Uitleg Formuleren 1: Dubbelop

Uitleg Formuleren 1: Dubbelop
1 / 21
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Uitleg Formuleren 1: Dubbelop

Slide 1 - Slide

Lesdoel: ik kan onjuiste herhalingen, tautologieën, pleonasmen, contaminaties en dubele ontkenningen herkennen en verbeteren

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

Onjuiste herhaling
Als een vast voorzetsel ten onrechte twee keer wordt gebruikt, is dat een onjuiste herhaling.

Voorbeeld:
In de plannen van het kabinet om de hypoyheekrenteaftrek af te schaffen zien de meeste Nederlanders niets in.

Slide 4 - Slide

Maar dit moet het zijn:
In de plannen van het kabinet om de hypotheekrenteaftrek af te schaffen zien de meeste Nederlanders niets. 

(notatie: in ... in -> onjuiste herhaling)

Slide 5 - Slide

Tautologie
Als hetzelfde twee keer wordt gezegd met verschillende woorden van dezelfde woordsoort (synoniemen), heet dat tautologie. (tautos = hetzelfde, logos = woord)

Voorbeeld:
De kilometerheffing zal er vroeg of laat welk komen, want het aantal files in dit land groeit immers nog steeds.

Slide 6 - Slide

Maar dit moet het zijn:
De kilometerheffing zal er vroeg of laat welk komen, want het aantal files in dit land groeit nog steeds.
of
De kilometerheffing zal er vroeg of laat welk komen. Het aantal files in dit land groeit immers nog steeds.

(notatie: want... immers -> tautologie)

Slide 7 - Slide

Pleonasme
Bij een pleonasme wordt een deel van de betekenis van een woord of een woordgroep nog eens door een ander woord uitgedrukt. Dat andere woord is meestal van een ander woordsoort. 

Voorbeeld:
Voordat u de zinnen gaat opschrijven zal ik allereerst beginnen met het dictee eenmaal in zijn geheel voor te lezen.

Slide 8 - Slide

Maar dit moet het zijn:
Voordat u de zinnen gaat opschrijven zal ik allereerst  het dictee eenmaal in zijn geheel voor te lezen.
of
Voordat u de zinnen gaat opschrijven zal ik  beginnen met het dictee eenmaal in zijn geheel voor te lezen.

(notatie: allereerst beginnen -> pleonasme)

Slide 9 - Slide

Contaminatie
Als twee woorden of uitdrukkingen worden verward en ten oprechte worden vermengd, heet dat een contaminatie.

Voorbeeld:
Zouden zulke pyromanen zich eigenlijk wel beseffen welk leed ze de slachtoffers van hun daden aandoen?

Slide 10 - Slide

Maar dit moet het zijn:
Zouden zulke pyromanen zich eigenlijk wel realiseren welk leed ze de slachtoffers van hun daden aandoen?
of
Zouden zulke pyromanen wel beseffen welk leed ze de slachtoffers van hun daden aandoen?

(notatie: zich...beseffen-> contaminatie)

Slide 11 - Slide

Dubbele ontkenning
In zinnen met een werkwoord dat al een ontkennend karakter heeft (voorkómen, misbruiken, verbieden, weerhouden, nalaten) wordt soms ten onrechte een tweede ontkenning toegevoegd. 

Voorbeeld:
Hoewel hij door diverse getuigen op de plaats van het delict gesignaleerd was, ontkende de verdachte tijdens het verhoor dat hij niets met het misdrijf te maken had.

Slide 12 - Slide

Maar dit moet het zijn:
Hoewel hij door diverse getuigen op de plaats van het delict gesignaleerd was, ontkende de verdachte tijdens het verhoor dat hij iets met het misdrijf te maken had.

Slide 13 - Slide

Waarschijnlijk zullen er vandaag vooral in het zuiden van het land vermoedelijk enkele verspreide opklaringen komen.
A
onjuiste herhaling
B
tautologie
C
contaminatie
D
pleonasme

Slide 14 - Quiz

Waarschijnlijk zullen er vandaag vooral in het zuiden van het land vermoedelijk enkele verspreide opklaringen voorkomen.

Verbeter de zin.

Slide 15 - Open question

De extreem lage rente ontmoedigt veel trouwe spaarders om niet langer geld op de bank te zetten.
A
pleonasme
B
contaminatie
C
dubbele ontkenning
D
tautologie

Slide 16 - Quiz

De extreem lage rente ontmoedigt veel trouwe spaarders om niet langer geld op de bank te zetten.

Verbeter de zin.

Slide 17 - Open question

Slide 18 - Link

Slide 19 - Link

Maken...
- Formuleren paragraaf 0 opdr. 1
- Formuleren paragraaf 1
- Formuleren paragraaf 2
- Inleveren leesautobiografie 7 oktober

Slide 20 - Slide

Ik heb het lesdoel bereikt: ik kan onjuiste herhalingen, tautologieën, pleonasmen, contaminaties en dubbele ontkenningen herkennen en verbeteren.
A
Ja
B
Nee
C
Ik twijfel nog

Slide 21 - Quiz