6.3 (In de fabriek) & 6.5 (Logistiek)

In de fabriek
Hoofdstuk 6
Paragraaf 3
HAVO/VWO klas 2

1 / 23
next
Slide 1: Slide
W&TMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

In de fabriek
Hoofdstuk 6
Paragraaf 3
HAVO/VWO klas 2

Slide 1 - Slide

Leerdoelen 6.3
1. Ik kan in eigen woorden het productieproces van een frisdrank uitleggen
2. Ik kan een blokschema van een productieproces tekenen
3. Ik kan het verschil tussen handmatige-, machinale- en geautomatiseerde productie uitleggen
4. Ik kan het verschil tussen stuk- en serieproductie benoemen
5. Ik kan de productielijn van frisdrankblikjes aan de hand van de verschillende onderdelen beschrijven

Slide 2 - Slide

Een productieproces
Een productieproces beschrijft alle bewerkingen die je moet uitvoeren om een bepaald product te maken. 

Van een productieproces kun je een blokschema maken. In een blokschema kun je de stappen lezen welke er in een productieproces uitgevoerd moeten worden.

In de afbeelding hiernaast is het blokschema van het proces van frisdrank weergegeven.

Slide 3 - Slide

Industriële proces
Naast dat de frisdrank gemaakt moet worden, moet de frisdrank ook in blikjes of flessen verpakt worden

In een Industriële proces is het gehele proces van begin product tot eindproduct

Het Industriële blokschema heeft 3 fases
1. Input --> wat stop je in het proces
2. Proces- -> alles wat er gebeurt om het product te maken
3.  Output --> Het eindproduct. Hoe verlaat het product de fabriek

Slide 4 - Slide

Het filteren van het bronwater , hoort bij de stap ....
A
Input
B
Proces
C
Output

Slide 5 - Quiz

Het toevoegen van suikers in bronwater om bijvoorbeeld sprite te maken, hoort bij de stap ....
A
Input
B
Proces
C
Output

Slide 6 - Quiz

Verschillende soorten productie
  1. Handmatig proces : Een proces waarbij alles met de hand gedaan wordt
  2. Machinaal proces: Een  proces waarbij machines en apparaten hulp bieden
  3. Geautomatiseerd proces: Machines worden aangestuurd door computers. Een procesoperator bestuurd de machines via een computersysteem  

Slide 7 - Slide

De citroenpers op deze foto hoort bij het volgende proces
A
Machinaal
B
Geautomatiseerd
C
Handmatig

Slide 8 - Quiz

Verschillende soorten productiemethodes
  1. Stukproductie: product wordt één voor één gemaakt.
  2. Serieproductie: Iedereen doet een andere opdracht van het proces. De ene snijdt, de ander soldeert en de laatst plakt het etiket erop
  3. Massaproductie: Er worden in korte tijd grote hoeveelheden van het product gemaakt (soms wel duizenden per minuut).

Slide 9 - Slide

Een productielijn
Alle stappen in een productieproces noem je een productielijn.
De stappen in de productielijn zitten in een vaste volgorde. 
De productielijnen zijn aangepast aan de soort verpakking. 

Hiernaast is een productielijn voor blikjes frisdrank te zien. 

Slide 10 - Slide

Wanneer draait een fabriek goed?
  1. In de fabriek moeten alle machines goed op elkaar af zijn gestemd. Ze moeten in hetzelfde tempo werken. 
  2. De machines worden aangestuurd door een PLC's (Programmable Logic Controller). Deze apparaten hebben een programmeerbare microprocessor, waardoor hij alle processen met elkaar af kan stemmen.
  3. Bij een probleem in de productielijn wordt het proces automatisch stopgezet. Zo voorkom je problemen met het product of gevaarlijke situaties voor medewerkers

Slide 11 - Slide

De onderdelen van een productielijn
  1. Alle machines blijven op hun plaats. De blikjes leggen de hele route langs de machines af. Dit gebeurt vaak aan de hand van een lopende band (of te wel transportband)
  2. Een transportband is een riem die over twee cilinders loopt. Deze cilinders heten trommels. De trommels worden aangedreven door een motor.
  3. Het nadeel van een transportband is, dat hij snel slijt. 

