Taal actief spelling werkwoorden 6.1

lesdoel

Ik kan samengestelde werkwoorden herkennen en de samengestelde werkwoorden juist schrijven.
1 / 14
next
Slide 1: Slide
werkwoord spellingPrimary Education

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

lesdoel

Ik kan samengestelde werkwoorden herkennen en de samengestelde werkwoorden juist schrijven.

Slide 1 - Slide

Bedenk een samengesteld werkwoord.

Slide 2 - Open question

Samengesteld werkwoord
Een samengesteld werkwoord bestaat uit twee delen. 

ondernemen = onder + nemen
voorlezen = voor + lezen

Slide 3 - Slide

Is dit een scheidbaar samengesteld werkwoord?
Openslaan
A
Ja
B
Nee

Slide 4 - Quiz

Wat is een samengesteld werkwoord?
A
lachen
B
huilen
C
afkijken
D
gieren

Slide 5 - Quiz

Wat is een samengesteld werkwoord?
A
stoppen
B
tegenhouden
C
weren
D
drukken

Slide 6 - Quiz

Welk werkwoord is een samengesteld werkwoord?
A
lopen
B
hardlopen
C
wandelen
D
kruipen

Slide 7 - Quiz

Welk werkwoord is een samengesteld werkwoord?
A
braden
B
koken
C
kneden
D
aanbranden

Slide 8 - Quiz

Wat is GEEN samengesteld werkwoord?
A
afkijken
B
uitlachen
C
meelezen
D
proberen

Slide 9 - Quiz

Wat is het samengestelde werkwoord?

geeft + les =

Slide 10 - Open question

Daar eet hij zijn broodje op.
Wat is het samengestelde werkwoord?

Slide 11 - Open question

Is dit een scheidbaar samengesteld werkwoord?
Overzien
A
Ja
B
Nee

Slide 12 - Quiz

Welk werkwoord is een samengesteld werkwoord?
A
spellen
B
voorspellen
C
fantaseren
D
lachen

Slide 13 - Quiz

Samenvatting
Een samengesteld werkwoord bestaat uit twee delen. 

Een scheidbaar samengesteld werkwoord kun je in de zin splitsen in een werkwoorddeel en een ander deel. 

Een onscheidbaar samengesteld werkwoord blijven de delen bij elkaar

Slide 14 - Slide