WEBB 25.2

Welkom
5 havo BEDRIJFSECONOMIE||  2022-2023
1 / 29
next
Slide 1: Slide
BedrijfseconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Welkom
5 havo BEDRIJFSECONOMIE||  2022-2023

Slide 1 - Slide

Programma

  • Lesdoelen
  • Theorie
  • Aan de slag

Slide 2 - Slide

Een voorbeeld
Een ondernemer koopt een zaagmachine voor € 2.450, de afleveringskosten zijn € 50. Hij gaat er vanuit dat deze machine 5 jaar mee gaat en een restwaarde heeft van € 500. 
Bereken de totale afschrijving per jaar.
2.450 + 50 - 500 = 2.000
2000 : 5 = 400
Afschrijving per jaar is € 400 

Slide 3 - Slide

Let op
Wordt er aangegeven dat een aanschafprijs of restwaarde inclusief btw is? Reken deze dan om naar de prijs exclusief btw.

Voorbeeld: aanschaf laptop € 899 incl. 21% btw 
Aanschafprijs is € 899/1,21 = € 742,98 

of                         = € 742,98
121899100

Slide 4 - Slide

Boekwaarde berekenen
Boekwaarde is de waarde die een kapitaalgoed nog heeft op een later tijdstip.

De aanschafprijs inclusief bijkomende kosten van de zaagmachine is 
€ 2.500. De afschrijving per jaar bedraagt € 400. 
  • De boekwaarde na 2 jaar is € 2.500 - 2 x € 400 = € 1.700 

Een ander woord voor boekwaarde is balanswaarde (of restwaarde wanneer we het hebben over de datum aan het einde van de gebruiksduur) 

    Slide 5 - Slide

    Oorspronkelijke aanschafprijs 
    Als je de afschrijving per jaar, de levensduur en de restwaarde weet kun je de oorspronkelijke aanschafprijs berekenen.

    Op een machine wordt € 400 per jaar afgeschreven, de levensduur is 5 jaar en de verwachte restwaarde is € 500. 
    • aanschafprijs = € 400 x 5 + € 500 = € 2.500

      Slide 6 - Slide

      Resterende levensduur
      De boekwaarde van een machine is € 1.300. Jaarlijks wordt op de machine 
      € 400 afgeschreven, de verwachte restwaarde is € 500. 

      Wat is de resterende levensduur? 

      (Boekwaarde - restwaarde) / afschrijving 

      (€ 1.300 - € 500) / € 400 = 2 jaar 

      Slide 7 - Slide

      Wat is de formule voor het berekenen van de afschrijvingskosten per jaar?
      A
      restwaarde : gebruiksduur
      B
      bedrijfsduur : aanschafwaarde
      C
      restwaarde : bedrijfsduur
      D
      (aanschafprijs - restwaarde) : gebruiksduur

      Slide 8 - Quiz

      De aanschafwaarde van Brians nieuwe computer is € 1.200. Hij wil hem 4 jaar gebruiken. Na 4 jaar verwacht hij er nog € 400 voor te krijgen. Wat is de afschrijving per jaar?

      Slide 9 - Open question

      aanschafprijs auto €50.000; restwaarde €5.000; hij gaat 5 jaar mee.
      de afschrijving per jaar is
      A
      10.000
      B
      11.000
      C
      9.000
      D
      8.000

      Slide 10 - Quiz

      Karlijn koopt een bestelauto voor haar bedrijf voor € 12.900. Na 4 jaar wil ze hem inruilen, de restwaarde is dan € 3.150. Wat is de afschrijving per jaar?

      Slide 11 - Open question

      Aanschafprijs Machine is €120.000, transportkosten €5000,-
      Na 6 jaar is de restwaarde van de onderdelen nog €20.000,- De sloopkosten van de machine zijn €2000,-
      Hoe hoog is de jaarlijkse afschrijving?
      A
      €17.500
      B
      €16.667
      C
      €16.933
      D
      €17.833

      Slide 12 - Quiz

      Afschrijvingspercentage
      Formule: afschrijving/ aanschafprijs x 100 %

      De aanschafprijs inclusief bijkomende kosten van de zaagmachine is 
      € 2.500. De afschrijving per jaar bedraagt € 400. 

      Afschrijvingspercentage = € 400/ € 2.500 x 100% = 16%

        Slide 13 - Slide

        Een ondernemer heeft een auto gekocht voor € 6.000,- de restwaarde bedraagt € 1.000,-. De technische levensduur bedraag 5 jaar en de economisch levensduur 4 jaar. De ondernemer schrijf af met een vast % van da aanschafprijs.
        Wat is juist?
        A
        De jaarlijkste afschrijving bedraagt € 1.250,- , het afschrijvingspercentage is 20,83%
        B
        De jaarlijkste afschrijving bedraagt € 1.000,- , het afschrijvingspercentage is 16,67%
        C
        De jaarlijkste afschrijving bedraagt € 1.000,- , het afschrijvingspercentage is 20,83%
        D
        De jaarlijkste afschrijving bedraagt € 1.250,- , het afschrijvingspercentage is 25%

