Communiceren middels de SBARR

1 / 14
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

This lesson contains 14 slides, with interactive quiz, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
  • De student heeft kennis van de SBARR methode
  • De student kan benoemen wat er bij de verschillende onderdelen moet worden benoemd.
  • De student kan een overdracht volgens de SBARR uitvoeren.

Slide 2 - Slide

Waarom de SBAR(R)?
  • Er wordt consequent informatie overgedragen: 
  • inhoud verbetert en de overdracht wordt korter (overdracht en slechte communicatie = risicomoment)
  • Verpleegkundige wordt door stappenplan gedwongen eerst zelf de situatie te analyseren
  • Arts krijgt completer beeld; kan adequater reagerenKwaliteit van zorg en teamsamenwerking nemen toe

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

Slide 5 - Slide

S =Situation (situatie)

Hoe is de situatie waarover je belt?

Wat is jouw relatie tot de patiënt?


Vertel kort iets over het probleem. Bijvoorbeeld: 'Ik ben de verpleegkundige van patiënt ... en ik maak mij zorgen om ...'.

Slide 6 - Slide

B=Background (achtergrond)

De opnamediagnose, lijst van medicatie, allergieën, laboratoriumuitslagen, vitale functies, eventuele voorgeschiedenis.

Bijvoorbeeld: 'De patiënt is opgenomen met ... en gebruikt momenteel ... . Verder heeft patiënt in de voorgeschiedenis een CVA gehad, met hemiparese links als restklacht.'.

Slide 7 - Slide

A=Assesment (beoordeling)

Assessment: Wat is de eigen beoordeling over de situatie? Wat denk je zelf wat er aan de hand zou kunnen zijn?


 Bijvoorbeeld: 'Het probleem zou cardiaal kunnen zijn, maar ik weet het niet zeker.'

Slide 8 - Slide

R=Reccommendation (aanbeveling)

Reccommendation: Wat is de aanbeveling van jou? Wat wil je dat er gaat gebeuren? Wil je dat de arts komt? Moet er medicatie gewijzigd worden?

Bijvoorbeeld: 'Ik denk dat je binnen nu en 30 minuten langs moet komen om de patiënt zelf te beoordelen.'

Slide 9 - Slide

R= 'Repeat' (herhaal).

 Herhaal het antwoord van de zorgverlener nog eens om zo eventuele fouten te kunnen opsporen.


Bijvoorbeeld: 'Dus als ik het goed begrijp, wil je dat ik een hartfilmpje maak en kom je daarna binnen 30 minuten bij de patiënt langs?'

Slide 10 - Slide

Britt heeft pijn in de buik, na gebladderd te hebben blijkt Britt 675 ml urine retentie te hebben. Het lukt haar niet om te plassen.

Slide 11 - Open question

OPDRACHT CASUS BRITT
  1.  Maak in je subgroep de volgende opdracht en kies een rol;
  2. Rol als verpleegkundige (belt de arts)
  3. Rol van arts (communiceert met de verpleegkundige)
  4. Rol van Britt (observeert en geeft feedback op de verpleegkundige)
Ben je met zijn vieren dan observeren er 2 personen en draaien daarna de rollen om.
Britt heeft pijn in de buik, na gebladderd te hebben blijkt Britt 675 ml urine retentie te hebben. Het lukt haar niet om te plassen. 


Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

EINDE

Slide 14 - Slide