Voorbereiden toetsweek - les voor twee mentoruren

Voorbereiding van de toetsweek
HV2A
1 / 27
next
Slide 1: Slide
MentorlesMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1-3

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Voorbereiding van de toetsweek
HV2A

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Wat gaan we vandaag doen:
  • Tips voor plannen en organiseren van een toetsweek
  • Tips voor concentratie en ontspanning tijdens de toetsweek 

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

De marathon
Waar denk je aan bij het rennen van een marathon?

Slide 3 - Slide

Maak een mindmap met de associaties van de leerlingen op het bord en refereer hier meerdere malen naar tijdens de les
Wat heb je nodig voor goede prestatie? Hoe bereid je je voor? Wat doe je wel en wat absoluut niet?

Slide 4 - Mind map

This item has no instructions

De toetsweek
Waar denk je aan bij de toetsweken? Wat heb je nodig?

Slide 5 - Slide

 Leg de link tussen het trainen naar een marathon en de toetsweek (o.a. op tijd beginnen, doorzettingsvermogen, trainen van spieren staat gelijk aan trainen hersenen, met 1 ding tegelijk bezig zijn tijdens het trainen, focus op het einddoel én de weg erheen, belang van voeding en slaap)

Slide 6 - Mind map

This item has no instructions

Hoe denk jij over de toetsweek?
  • Het gaat me niet lukken...
  • Ik weet alles al...
  • Ik ga mijn best doen...
  • Ik kan het niet...
  • Ik mag fouten maken...
  • Ik doe het altijd fout...
  • Ik ben slecht in...
  • Iets anders, namelijk:

Schrijf op wat voor jou van toepassing is.

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Slide 8 - Mind map

This item has no instructions

Hoe denk jij over de toetsweek?
Kijk nog eens terug naar het lopen van de marathon. Welke gedachtes zouden je niet helpen? Met welke gedachtes zou je het gaan halen?

Slide 9 - Slide

Zet deze gedachtes in twee rijtjes: gedachten die helpen en gedachten die niet helpen.

Slide 10 - Mind map

This item has no instructions

Mindset
Dit heet een mindset. Een mindset is een verzameling van al jouw overtuigingen en gedachten waardoor je op een bepaalde manier denkt. Je mindset wordt gevormd door alle gebeurtenissen die je tot nu toe hebt meegemaakt. Dit noemen we ook wel de betekenis die jij aan ervaringen en woorden geeft.

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Slide 13 - Video

This item has no instructions

Mindset: probeer eens om te zetten...
"Ik kan het niet!"                         ----> ... ?

"Dit is te moeilijk!"                     ----> ... ?

"Ik ga dit nooit snappen!"      ----> ... ?

"Ik heb een fout gemaakt."   ----> ... ?

"Dit is goed genoeg."               ----> ... ?

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Wat is 1 minuut?

Slide 15 - Slide

Zet als docent een stopwatch. Geef de instructie dat leerlingen hun vinger moeten opsteken als ze denken dat precies 1 minuut voorbij is. Sommige leerlingen zullen eerder hun vinger opsteken, andere later. Deel met elkaar dat tijd moeilijk in te schatten is. Tijd kan immers voorbij vliegen of juist heel lang duren. Plannen en inschatten van tijd is daarom lastig
Plannen
Stel dat jullie 40 woordjes voor Frans moeten leren. 

Wat zou jij een klasgenoot aanraden om qua tijd hiervoor in te plannen?

Schrijf het aantal minuten op. (Niet in je hoofd dus, maar echt opschrijven)

Slide 16 - Slide

Het blijkt dat mensen zichzelf overschatten als ze zichzelf een tijd geven hoe lang ze nodig hebben, maar als ze dit voor een willekeurig persoon zouden inschatten ze dit beter doen.
Bespreek met de klas wat het verschil is tussen overschatten en onderschatten

Plannen
Stel dat jullie 40 woordjes voor Engels moeten leren. 

Hoeveel tijd zou jij voor jezelf daarvoor inplannen? 

