toets test

Kennistest
Verpleegkunde
Leerjaar 3
Periode 3
Week 1 t/m 4
1 / 16
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 3

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Kennistest
Verpleegkunde
Leerjaar 3
Periode 3
Week 1 t/m 4

Slide 1 - Slide

Draaglast
is
A
Hoe je jouw leven: werk, school en privé in balans hebt
B
Wat je in je leven aan leuke ervaringen krijgt
C
Het totaal aan taken en verplichtingen dat iemand op zijn schouders heeft
D
Alles wat je op een gezonde manier kunt hebben

Slide 2 - Quiz

Iemand die manisch is heeft (een)
A
angststoornis
B
schizofrenie
C
stemmingsstoornis
D
persoonlijkheids- stoornis

Slide 3 - Quiz

Depressie is een
A
Angststoornis
B
Persoonlijkheids-stoornis
C
Stemmingsstoornis
D
Eetstoornis

Slide 4 - Quiz

PAAZ staat voor
A
Patient Algemeen Acute Zaken
B
Praat Algemeen Acceptabel Zakelijk
C
Psychiatrische Afdeling Algemeen Ziekenhuis
D
Psychiatrische Aandoening Algemeen Ziekenhuis

Slide 5 - Quiz

Er zijn 3 gedragingen van psychiatrische zorgvragers waarbij verpleegkundige alert moet zijn en rekening moet houden met psychosociale problematiek.

Welk gedrag is onjuist.
A
Sterke emotionele ontregeling.
B
Logisch gedrag op emotioneel functioneren vertonen.
C
Niet logisch gedrag op sociaal functioneren vertonen
D
Het verlies van de werkelijkheidszin

Slide 6 - Quiz

Een ander woord voor bipolaire stoornis is
A
depressie
B
manie
C
manisch depressieve stoornis
D
obsessief convulsieve stoornis

Slide 7 - Quiz

Iemand die hypochondrisch is heeft last van
A
achterdocht
B
angst om een ernstige ziekte te hebben
C
angst om in sociale situaties te komen
D
stemmingswisselingen

Slide 8 - Quiz

Wat is 1 van de 3 kerntaken van de verpleegkundige in de begeleiding m.b.t. psychosociale problemen
A
Niet corrigeren van gedrag en luisteren naar de zorgvrager
B
Zorgvragers met psychosociale problemen met groepstherapie behandelen
C
Herkennen en bespreekbaar maken van voorkomende problemen
D
Herkennen en bewust niet bespreekbaar maken van voorkomende problemen

Slide 9 - Quiz

Bij welke stoornis kan de zorgvrager in een sociaal isolement terecht komen?
A
Angststoornis
B
Schizofrenie
C
Depressie
D
A, B en C zijn juist

Slide 10 - Quiz

Ze gedragen zich volkomen hulpeloos en hebben alle eigen verantwoordelijkheden van zich afgeschoven.

Over welke zorgvrager gaat het hier:
A
De zwijgzame zorgvrager
B
De verwarde zorgvrager
C
De regressieve zorgvrager
D
De destructieve zorgvrager

Slide 11 - Quiz

Zorgvragers die alles als negatief ervaren, voortdurend kritiek uiten, hun gezondheid ondermijnen.

Over welke zorgvrager gaat het hier:
A
De zwijgzame zorgvrager
B
De verwarde zorgvrager
C
De regressieve zorgvrager
D
De destructieve zorgvrager

Slide 12 - Quiz

Benoem alles wat je doet in eenvoudige, korte zinnen. Probeer wel op een volwassen manier te spreken.

Over welke zorgvrager gaat het hier:
A
De zwijgzame zorgvrager
B
De verwarde zorgvrager
C
De regressieve zorgvrager
D
De destructieve zorgvrager

Slide 13 - Quiz

Er wordt van een ................... gesproken als er een duidelijk aanwijsbare lichamelijke oorzaak is
A
organisch-psychiatrisch ziektebeeld
B
münchhausen-‘by-proxy’-syndroom
C
somatische-symptoomstoornis
D
conversiestoornis

Slide 14 - Quiz

Als verpleegkundige is het in de GGZ ondeskundig als je hulp vraagt aan een collega als je moeite hebt met het gedrag van een zorgvrager.
A
Onjuist
B
Juist

Slide 15 - Quiz

Was je tevreden over wat je wist?
A
Ja
B
Nee
C
Een beetje

Slide 16 - Quiz