5.6 Rekenen met negatieve getallen (vmbo-k)

Wat gaan we deze les doen?

- Huiswerk nakijken
- Terugblik 
- Doelen van deze les
- Theorie
- Huiswerk
1 / 31
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Wat gaan we deze les doen?

- Huiswerk nakijken
- Terugblik 
- Doelen van deze les
- Theorie
- Huiswerk

Slide 1 - Slide

Huiswerk nakijken

               H 5.3  
       Vooruit en achteruit 
 
          opdr. 31 t/m 38


Slide 2 - Slide

Terugblik

Ik kan plus- en minsommen met positieve en negatieve getallen met de rekenmachine uitrekenen. 

Slide 3 - Slide

Doelen van deze les

  • Ik kan plussommen maken met positieve en negatieve getallen. 
  • Ik kan minsommen maken met positieve en negatieve getallen. 
  • (Ik kan plus- en minsommen met positieve en negatieve getallen met de rekenmachine uitrekenen). 












Slide 4 - Slide

Heksenketel

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Video

Optellen met een negatief getal (blz. 219 boek)






3 + 1 = 4
3 + 0 = 3
3 + -1 = 2
3 + -2 = 1
3 + -3 = 0
3 + -4 = -1
3 + -2 = 3 - 2
+ - is hetzelfde als -

Slide 7 - Slide

5 + -6 =
A
1
B
-1
C
11
D
-11

Slide 8 - Quiz

10 + -5 =
A
-5
B
5
C
-15
D
15

Slide 9 - Quiz

-9 + -1 =
A
-8
B
8
C
-10
D
10

Slide 10 - Quiz

0 + -9 =
A
-9
B
9
C
0
D
10

Slide 11 - Quiz

11 + -18 =
A
9
B
-9
C
7
D
-7

Slide 12 - Quiz

Opdr. 72 (blz. 220)
timer
4:00

Slide 13 - Slide

We gaan opdr. 72 bespreken











aantal
240









aantal







Slide 14 - Slide

Opdr. 74 (blz. 221)

Slide 15 - Slide

We gaan opdr. 74 bespreken











aantal
240









aantal







Slide 16 - Slide

Huiswerk

H 5.6
opdr. 70, 73, 75

Slide 17 - Slide

Positieve en negatieve getallen aftrekken (blz. 222 boek)






3 - 2 = 1
3 - 1 = 2
3 - 0 = 3
3 - -1 = 4
3 - -2 = 5
3 - -3 = 6
3 - -2 = 3 + 2
- - is hetzelfde als +

Slide 18 - Slide

2 - -1 =
A
-1
B
1
C
-3
D
3

Slide 19 - Quiz

-2 - -1 =
A
-3
B
3
C
-1
D
1

Slide 20 - Quiz

-7- -3 =
A
4
B
-4
C
10
D
-10

Slide 21 - Quiz

-12 - -7 =
A
-5
B
5
C
-19
D
19

Slide 22 - Quiz

4 - -8 =
A
-4
B
4
C
-12
D
12

Slide 23 - Quiz

Opdr. 81 (blz. 223)

Slide 24 - Slide

We gaan opdr. 81 bespreken











aantal
240









aantal







Slide 25 - Slide

Rekenmachine
(blz. 223)

Mag je niet tijdens het SO en proefwerk gebruiken.

Slide 26 - Slide

Opdr. 82 (blz. 224)
Klopt deze som?
-264 - -85 = -179

JA                                        NEE

Slide 27 - Slide

Opdr. 91 (blz. 225)

Slide 28 - Slide

We gaan opdr. 91 bespreken











aantal
240









aantal







Slide 29 - Slide

Doelen van deze les

  • Ik kan plussommen maken met positieve en negatieve getallen. 
  • Ik kan minsommen maken met positieve en negatieve getallen. 
  • (Ik kan plus- en minsommen met positieve en negatieve getallen met de rekenmachine uitrekenen). 











Slide 30 - Slide

Huiswerk

H 5.6 
opdr. 79, 80, 83, 
88, 89, 91, 92

Slide 31 - Slide