SCC_L11 en 12: grondwoord, samenstelling en afleiding, tussenletters

DEEL 2 Les 11 en 12 
grondwoord, samenstelling en afleiding
tussenletters in samenstellingen
1 / 25
next
Slide 1: Slide
NederlandsSecundair onderwijs

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

DEEL 2 Les 11 en 12 
grondwoord, samenstelling en afleiding
tussenletters in samenstellingen

Slide 1 - Slide

grondwoord
= kortste vorm van een woord


--> kan op zichzelf bestaan en niet verder opgesplitst worden in betekenisvolle elementen

bv. boek, winkel, reclame, privacy, wet, campagne...

Slide 2 - Slide

Noteer een samenstelling van 2 grondwoorden.

Slide 3 - Open question

samenstelling
                            = Je plakt twee of meer grondwoorden aan elkaar

                                               bv. reclamecampagne
                                                      privacywet
                                                      goudenmedaillewinnaar
                                                    
                                             GRONDWOORD + GRONDWOORD = SAMENSTELLING

Slide 4 - Slide

afleiding
= je voegt een voorvoegsel en/of achtervoegsel toe aan een woord
-->  De voor- of achtervoegsels zijn geen zelfstandige naamwoorden. Ze krijgen pas betekenis in het nieuwe woord.


                     bv. gezond                                         ongezond

Slide 5 - Slide

afleiding
= VOORVOEGSEL + GRONDWOORD
            vb. ongeluk
= GRONDWOORD + ACHTERVOEGSEL
           vb. handig
= VOORVOEGSEL + GRONDWOORD + ACHTERVOEGSEL
           vb. onhoorbaar



                                                  

Slide 6 - Slide

afleiding en grondvorm:
Als je de voor- of achtervoegsels van de afleiding afhaalt, houd je de grondvorm over.

herexamen       (her)examen               grondwoord: examen
roodachtig        rood(achtig)               grondwoord: rood
oneerlijk             (on)eerlijk                    grondwoord: eerlijk
eerlijk                   eer(lijk)                         grondwoord: eer

Slide 7 - Slide

voorbeelden voor- en achtervoegsels
  • voorvoegsels: des- / on- / in- / ver- ...

  • achtervoegsels: -loos/ -baar / -ig / -heid / -ing/ -achtig ...

Slide 8 - Slide

Welk van de 4 woorden is een samenstelling?
A
ongelukkig
B
waterleiding
C
horloge
D
aangenaam

Slide 9 - Quiz

Welk van de 4 woorden is een
afleiding?
A
kachel
B
vriendendienst
C
gamer
D
ijzererts

Slide 10 - Quiz

Wat is de betekenis van het voorvoegsel anti-?

A
zonder
B
opnieuw
C
tegen
D
verkeerd

Slide 11 - Quiz

Wat is de betekenis van het voorvoegsel mis-?
A
zonder
B
opnieuw
C
niet meer
D
verkeerd

Slide 12 - Quiz

Wat is de betekenis van het voorvoegsel ex-?
A
zonder
B
opnieuw
C
niet meer
D
slecht

Slide 13 - Quiz

Wat is de betekenis van het voorvoegsel wan-?
A
zonder
B
opnieuw
C
niet meer
D
slecht

Slide 14 - Quiz

Verbind de grondwoorden met het passende voor- of achtervoegsel
a
her
vol
on
aller
liefde
kennen
beste
eerlijk
sociaal

Slide 15 - Drag question

oefening
  1. Maak oefening 2 a en b p.79. 

Slide 16 - Slide

even terug naar de samenstelling...
Soms gebruiken we een tussenletter om de grondwoorden aan elkaar te plakken.

vb peer + sap = perensap
      een + persoon + bed = eenpersoonsbed

Slide 17 - Slide

spinnen + wiel?

Slide 18 - Open question

muis + val = ?

Slide 19 - Open question

spin + web?

Slide 20 - Open question

bekijk de kennisclip L12
Je vindt de video 'kennisclip' op Scoodle bij Deel 2 Les 12
(Kijk rechts bij video's.) 
OF
Je kan ook gebruik maken van het overzicht van de theorie: 
- schema lkr: Smartschool/ 3DO Ne/ documenten/ D2 L12
- schema werkboek: vademecum op Scoodle

Slide 21 - Slide

oefeningen
  1. Maak op Scoodle online eerst de oefeningen 'Onbekend'
  2. Maak opdracht 2 p.87 (a, b, c).
  3. Maak opdracht 3 p.88. -> zie tip volgende dia
  4. Maak opdracht 4 p.89.
  5. Lees alle regels door of bekijk de video 'kennisclip'.
  6. Maak opdracht 6 en 7 p.91.
  7. Maak opdracht 8 en 9 p.92.

Slide 22 - Slide

3. Maak opdracht 3 p.88
TIP: 4 categorieën BASISREGELS

  1. Je hoort een 's' => je schrijft tussenletter 's'
  2. het eerste deel heeft een mv enkel op 'en'  => je schrijft tussenletter 'en'
  3. het eerste deel heeft geen meervoud => je schrijft tussenletter 'e'
  4. het eerste deel heeft een meervoud op '-en' EN op '-s' => je schrijft geen tussenletter
LET OP: er zijn ook nog enkele uitzonderingen op de basisregels (zie wb p.90) Deze oefen je in bij opdracht 4.

Slide 23 - Slide

extra oefening afleiding
Op Smartschool in de map D2 L11 en 12  vind je nog extra oefeningen op afleidingen. In deze oefening merk je dat de voorvoegsel (en ook achtervoegsels) door ze te gebruiken in combinatie met een grondwoord toch een betekenis krijgen. 

Slide 24 - Slide

            Goed gedaan, 
                    prima geoefend!

Slide 25 - Slide