        Slide 14 - Quiz

        Opgave 25.4 + 25.5 maken
        timer
        8:00

        Slide 15 - Slide

        Opgave 25.4
        • a) (2.500.000-500.000)/(16x12) = € 10.416,67
        • b) 10.416,67/2.500.000 x 100% = 0,42%

        Slide 16 - Slide

        Opgave 25.5
        1. Afschrijving per jaar = (130.000 + 12.000 - 22.000)/5 = € 24.000
          Waarde eind jaar 3 = 130.000 + 12.000 - 3 x 24.000 = € 70.000
        2. Waarde eind jaar 3 = restwaarde + 2 x afschrijving per jaar 
          = 22.000 + 2 x 24.000 = € 70.000

        Slide 17 - Slide

        Er wordt begin 2020 een auto gekocht voor € 20.000,-. De auto gaat 5 jaar mee en is daarna nog €8000,- waard.

        Hoe hoog zijn de afschrijvingskosten in 2021 ?
        A
        €3000
        B
        €4.000
        C
        €20.000
        D
        €2.400

        Slide 18 - Quiz

        Met afschrijven met een vast percentage van de aanschafwaarde, is het af te schrijven bedrag ieder jaar kleiner
        A
        juist
        B
        onjuist

        Slide 19 - Quiz

        Aanschafprijs machine is op 1/1/2019 €50.000, restwaarde na 8 jaar is €10.000. Hoeveel is de boekwaarde van de machine op 31/12/2022 ?
        A
        €30.000
        B
        €35.000
        C
        €40.000
        D
        €24.000

        Slide 20 - Quiz

        Aanschafprijs Machine is €120.000, transportkosten €5000,-
        Na 6 jaar is de restwaarde van de onderdelen nog €20.000,- De sloopkosten van de machine zijn €2000,-
        Hoe hoog is de jaarlijkse afschrijving?
        A
        €17.500
        B
        €16.667
        C
        €16.933
        D
        €17.833

        Slide 21 - Quiz

        Voorbeeld periodieke afschrijving
        • Auto aanschafprijs € 39.000, afleveringskosten € 1.000
        • Technische levensduur 10 jaar, economische levensduur 5 jaar 
        • Restwaarde na 5 jaar € 10.000

          Bereken de jaarlijkse afschrijvingskosten



        Slide 22 - Slide

        Voorbeeld periodieke afschrijving
        • Auto aanschafprijs € 39.000, afleveringskosten € 1.000
        • Technische levensduur 10 jaar, economische levensduur 5 jaar 
        • Restwaarde na 5 jaar € 10.000

          Bereken de jaarlijkse afschrijvingskosten
          Periodieke afschrijving = (39.000+1.000-10.000)/5 = € 6.000


        Slide 23 - Slide

        Bereken de restwaarde 
        • Auto aanschafprijs € 39.000, afleveringskosten € 1.000
        • Technische levensduur 10 jaar, economische levensduur 5 jaar 
        • Restwaarde na 5 jaar € 10.000

          Jaarlijkse afschrijving =  € 6.000

          Bereken de restwaarde na 3 jaar




        Slide 24 - Slide

        Bereken de restwaarde 
        • Auto aanschafprijs € 39.000, afleveringskosten € 1.000
        • Technische levensduur 10 jaar, economische levensduur 5 jaar 
        • Restwaarde na 5 jaar € 10.000

          Jaarlijkse afschrijving =  € 6.000

          Bereken de restwaarde na 3 jaar
          Restwaarde einde periode n = A - n x periodieke afschrijving 



        Slide 25 - Slide

        Bereken de restwaarde 
        • Auto aanschafprijs € 39.000, afleveringskosten € 1.000
        • Technische levensduur 10 jaar, economische levensduur 5 jaar 
        • Restwaarde na 5 jaar € 10.000

          Jaarlijkse afschrijving =  € 6.000

          Bereken de restwaarde na 3 jaar
          Restwaarde einde periode n = A - n x periodieke afschrijving 
          Restwaarde einde jaar 3 = 39.000 + 1.000 - 3 x 6.000 = € 22.000


        Slide 26 - Slide

        Bereken het afschrijvingspercentage 
        • Auto aanschafprijs € 39.000, afleveringskosten € 1.000
        • Technische levensduur 10 jaar, economische levensduur 5 jaar 
        • Restwaarde na 5 jaar € 10.000

          Jaarlijkse afschrijving =  € 6.000

          Bereken het afschrijvingspercentage
          Afschrijvingspercentage = periodieke afschrijving / A x 100% 
           


        Slide 27 - Slide

        Bereken het afschrijvingspercentage 
        • Auto aanschafprijs € 39.000, afleveringskosten € 1.000
        • Technische levensduur 10 jaar, economische levensduur 5 jaar 
        • Restwaarde na 5 jaar € 10.000

          Jaarlijkse afschrijving =  € 6.000

          Bereken het jaarlijkse afschrijvingspercentage 
          Afschrijvingspercentage = periodieke afschrijving / A x 100% 
          Afschrijvingspercentage = 6.000 / (39.000 + 1.000) x 100% = 15%


        Slide 28 - Slide

        Opgave 25.6 t/m 25.8 maken
        timer
        8:00

        Slide 29 - Slide