woordplaat 41- tas inpakken ALL
1 / 21
Lesson duration is: 15 minItems in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
A
De rugtas
B
De weekendtas
C
De toilettas
D
De boekentas
Slide 3 - Quiz
A
De leeuwenknuffel
B
De tijgerknuffel
C
De poezenknuffel
D
De knuffel
Slide 4 - Quiz
A
De toilettas
B
de wc-tas
C
De badkamertas
D
De weekendtas
Slide 5 - Quiz
A
De pasta en borstel
B
Het toilet
C
Het leesboek
D
De tandpasta en de tandenborstel
Slide 6 - Quiz
A
Het badpak
B
De bikini
C
De zwembroek
D
De onderbroek
Slide 7 - Quiz
A
De bril en adembuis
B
De glazen en onderwaterstok
C
De duikbril en de sneerkel
D
De duikbril en de snorkel
Slide 8 - Quiz
A
De handdoek
B
De badhanddoek
C
De deken
D
Het dekbed
Slide 9 - Quiz
A
De bril
B
De duikbril
C
De zonnebril
Slide 10 - Quiz
A
Het leesboek en het stripboek
B
De prentenboeken
C
De informatieboeken
D
De kookboeken
Slide 11 - Quiz
A
De tuinslang
B
De supersoaker
C
Het waterpistool
D
De watersproeier
Slide 12 - Quiz
A
De tennisbal
B
De basketbal
C
De voetbal
D
De vollybal
Slide 13 - Quiz
A
De verrekijker
B
De bril
C
De dichtbij kijker
D
De kokers
Slide 14 - Quiz
A
De sandalen
B
de schoenen
C
De flapflops
D
de slippers
Slide 15 - Quiz
A
De waterpomp
B
De luchtbedpomp
C
De pomp
D
De luchtpomp
Slide 16 - Quiz
A
Het schipzinkding
B
het schip
C
Het anker
D
De anker
Slide 17 - Quiz
A
De slaapzak
B
Het matras
C
Het luchtbed
D
Het dekbed
Slide 18 - Quiz
A
De factor 35 crème
B
De tandpasta
C
De zonnebrandcrème
D
De zon beschermer
Slide 19 - Quiz
A
Het luchtbed
B
Het matras
C
De slaapzak
D
Het relax bed
Slide 20 - Quiz
A
De zwembandjes
B
Het luchtbed
C
De eend ring
D
De zwemband
