communicatie les 1

1 / 38
next
Slide 1: Slide
communicatie moduleMBOStudiejaar 1

This lesson contains 38 slides, with interactive quiz, text slides and 4 videos.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Afronding Module
- alle lessen en opdrachten gemaakt inleveren op Its Learning
- inleveren van het filmpje verkoopgesprek ( les4) via Whatts app naar de docent (06-53773482), meteen na les 4
- oefenexamenopdracht-gesprek voeren W3 ( treedt op als aanspreekpunt)  en W9 ( Evalueren ) middels verkoop, klacht op probleemgesprekcasus.

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Wat neem je mee naar elke les?
- Opgeladen laptop
- Reader 
- Pen 
- Papier

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

communiceren 
Na vandaag 
... weet je wat een communiceren is aan de hand van het communicatiemodel
... kun je verbale en non-verbale communicatie herkennen en juist toepassen
... kun je op een gastvrije manier boodschappen overbrengen
... ken je het verschil tussen open en gesloten vragen
... kun je een zakelijk telefoongesprek voeren

Slide 4 - Slide

Vertellen
Leerdoelen doornemen.

Slide 5 - Video

This item has no instructions

Gastvrijheid - Gastgerichtheid
Het aanbod van gastvrijheid 
 Gastvrijheid: warme, gastvrije en vooral welkome gevoel.  
Een gastheer/gastvrouw is vaak sociaal en extravert.  
 
Eigenschappen die je jezelf kunt aanleren: 
Jezelf als gastheer/gastvrouw opstellen; 
Flexibel zijn; 
Een dienstverlenende  instelling hebben; 
Communicatief vaardig zijn; 
Representatief zijn.  

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

het communicatieproces

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Slide 8 - Video

This item has no instructions

Opdracht 1
Zie reader, graag antwoord verwerken in het Word document op Its'Learning.

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Op welke manieren kun je allemaal communiceren?

Slide 11 - Mind map

This item has no instructions

Verbaal
Je maakt iets duidelijk met taal: woorden en zinnen
Non-verbaal
Je maakt iets duidelijk zonder taal. Bijv. kussen, een hand geven, knipogen, houding, gebaren, enz.

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Slide 13 - Video

This item has no instructions

Opdracht 2
Maken opdracht 2 reader in tweetallen. Daarna korte nabespreking met de klas. 

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Ruis
Storingen in de communicatie wordt Ruis genoemd.


Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Hoe ontstaat ruis?
Ruis kan vanuit de zender en vanuit de ontvanger ontstaan
Onduidelijk spreken/ de boodschap onduidelijk onder woorden brengen/ slecht luisteren/  verschillende interpretatie van wat gezegd wordt/ elkaars taal niet spreken.

Ruis kan ook  van buiten komen
Lawaai op straat/ slechte (wifi) verbinding bij het bellen.

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Miscommunicatie
Miscommunicatie ontstaat op het moment dat de ontvanger een boodschap anders ontvangt dan dat de zender deze bedoeld heeft.

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Slide 20 - Video

This item has no instructions

Welke aspecten zorgden in het filmpje voor ruis in de communicatie?

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Opdracht 3: Hoe is jouw houding?
Maken in de reader in Word.

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Als je communiceert met een collega of cliënt dan noem je dat zakelijke communicatie.

Als je met een cliënt communiceert doe je dat namens de organisatie waarvoor je werkt.
Voorbeelden van zakelijke communicatie:

  • een zakelijke e-mail
  • een zakelijke brief
  • een zakelijk telefoongesprek
  • een zakelijk overleg
  • een bedrijfsfilm 

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Bij zakelijke communicatie let je op het volgende:
  • wees gastvrij
  • wees niet te persoonlijk
  • wees niet emotioneel
  • wees beleefd
  • wees duidelijk
  • wees concreet
  • luister naar de ander 

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

De telefoon opnemen
  • Laat de telefoon niet meer dan 3 keer overgaan
  • Schrijf de naam van de beller op
  • Leg uit als je moet doorverbinden
  • Zorg dat je notities kunt maken 

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Opdracht 4: Sanders briefje
Maken in de reader in Word.

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Open en gesloten vragen 
Wat is het verschil?

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Open en gesloten vragen 
Er zijn twee soorten vragen: gesloten en open vragen.
Gesloten vragen kun je beantwoorden met een kort antwoord, zoals 'ja' of 'nee'.

Open vragen geven vaak een langer antwoord en werken daarom goed om een gesprek op gang te brengen.

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Kijkopdracht
a) Turf het aantal open vragen in het fragment.
b) Turf ook het aantal gesloten vragen.
c) Welke verschillen merk je aan de antwoorden ?
Wat voor antwoorden leveren gesloten vragen vaak op?
Hoe verschilt dit van de antwoorden op open vragen?

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

Filmpje 

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

Eens even bespreken...
a) Turf het aantal open vragen in het fragment.
b) Turf ook het aantal gesloten vragen.
c) Welke verschillen merk je aan de antwoorden ?
Wat voor antwoorden leveren gesloten vragen vaak op?
Hoe verschilt dit van de antwoorden op open vragen?

Slide 33 - Slide

This item has no instructions

Opdracht 5: interview

Slide 34 - Slide

This item has no instructions

Slide 35 - Slide

This item has no instructions

opdracht 6: Een telefoongesprek voeren

Slide 36 - Slide

This item has no instructions

Slide 37 - Slide

This item has no instructions

Wat heb je vandaag geleerd:


Hoe was de les?:


Heb je nog tips of een advies?

Slide 38 - Slide

This item has no instructions