Spellingcategorieën Staal

(Groep 4/5)

Wat weet jij nog van het afgelopen jaar? 
Laten we kijken.
1 / 14
next
Slide 1: Slide
Nederlandse taal en cultuur

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

(Groep 4/5)

Wat weet jij nog van het afgelopen jaar? 
Laten we kijken.

Slide 1 - Slide

Welke woorden zijn speciale hakwoorden?
A
wolf en kleur
B
worm en kleur
C
worm en zalf
D
kleur en zalf

Slide 2 - Quiz

Woorden die eindigen op rf, lf, rg, lg, rk, lk, rm, lm, rp, lp en rn hoor je vaak een /u/ tussen, maar die wordt niet geschreven.

Worm, zalf, wolk, wolf, melk, darm, kerk enzovoort.

Slide 3 - Slide

Hoe weet je of een woord met een 'd' of een 't' eindigt?
A
Je moet het woord in het meervoud zeggen
B
Je moet het gewoon weten
C
Je schrijft het op en dan zie je het
D
Je schrijft altijd met een 'd'

Slide 4 - Quiz

Deze spellingcategorie heet .........

Noem nog wat woorden op die in deze categorie vallen.

Slide 5 - Slide

EI of IJ?
Welke woordjes zijn goed geschreven?
A
mandarijn en vroleik
B
eikel en mandarijn
C
vroleik en makkelijk
D
geen van drieën

Slide 6 - Quiz

Blijf goed oefenen in Basispoort om te leren of je een 'ei' of 'ij' schrijft in woorden.

Slide 7 - Slide

Wat is het meervoud van schaar en van bak?
A
scharen en baken
B
scharren en bakken
C
scharren en baken
D
scharen en bakken

Slide 8 - Quiz



Welke categorie woorden zijn dat? 

Hoe zijn de regels bij deze categorie?

Slide 9 - Slide

Hoe heet iemand die bij een voetbalwedstrijd fluit?

Slide 10 - Open question

Van welke woorden kun je een samenstelling maken?
A
lak en nagels
B
draai en mollen
C
ring en sleutel
D
koe en kast

Slide 11 - Quiz

Noem drie werkwoorden.

Slide 12 - Open question

Welk verkleinwoord is verkeerd geschreven?
A
aardigheidje
B
gebaardje
C
verhaaltje
D
pannetje

Slide 13 - Quiz

Welke twee woorden zijn goed gespeld?
A
kabouter en flauw
B
trouwerij en brandhaut
C
oerwoud en vrauw
D
blouw en miauw

Slide 14 - Quiz