  1. Grotere producten gaan over een rollenbaan. Een rollenbaan bestaat uit rails waartussen rollen van staal of kunststof zitten. Een rollenbaan slijt minder snel. Daarnaast kun je hem in allemaal vormen en lengtes laten bouwen
  2. Een horizontale of omhoog lopende rollenbaan heeft een motor als aandrijving nodig.  De overbrenging van de motor tot de baan gebeurt met een ketting, aandrijfriem of V-snaar.

Slide 12 - Slide

Wat is een nadeel van een V-snaar aandrijving?

Slide 13 - Open question

Logistiek
Hoofdstuk 6
Paragraaf 5
HAVO/VWO klas 2

Slide 14 - Slide

Leerdoelen 6.5
1. Ik kan in eigen woorden uitleggen wat logistiek betekend
2. Ik kan uitleggen wat het begrip ‘interne transport’ betekend
3. Ik kan in eigen woorden uitleggen wat distributie betekend
4. Ik kan in eigen woorden uitleggen wat informatiestromen te maken heeft met logistiek
5. Ik kan het verschil tussen grootschalige- en kleinschalige logistiek

Slide 15 - Slide

Logistiek
Het proces om producten op het juiste moment op de juiste plaats krijgen noemen we logistiek. 
Alle onderdelen moeten binnen een bedrijf op de juiste plaats worden gebracht. Dit noem je interne transport. Bij interne transport  gebruik je transportmiddelen zoals een heftruck, pallettruck, smalle- gangentruck

Bij het produceren van ingewikkelde producten (auto's) speelt logistiek een belangrijke rol. 

Slide 16 - Slide

Leg in eigen woorden uit waarom logistiek extra belangrijk is bij het produceren van auto's.

Slide 17 - Open question

Distributie
  • Het opslaan/vervoeren van goederen heet distributie. 
  • Producten die klaar zijn worden geleverd aan een groothandel. De groothandel slaat de goederen op tot ze verder worden vervoerd naar winkels. 

  • Soms worden er  meerdere goederen in de groothandel nog samengevoegd tot een eindproduct. Denk bijvoorbeeld aan de Nederlandse gebruiksaanwijzingen in Chinese zaklampjes. 

  • Door distributie ontstaat er een goederenstroom. Een goederenstroom is de route die goederen moeten afleggen om de eindbestemming te bereiken. 

Slide 18 - Slide

Leg in eigen woorden de goederenstroom van een AliExpress pakketje uit.

Slide 19 - Open question

Informatiestromen?
Goederenstromen veroorzaken ook informatiestromen. 
  1. Informatie van winkelier naar groothandel
  2. Groothandel naar magazijn
  3. Winkelier/ groothandel naar boekhouding (factuur)
  4. Magazijn naar voorraadadministratie. 
  5. Magazijn/groothandel naar transport
  6. Voorraadadministratie naar leverancier

Slide 20 - Slide

Waar moet de logistiek allemaal rekening mee houden?
Door grootschaligheid is logistiek heel belangrijk geworden. De volgende aspecten zijn belangrijk binnen de logistiek bij grootschaligheid:
  1.  Tijd is geld.
  2. Duurzaamheid (zuinig in energie en grondstoffen)


Slide 21 - Slide

Op welke manier zou volgens jou de logistiek duurzamer te werk kunnen gaan?

Slide 22 - Open question

Huiswerk
Maken
6.3 = Opdracht 3, 5 t/m 12, 14, 16 en 17
6.5 = Opdracht 2, 3, 5, 6, 8, 11 en 12. 9 is extra als je dit leuk lijkt.

Slide 23 - Slide