In vuur en Vlam 3VMBO

5.1 verbranden
1 / 12
next
Slide 1: Slide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 12 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

5.1 verbranden

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Wat is een vlam eigenlijk?
Vlammen zijn brandende gassen.
Door warmte, brandstof, en zuurstof ontstaat verbranding.
Bij aardgas bijvoorbeeld.
Ook benzine!!! De vloeistof brand niet, maar het gas dat ervan af komt.
Ook  een kaars!!! Is de verdampte kaarsvet die verbrand.

Slide 3 - Slide

Soorten vlammen
  • Onvolledige verbranding (gele vlam door 
       gloeiende roetdeeltjes)
       Er ontstaat roet en koolstofmono-oxide 
       door te weinig zuurstof.

  • Volledige verbranding (blauwe vlam)
       Geen rook, meer dan genoeg zuurstof.
       Er ontstaat koolstofdioxide en water.

Slide 4 - Slide

Hoeveel energie levert een brandstof?
Elke stof heeft een verbrandingswarmte.
  • Verbrandingswarmte is een soort energie
  • Is de hoeveelheid warmte-energie die vrijkomt bij het verbranden van  1 gram of 1             van een bepaalde brandstof. 
  • Ennheid van verbrandgingswarmte is Joule per kubieke centimeter (J/            )
  • Hoe hoger de verbrandingswarmte, hoe meer energie het geeft.
cm3
cm3

Slide 5 - Slide

Branddriehoek
  • Ontbrandingstemperatuur: de temperatuur waarbij een brandstof in brand vliegt.

  • als je van de 3 brandvoorwaarden er 1 weghaalt doof je de brand.

Slide 6 - Slide

Even stukje herhaling van vorig jaar:

Omrekenen van Kelvin naar 
en 
van          naar Kelvin 

Weet je het nog?
°C
°C

Slide 7 - Slide

Omrekenen
0 K = = - 273 
0          = 273 K

temperatuur in         + 273 = temperatuur in Kelvin

temperatuur in Kelvin - 273 =
temperatuur in 
°C
°C
°C
°C

Slide 8 - Slide

Wanneer gaat het het snelst?
Als alle deeltjes van de brandstof tegelijk verbranden, er is dan precies genoeg zuurstof.

                            Explosie!

Slide 9 - Slide

Wanneer gaat verbranding langzaam?
Langzame verbrandingen zijn bv roesten van ijzer 

  • hier komt geen vuur bij kijken
  • maar er is wel zuurstof voor nodig. 

Dit noemen we OXIDEREN.

Slide 10 - Slide

Maak de opdrachten van par. 5.1


Slide 11 - Slide

Je weet nu:
  • dat verbranden een chemische reactie is en wat daar voor nodig is.
  • het verschil tussen een volledige en een onvolledige verbranding.
  • het verschil tussen warmte en temperatuur.
  • omrekenen van Kelvin naar en andersom.
  • wat de verbrandingswarmte van een stof is en hoe je daar mee kunt rekenen.
  • wanneer een verbranding snel en wanneer langzaan gaat.

Slide 12 - Slide