Herhaling Water 3.1 &3.2

• Natuurkunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Welkom

Mobiel uit en in de tas

Ga rustig op je eigen plek zitten

Zorg dat schrift en etui op tafel liggen

Ipad nog even in je tas laten

Lesplan

Herhaling H3 water § 3.1 en § 3.2

Extra uitleg

Opdrachten nakijken 

Afsluiten; hoe is het deze les gegaan?

Hoofdstuk 3: WATER

Herhaling § 3.1 en § 3.2

Wat weet je nog?

Fasen en deeltjes model, hoe zat dat?

Wat weet je nog?

Verschil waterdamp, nevel en stoom?

Wat weet je nog?

Cohesie en adhesie (Plus)

Moleculen van de zelfde stof trekken elkaar aan (cohesie)

Moleculen van verchillende stoffen trekken elkaar aan ( adhesie)

De leerdoelen bij h3.1 waren:

-Onderscheid maken tussen de drie fasen.

-Verschillende soorten neerslag noemen.

-Uitleggen waarom ijs drijft op water.

Welke vragen waren lastig?

Vraag 4:

a-In welke fase is het water bij A?                                                                  Waaraan zie je dat?                                                                                               b-In welke fase is het bij B?                                                                               Waaraan zie je dat?                                                                                               c-Hete waterdamp wordt ook                                                                          stoom genoemd. Waar is het stoom, A of B?

Uitwerking:

 a Het water is in de gasvormige fase omdat je het niet kunt zien. 

 b Het water is in de vloeibare fase. Je ziet de kleine, in de lucht zwevende waterdruppels als een wolkje. 

 c Het water is stoom bij A. Stoom bestaat uit waterdamp en is dus onzichtbaar. 

Temperatuur § 3.2

thermometers
(Celsius)

De leerdoelen bij 3.2 waren:

• Je weet hoe je de temperatuur van de lucht om je heen kunt meten.

• Je kunt de onderdelen van een vloeistofthermometer benoemen en uitleggen hoe
  

deze werkt. 

• Je kunt uitleggen wat de Celsiusschaal en het meetbereik van een thermometer zijn.
  
• Je kunt een thermometer voorzien van een schaalverdeling in graden Celsius.
  

• Je weet dat het smeltpunt van ijs (het vriespunt van water) 0 °C is en het kookpunt van water 100 °C.
  

Voor vwo ook:

• Je kunt uitleggen hoe je met een datalogger meet hoe de temperatuur in een bepaalde tijd verandert.
  

Wat weet je al?

Kun je met je zintuigen de temperatuur bepalen?

Wat weet je al?

Wat is de grootheid en eenheid bij temperatuur?

Wat weet je al?

Wat bedoelen we met het meetbereik?
En met de schaalverdeling?

Wat weet je al?

Welke thermometer is nauwkeuriger en waarom?
De koortsthermometer of de oventhermometer?

Je kunt een thermometer voorzien van een schaalverdeling in graden Celsius.

-Welke twee ijkpunten gebruik je?
-Stel dat de afstand tussen die twee ijkpunten 16 cm is. Bij welke afstand zet je dan de temp van 50 graden? 
En 10 graden? 
En 20 graden? 

Nu een Quiz

Paak rustig je I-pad

we gaan zo beginen

Wat is geen fase van een stof ?

1. vast
2. gas
3. vloeibaar
4. water

Hoe komt het dat een stof verschillende fasen heeft ?

1. doordat moleculen veranderen
2. door de temperatuur
3. doordat moleculen verschillend bewegen
4. door de luchtdruk

Wat is de juiste stelling ?

1. cohesie is dat moleculen in een stof elkaar aantrekken
2. cohesie is dat een stof blijft 'plakken' aan een andere stof
3. adhesie is wanneer je een stof mengt met een andere stof
4. adhesie is het tegenovergestelde van cohesie

Welke vloeistof zit er tegenwoordig in de meeste thermometers ?

1. kwik
2. alcohol
3. Water met een kleurtje
4. rode infra

Van welk principe maakt een thermometer gebruik ?

1. van smeltend ijs in water
2. van het principe: meten is weten
3. uitzetting
4. warmte geleiding

Waar is de stijging van een thermometer van afhankelijk ?

1. van de temperatuur natuurlijk
2. van de luchtdruk
3. of je koorts hebt
4. van de breedte van de buis en de temperatuur

Hoe noem je de 'streepjes' en getallen op een thermometer ?

1. de meetwaardes
2. de temperatuur in graden Celsius
3. ijkwaarden
4. schaalverdeling

Een thermometer met een bereik van 35 t/m 42 graden Celsius heeft een

1. groot reservoir en grote schaalverdeling
2. nauwe stijgbuis en kleine schaalverdeling
3. groot reservoir en nauwe stijgbuis
4. gevoelige vloeistof en kleine schaalverdeling

Wat is het koudste ?

1. 10 graden celsius
2. 80 graden Fahrenheit
3. 273 Kelvin

Meneer Celsius maakte de voor ons bekende thermometer met hulp van

1. Meneer Fahrenheit
2. ijs
3. zijn lichaamstemperatuur en het koudste wat hij had in zijn laboratorium
4. smeltend ijs in water dat hij 0 graden noemde

Hoe noem je de 'streepjes' en getallen op een thermometer ?

1. de meetwaardes
2. de temperatuur in graden Celsius
3. ijkwaarden
4. schaalverdeling

Waar is de stijging van een thermometer van afhankelijk ?

1. van de temperatuur natuurlijk
2. van de luchtdruk
3. of je koorts hebt
4. van de breedte van de buis en de temperatuur

Van welk principe maakt een thermometer gebruik ?

1. van smeltend ijs in water
2. van het principe: meten is weten
3. uitzetting
4. warmte geleiding

Ben jij tevreden over deze les?

1. Ja
2. Nee

Leerdoelen:
• Je weet hoe je de temperatuur van de lucht om je heen kunt meten.

• Je kunt de onderdelen van een vloeistofthermometer benoemen en uitleggen hoe

deze werkt.

• Je kunt uitleggen wat de Celsiusschaal en het meetbereik van een thermometer zijn.

• Je kunt een thermometer voorzien van een schaalverdeling in graden Celsius.

• Je weet dat het smeltpunt van ijs (het vriespunt van water) 0 °C is en het kookpunt van water 100 °C.

Voor vwo ook:

• Je kunt uitleggen hoe je met een datalogger meet hoe de temperatuur in een bepaalde tijd verandert.

Bereik je o.a. door:

-Te maken paragraaf 2 opdracht 1 t/m 8 en vwo ook opdracht 9 + 10.

-De antwoorden van de opdrachten te controleren.

-Je kennis van paragraaf 2 formatief te toetsen met de flitskaarten en de test je zelf.

Tevreden met het resultaat?

Genoteerd wat je thuis gaat doen?  

Pak dan je tas in en wacht nog even rustig tot het tijd is.