistens lecker!

Slide 32 - Open vraag

Ein oder eine? Kein oder keine?
3. geen
Hat der Bäcker echt _____ Brötchen (mv) mehr?

Slide 33 - Open vraag

Ein oder eine? Kein oder keine?
4. een
Am liebsten esse ich ______ Suppe (v) mit Karotten.

Slide 34 - Open vraag

Het gebruiken van ein/eine, kein/keine kan ik goed
😒🙁😐🙂😃

Slide 35 - Poll

Selbstständiges Arbeiten
HAVO: Seite 151-152 Aufgaben 21, 23-25 +4-13
VWO: Seite 150-151 Aufgaben 20-22 + 4-7 + 10+11

Hausaufgaben für das nächste Mal:
HAVO: lernen Seite 168 'de aarappelen-die Kartoffeln' t/m 'het vlees-das Fleisch'
VWO: lernen Seite 168 'de schnitzel-die Schnitzel t/m 'het vlees-das Fleisch'

LET OP: VANMIDDAG LUISTERTOETS INHALEN!

Slide 36 - Tekstslide