2.2 Stromingen in de samenleving

• Mens en maatschappij
• Voortgezet speciaal onderwijs
• Leerroute 2

2.2 Stromingen in de samenleving

Aan het eind van deze les

• weet je waarom en hoe het kiesrecht werd uitgebreid.
  
• weet je welke strijd er over het onderwijs gevoerd werd.
• weet je welke stromingen streefden naar meer gelijkheid.
• kun je beschrijven hoe de positie van vrouwen veranderde. 

Kiesrecht

1815: kiesrecht voor mannen met een hoog inkomen. 

1917: kiesrecht voor alle mannen. 

Passief kiesrecht voor vrouwen. 

1919: algemeen kiesrecht in Nederland. 

Openbaar onderwijs

Iedereen moest leren lezen, schrijven en rekenen. 

Gratis voor alle kinderen. 

Zorgt voor gelijke kansen. 

Geloof

Confessionelen richten eigen scholen op.

Krijgen geen geld van de overheid. 

1917: nieuwe onderwijswet --> overheid betaald ook het onderwijs op bijzondere scholen. 

Stromingen

Liberalen: streven naar vrijheid in de politiek.

Conservatieven: willen dat alles blijft zoals het was. 

Confessionelen: gaan uit  van het geloof.

Socialisten: streven naar meer gelijkheid. 

Communisten: streven naar gemeenschappelijk bezit van productiemiddelen en verbruiksgoederen. 

Positie vrouwen

Vrouwen hebben minder rechten dan mannen:

- Geen hoger onderwijs volgen.

- Minder hoog salaris.

- Getrouwde vrouwen moesten toestemming aan echtgenoot vragen.