Schrijf het aantal minuten op. (Niet in je hoofd dus, maar echt opschrijven)

Slide 17 - Slide

Het blijkt dat mensen zichzelf overschatten als ze zichzelf een tijd geven hoe lang ze nodig hebben, maar als ze dit voor een willekeurig persoon zouden inschatten ze dit beter doen.
Bespreek met de klas wat het verschil is tussen overschatten en onderschatten

Plannen
Zat er verschil in wat jij aanraadde en in wat jij voor jezelf op schreef?


Ben jij iemand die eerder iets overschat of eerder iets onderschat?




Slide 18 - Slide

Het blijkt dat mensen zichzelf overschatten als ze zichzelf een tijd geven hoe lang ze nodig hebben, maar als ze dit voor een willekeurig persoon zouden inschatten ze dit beter doen.
Bespreek met de klas wat het verschil is tussen overschatten en onderschatten

Weer even over die marathon...
Je hersenen zijn spieren

Wat zou er gebeuren als je …
  • De dag voor een hardloopwedstrijd 2 uur zou slapen?
  • Je alleen de dag voor de wedstrijd zou trainen?


Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Dus...
  • Leer de stof op minstens twee verschillende manieren.
  • Wissel leer en maakwerk af.
  • Leer geen drie talen op een dag, wel bijv. wiskunde en Nederlands.
  • Neem pauzes tussen je “sets” en herhaal.
  • Liever vaker kort, dan één keer lang!
  • De dag voor de toets is een herhaal dag, plan geen nieuwe stof!



Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Tips voor concentratie
  • Zorg voor een vaste, rustige plek (stil, alleen spullen die je echt nodig hebt).
  • Gebruik een timer voor werktijd en pauzetijd (Tip: Pomodoro of Powerfocus app).
  • Maak een routine met kleine doelen en volg deze gedachteloos op (eerst ga ik .. daarna..)
  • Begin gewoon. Uitstellen gaat je niet helpen om het af te krijgen.
  • Werk aan één taak tegelijk, begin met de belangrijkste taak.
  • Praat hardop tijdens het werken/leren. Dit helpt je brein om je aandacht erbij te houden.



Slide 21 - Slide

This item has no instructions

En hoe moet ik dan leren?
In je opstartboekje (bijlage) staan tips per vak! 

Je kan het natuurlijk ook aan je docent vragen.

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Plannen
We maken een planner voor de komende periode. Gebruik hiervoor je agenda.

STAP 1: Gebruik een bestaande planner, of maak een planner op een a4tje. Zorg dat hier alle dagen tot en met de toetsweek staan. 

STAP 2: Blokkeer alle momenten in de planner dat je les hebt en dat je vaste afspraken hebt.

STAP 3: Vul in wanneer je meestal thuis komt van school en wanneer je meestal gaat eten. 

STAP 4: Vul alle toetsen in. Markeer deze toetsen in een eigen kleur. 

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Plannen
Een belangrijke volgende stap:

Vul jouw LEERTIJD in met alleen kleur (dus nog niet WAT je gaat doen).
Dit is tijd die jij gaat gebruiken om te LEREN (dus niet om huiswerk te maken). 



LET OP: Vul per dag minstens een half uur in en maximaal vier uur. 

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Planning
Vink een leerblok af zodra je het hebt afgerond: zo kan je je voortgang bijhouden!

Probeer je zo goed als mogelijk aan je planning te houden. Dat zorgt voor het minste stress.

Als het een keertje niet lukt: plan een ander moment in om niet achter te raken.

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Planning
Verdeel het leerwerk voor alle vakken in leerblokken, waarvan je inschat hoe lang je er voor nodig hebt. Bijvoorbeeld: om voor Frans goed te leren, heb ik vijf leerblokken van een uur nodig. 

Verwerk deze leerblokken in jouw planning, waarbij je het invult in de LEERTIJD die jij hebt vrijgemaakt.

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Heel veel succes!

Slide 27 - Slide

This item has no instructions