LEREN VOOR DE TOETS Tijdvak 5 & 6

Wat en hoe moet je leren voor de toets?

Tijdvak 5: Ontdekkers en Hervormers
Tijdvak 6: Regenten en Vorsten


Theorie staat in MagisterMe 
1 / 25
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

This lesson contains 25 slides, with text slides and 7 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Wat en hoe moet je leren voor de toets?

Tijdvak 5: Ontdekkers en Hervormers
Tijdvak 6: Regenten en Vorsten


Theorie staat in MagisterMe 

Slide 1 - Slide

Tijdvak 5: Ontdekkers & Hervormers
  • Je weet wat het begrip reformatie betekent
  • Je weet wie Luther is
  • Je weet wie Willem van Oranje is 
  • Je weet dat mensen anders gingen denken over de wereld om hen heen. 
  • Je weet welke gevolgen de nieuwe manier van denken had voor de christelijke kerk

Slide 2 - Slide



Mensen kregen kritiek op de kerk. Ze wilden de kerk verbeteren, hervormen. De paus luisterde niet naar hen. Daarom begonnen deze christenen een eigen kerk: de protestantse kerk. Door de uitvinding van de boekdrukkunst kon de Bijbel worden gedrukt in de eigen taal van de mensen. Maar ook raakten de ideeën van de hervormers overal bekend doordat ze gedrukt en verspreid konden worden.
Luther

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video




De koning van Spanje was de landsheer van alle Nederlanden. Omdat zijn rijk zo groot was, kon de koning niet altijd zelf bij de vergaderingen zijn. Daarom had hij in elk gewest een plaatsvervanger: een stadhouder. Dat was altijd de belangrijkste edelman. Eén van die stadhouders was Willem van Oranje. Hij was stadhouder in Holland en in Zeeland, de twee rijkste gewesten. Daarom was Willem van Oranje de belangrijkste stadhouder.
Willem van Oranje

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Video

In de zomer van 1566 braken er relletjes uit. Protestanten plunderden katholieke kerkgebouwen en kloosters, en sloegen de beelden van heiligen kapot. We noemen dit de Beeldenstorm. Ook arme en hongerige katholieken deden mee. Zij stalen de kostbare kerkspullen om die te verkopen voor voedsel.
Beeldenstorm

Slide 7 - Slide


Filips II was woedend over de Beeldenstorm. Daarom stuurde hij zijn beste generaal, de hertog van Alva, met een groot leger naar de Nederlanden. Die moest daar strenger optreden tegen die vreselijke protestanten. Alva ging meteen aan het werk: hij zorgde voor een nieuwe rechtbank, speciaal voor de beeldenstormers. Deze rechtbank veroordeelde veel mensen ter dood. De mensen noemden deze rechtbank daarom ‘de Bloedraad’.

Slide 8 - Slide

Belangrijke begrippen
Protestanten
Luther
Willem van Oranje
Opstand
Beeldenstorm
Hertog van Alva

Slide 9 - Slide

Tips om te leren:
1. Bekijk de filmpjes en maak aantekeningen
2. Maak zelf een samenvatting -> gebruik hierbij de begrippen
3. Maak een mindmap of woordweb
4. Maak zelf quizvragen


Slide 10 - Slide

Tijdvak 6: Regenten & Vorsten
Je weet waar de afkorting VOC en WIC voor staan
Je weet waarom de VOC is opgericht
Je weet waarom de WIC is opgericht
Je weet wie Piet Hein is 
Je weet wat het begrip monopolie betekent
Je weet wat handelskapitalisme is 
Je kunt uitleggen wat de driehoekshandel is

Slide 11 - Slide

VOC
Handel drijven en veel geld verdienen. Met specerijen zoals nootmuskaat en kruidnagel kon er veel winst worden gemaakt. Maar er was een probleem. De Nederlandse handelaren werkten niet met elkaar samen. Ze dachten alleen maar aan zichzelf, dat moest afgelopen zijn vonden de Staten-Generaal. In 1602 werden alle handelsbedrijven samengebracht in één Nederlandse super onderneming: de Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC). Niemand mocht meer in zijn eentje specerijen kopen en verkopen, alleen de VOC. Die kreeg het alleenrecht of monopolie op de Nederlandse handel met Azië. Om de Nederlandse handel te versterken, mocht de VOC in Azië ook forten bouwen, kolonies stichten en zelfs oorlog voeren. Oorlogsschepen moesten de handelsschepen beschermen.

Slide 12 - Slide

Wereldeconomie
De oorlogsschepen van de VOC voeren regelmatig oorlog op zee met: Spaanse, Portugese en Engelse schepen. Die landen wilden namelijk ook hun handel in Azië uitbreiden. In de 17e eeuw werd er steeds meer handel gedreven tussen Europa en de rest van de wereld. In deze wereldeconomie speelde de VOC een hoofdrol. de VOC was het grootste handelsbedrijf ter wereld, met 20.000 mensen in dienst en een vloot van honderden schepen. 

Slide 13 - Slide

Handelskapitalisme
De kooplieden van de VOC gingen steeds meer verdienen en de winst werd steeds hoger. Het verdiende geld werd niet uitgegeven en ook niet gespaard. De kooplieden stopten de winst weer in het bedrijf, bijvoorbeeld door nieuwe en betere schepen te laten bouwen. Snel rijk worden was dus niet het enige doel van de kooplieden. Ze wilden ook de handel uitbreiden. Deze manier van zakendoen noemen we: handelskapitalisme. 

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Video

Piet Hein
De Spaanse schepen vervoerden vanuit Amerika zilver naar Spanje.

In 1628 veroverde de WIC kapitein: Piet Hein zo'n Spaanse zilvervloot.

Het zilver was 12 miljoen gulden waard. Omgerekend een half miljard euro!

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Video

WIC
Het succes van de VOC maakte de Nederlandse hebberig. Als er in azië zoveel verdiend kon worden, waarom dan ook niet in andere werelddelen? In 1621 werd daarom de West-Indische Compagnie (WIC) opgericht. Dat bedrijf regelde de handel met Afrika en Amerika. 

Slide 18 - Slide

WIC
De WIC verdiende ook geld met slechte dingen: de slavenhandel!

In Afrika ruilden de Nederlanders wapens voor slaven. De WIC vervoerde de Afrikaanse mensen op slavenschepen naar Amerika.

De slaven werden gedwongen om te werken op plantages. 

Slide 19 - Slide

Driehoekshandel
De schepen voeren met handelswaar naar Afrika, kochten daar slaven en voeren vanuit Zuid-Amerika en het Caribische gebied met goederen, meestal suiker, weer naar Nederland.

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Video

Belangrijke begrippen
Verenigde Oost-Indische Compagnie 
Monopolie
Wereldeconomie
Handelskapitalisme
West-Indische Compagnie
Driehoekshandel


Slide 22 - Slide

Tips om te leren:
1. Bekijk de filmpjes en maak aantekeningen
2. Maak zelf een samenvatting -> gebruik hierbij de begrippen
3. Maak een mindmap of woordweb
4. Maak zelf quizvragen


Slide 23 - Slide

Slide 24 - Video

Slide 25 - Video