Weer en klimaat

Thema: weer en klimaat
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
WereldoriëntatieBasisschoolGroep 5-8

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Thema: weer en klimaat

Slide 1 - Tekstslide

Wat ga je leren in dit thema?
1. Je leert allerlei begrippen over klimaten.
2. je leert welke klimaatzones er zijn in de wereld.
3. Je leert waar de klimaten liggen in de wereld.
4. Je leert welke kenmerken elk klimaat heeft.


Slide 2 - Tekstslide


weer en klimaat


Slide 3 - Woordweb

Weer en klimaat
Het klimaat is het soort weer dat een land tijdens een lange periode heeft. 

- We gebruiken het woord weer als we praten over het weer van een dag of een week.
- We gebruiken het woord klimaat als we het weer bedoelen van een lange periode.

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Ligging van de klimaatzones op aarde
klimaatgebied: gebied op de wereld met hetzelfde klimaat

Slide 6 - Tekstslide

Tropen
- Gebied ten zuiden en ten noorden van de evenaar
- Altijd warmer dan 18 graden
- geen verschil zomer en winter
- droge en natte periode (regenseizoen)


* tropisch regenwoudklimaat
* savanneklimaat

Slide 7 - Tekstslide

Gematigd klimaat
- gebied tussen suptropen en polen
- Zomers niet heel warm
- Winters niet heel koud
- Hele jaar door neerslag

* zeeklimaat
* middellandse zeeklimaat
* landklimaat

Slide 8 - Tekstslide

Suptropen

- gebied ten noorden en ten zuiden van de tropen
- zomers tropisch
- winters nooit echt koud
- in sommige gebieden valt er in de winter veel regen en andere weinig

droog klimaat:
* steppeklimaat
* woestijnklimaat

Slide 9 - Tekstslide

Polen
- bovenste en onderste puntje van aarde 
- Altijd koud
- Noordpool en Zuidpool
- winter hele dag donker en in de zomer hele dag licht.  
- bestaat uit ijs

* Toendraklimaat
*poolklimaat
* hoogtebergklimaat

 

Slide 10 - Tekstslide

klimaatverschillen
Het weer in een klimaatzone kan verschillen.
* De zee heeft een temperende werking: minder sterk maken
De zee maakt de warmte minder warm en de kou minder koud
* De zon: Hoe dichterbij, hoe warmer
* De hoogteligging heeft ook invloed op de temperatuur. Hoe hoger je bent, hoe kouder het is . Boomgrens: voorbij deze plek groeien door de kou geen bomen meer
* De wind: sommige windsoorten zijn warm en sommige windsoorten zijn koud. Het ligt eraan waar de wind vandaan komt.  

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Steppe: geen bomen, maar vooral gras droog gebied
Toendra: geen bomen. mos, lage struiken en gras.  Vaak aan rand van een poolgebied

Slide 13 - Tekstslide

Savanne: veel gras en paar bomen. Het ligt in de tropen en sup tropen

Slide 14 - Tekstslide

Heb jij het goed begrepen?
Waar vind je de klimaten ongeveer? Slepen maar!
tropisch klimaat
landklimaat
poolklimaat
droog klimaat
gematigd klimaat
poolklimaat
droog klimaat

Slide 15 - Sleepvraag

Welk klimaat zie je hier?
A
toendraklimaat
B
poolklimaat
C
zeeklimaat
D
landklimaat

Slide 16 - Quizvraag

Poolklimaat 
Tropisch klimaat
Middellands zeeklimaat
Zeeklimaat
Landklimaat
Wat is waar?

Slide 17 - Tekstslide

Welk klimaat zie je hier?
A
toendraklimaat
B
poolklimaat
C
zeeklimaat
D
landklimaat

Slide 18 - Quizvraag

Welk klimaat zie je hier?
A
tropisch regenwoudklimaat
B
woestijnklimaat
C
savanneklimaat
D
steppeklimaat

Slide 19 - Quizvraag

Welk klimaat zie je hier?
A
zeeklimaat
B
toendraklimaat
C
steppeklimaat
D
landklimaat

Slide 20 - Quizvraag

Welk klimaat zie je hier?
A
tropisch regenwoudklimaat
B
steppeklimaat
C
woestijnklimaat
D
savanneklimaat

Slide 21 - Quizvraag

Welk klimaat zie je hier?
A
steppeklimaat
B
woestijnklimaat
C
landklimaat
D
savanneklimaat

Slide 22 - Quizvraag

Welk klimaat zie je hier?
A
savanneklimaat
B
toendraklimaat
C
landklimaat
D
zeeklimaat

Slide 23 - Quizvraag

Welk klimaat zie je hier?
A
steppeklimaat
B
toendraklimaat
C
savanneklimaat
D
landklimaat

Slide 24 - Quizvraag