This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
Welkom 2Havo
Je hebt nodig:
Nask Boek B
Nask schrift
Voor de volgende les: Potlood + geodriehoek
Laptop, ga naar LessonUp, vul code in
Noteer huiswerk in Plenda:
Maken van 6.1 opdrachten: 1 - 2 - 3 - 5 - 6 - 7 - 9 + Test Jezelf 6.1
Slide 1 - Slide
Hoofdstuk 6. Licht
§6.1 Licht en kleur
Slide 2 - Slide
Je kunt een voorbeeld noemen van een natuurlijke en kunstmatige lichtbron
je kunt beschrijven hoe je voorwerpen in je omgeving ziet
Je kunt uitleggen wat een spectrum is en hoe je een spectrum zichbaar maakt
Je kunt uitleggen hoe je een voorwerp met een bepaalde kleur ziet bij verschillende kleuren licht
§6.1 Licht en kleur
Lesdoelen 6.1
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Video
Wat is je het meest bijgebleven van het filmpje dat je moest bekijken?
Slide 5 - Open question
Uit welke kleuren bestaat het witte licht van de zon?
Slide 6 - Open question
Alle kleuren die in licht voorkomen noemen wij het spectrum
Dit kun je zien als je zonlicht op een prisma laat vallen (ROGGBV)
§6.1 Licht en kleur
Het kleurenspectrum
Slide 7 - Slide
Hoe noem je een driehoekig stuk glas waarmee je het spectrum van zonlicht zichtbaar kunt maken?
Slide 8 - Open question
Een prisma splitst licht in alle kleuren van het spectrum
Slide 9 - Slide
Wat is het verschil tussen een natuurlijke en een kunstmatige lichtbron? Geef voorbeelden?
Slide 10 - Open question
6.1 Licht en kleur
Een voorwerp dat zelf licht geeft, noem je een lichtbron. De zon en de sterren zijn natuurlijke lichtbronnen. Kaarsen, lampen en tl-buizen zijn kunstmatige lichtbronnen. Kunstmatige lichtbronnen zijn door de mens gemaakt.
Slide 11 - Slide
Er zijn natuurlijke en kunstmatige lichtbronnen.
Selecteer de juiste lichtbron in de tweede kolom.
spaarlamp
bliksem
kaars
ster
zaklamp
zon
kunstmatige lichtbron
kunstmatige lichtbron
kunstmatige lichtbron
natuurlijke lichtbron
natuurlijke lichtbron
natuurlijke lichtbron
Slide 12 - Drag question
Het spectrum van lamplicht
Met een zakspectroscoop kun je onderzoeken wat voor licht een lichtbron uitzendt
Hoofdstuk 6. Licht
§6.1 Licht en kleur
Slide 13 - Slide
Er zijn natuurlijke en kunstmatige lichtbronnen.
Selecteer de juiste lichtbron in de tweede kolom.
spaarlamp
bliksem
kaars
ster
zaklamp
zon
kunstmatige lichtbron
kunstmatige lichtbron
kunstmatige lichtbron
natuurlijke lichtbron
natuurlijke lichtbron
natuurlijke lichtbron
Slide 14 - Drag question
Je ziet de spectra van drie soorten lampen. Hoe heet het instrument waarmee je het spectrum van licht zichtbaar kunt maken?
A
lichtbron
B
prisma
C
spectroscoop
Slide 15 - Quiz
Een spectroscoop is een instrument dat je gebruikt bij onderzoek naar licht. Wat is de functie van een spectroscoop?
A
lichtkleuren samenvoegen tot witlicht
B
licht scheiden in verschillende kleuren
C
vast stellen uit welke kleuren licht bestaat
Slide 16 - Quiz
6.1 'Warm' en 'koud' licht
Het licht van gloeilampen en tl-buizen lijkt veel op zonlicht: alle kleuren van de regenboog zitten erin. Toch zijn er verschillen. Het licht van een gloeilamp bevat meer rood dan zonlicht. Daardoor vinden veel mensen het licht van een gloeilamp ‘warm’. Het licht van een tl-buis bevat veel groen licht en weinig rood. Veel mensen vinden het daarom ‘koud licht’.
Slide 17 - Slide
ledverlichting / natriumlamp
Slide 18 - Slide
6.1 Natriumlampen
In straatlantaarns worden soms natriumlampen gebruikt, die zuiver geel licht geven. Een witte trui en een gele trui lijken onder een natriumlamp allebei geel. Het gele licht van de natriumlamp wordt door de twee truien grotendeels teruggekaatst.
Als je een paarse trui bekijkt onder een natriumlamp, lijkt hij zwart. Dat komt doordat de paarse trui voornamelijk paars licht terugkaatst. Het gele licht van de natriumlamp wordt bijna helemaal geabsorbeerd. De trui kaatst dus zo goed als geen licht terug, waardoor hij zwart lijkt.
Slide 19 - Slide
Lars heeft een wit shirt aan. Max heeft een groen shirt aan. Ismael heeft een geel shirt aan. Ze staan alle drie onder een natriumlamp die alleen geel licht uitzendt. Welke twee jongens lijken een shirt van dezelfde kleur aan te hebben?
A
Lars en Ismael
B
Ismael en Max
C
Lars en Max
Slide 20 - Quiz
Lisa heeft een wit shirt aan. Anouk heeft een groen shirt aan. Wassima heeft een blauw shirt aan. Ze staan alle drie onder een natriumlamp die alleen geel licht uitzendt. Welke twee meisjes lijken een shirt van dezelfde kleur aan te hebben?
A
Lisa en Anouk
B
Anouk en Wassima
C
Lisa en Wassima
Slide 21 - Quiz
Terugkaatsing van licht
Voorwerpen weerkaatsen licht, en dat licht gaat (bij de meeste voorwerpen) alle kanten op: diffuse terugkaatsing
Als dat licht vanaf het voorwerp weer in
je oog terecht komt dan kan je het
voorwerp zien!
Slide 22 - Slide
Waarom is een (rijpe) tomaat rood en een rijpe banaan geel?
Slide 23 - Open question
Kleuren zien
Hoofdstuk 6. Licht
§6.1 Licht en kleur
Slide 24 - Slide
Slide 25 - Slide
Iemand die een groene trui draagt loopt onder een witte lamp. Welke kleur lijkt de trui te hebben?
A
groen
B
rood
C
wit
D
zwart
Slide 26 - Quiz
Iemand die een groene trui draagt loopt onder een rode lamp. Welke kleur lijkt de trui te hebben?
A
groen
B
rood
C
wit
D
zwart
Slide 27 - Quiz
Angel heeft een blauw T-shirt aan met een witte smiley. Met welke kleur licht moet je op het shirt schijnen, zodat je de smiley niet ziet?
A
blauw
B
rood
C
groen
D
wit
Slide 28 - Quiz
Aan de slag
Lezen §6.1 (blz. 66 t/m 68)
Maken opdrachten: 1 - 2 - 3 - 5 - 6 - 7 - 9
Klaar? Maken Test Jezelf 6.1 Online
Hoofdstuk 6. Licht
§6.1 Licht en kleur
Slide 29 - Slide
Leerdoelen van paragraaf 6.1
Je kunt een voorbeeld noemen van een natuurlijke en kunstmatige lichtbron
je kunt beschrijven hoe je voorwerpen in je omgeving ziet
Je kunt uitleggen wat een spectrum is en hoe je een spectrum zichbaar maakt
Je kunt uitleggen hoe je een voorwerp met een bepaalde kleur ziet bij verschillende kleuren licht