2.3 De regering en de volksvertegenwoordiging

• Mens en maatschappij
• Voortgezet speciaal onderwijs
• Leerroute 2

2.3 De regering en de volksvertegenwoordiging

Aan het eind van deze paragraaf

• kun je uitleggen hoe de Tweede Kamer tot stand komt. 
  
• kun je uitleggen hoe de regering en het kabinet tot stand komen. 
• weet je hoe de regering en het parlement tegenwoordig samenwerken. 
• kun je beschrijven hoe burgers invloed hebben op de landelijke politiek. 

Welke politieke 

partijen ken jij?

Dit is een woordweb.

Stemmen Tweede Kamer

Elke 4 jaar wordt er gestemd. 

• Je kiest een politieke partij.
• Je kiest een kandidaat uit de partij. 

Tweede Kamer

• 150 Tweede Kamerleden. 
• Hoe meer stemmen voor een partij, hoe meer leden in de Tweede Kamer. 
• Fractie: leden uit één partij. 
• Controleert of de regering zijn werk goed doet. 
• Wetten voorstellen of tegenhouden. 
• Vergaderingen zijn openbaar.  

Regering

Winnaar Tweede Kamerverkiezing heeft de grootste fractie en mag de regering vormen. 

Je hebt 76 van de 150 zetels nodig om een meerderheid te vormen. 

Regering en oppositie

Regeringspartijen	Oppositiepartijen
- Zitten in de regering. - Leveren ministers. - Leveren staatssecretarissen. - Grootste partij levert minister-president.	- Zitten niet in de regering.

Regering

Kabinet is het bestuur van het land. 

• Bestaat uit ministers en staatssecretarissen. 
• Voeren wetten in op passen wetten aan. 

Invloed van burgers

Elke 4 jaar verkiezingen.

Andere manieren:

• Demonstreren.
• Actiegroepen oprichten.
• Handtekeningen inzamelen. 
• Burgerinitiatief (meer dan 40.000 handtekeningen --> Tweede Kamer onderwerp bespreken).