Mijn proefles

CW-1 Psychologie 2.4 
1 / 25
next
Slide 1: Slide
psychologieHBOStudiejaar 2

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

CW-1 Psychologie 2.4 

Slide 1 - Slide

Taken pedagoog

Slide 2 - Mind map

Buiten de "bevoegdheid" van een pedagoog

Slide 3 - Mind map

Casus 1, Janneke
Janneke komt bij de psycholoog. Janneke is al eerder in behandeling gekomen bij dezelfde psycholoog en toen heeft ze de diagnose ASS gekregen. Momenteel heeft Janneke last van vermoeidheidsklachten, kan zich moeilijk concentreren en ze ziet het leven negatief in. Er zijn testen, observaties en vragenlijsten afgenomen bij Janneke.
Vervolgens heeft de psycholoog in een overleg met collega’s bekeken wat er aan de hand was. Er werd gedacht aan een burn-out of depressie. Uiteindelijk stelt de psycholoog vast dat er sprake is van een depressie bij Janneke.

Slide 4 - Slide

Waar is sprake van comorbiditeit? Verklaar je antwoord...

Slide 5 - Open question

Bij welke stoornissen zie je de differentiaal diagnose?
A
ASS en burnout
B
ASS en depressie
C
burnout en depressie
D
ASS, burnout en depressie

Slide 6 - Quiz

Competentiemodel (Slot & Spanjaard, 1996) 

Slide 7 - Slide

Competentiemodel (Slot & Spanjaard, 1996) 
  • Een persoon is competent als hij/zij over voldoende vaardigheden beschikt om de ontwikkelingstaken die aan de orde zijn, op een adequate manier uit te voeren.
  • Richt zich op het versterken van krachten (vaardigheden) in plaats van het afleren van zwakten.


Slide 8 - Slide

Casus 2, Mies
Mies (11) zit in groep 8. Ze wordt gepest door haar leeftijdsgenoten. Haar leeftijdsgenoten zeggen tegen haar ‘viespeuk’ en ‘dikzak!’ Als anderen haar uitschelden rent ze weg en gaat dan in een hoekje huilen. Als de zus van 16 tegen Mies scheldt, dan scheldt Mies terug, maar op school is zij terughoudend.

Slide 9 - Slide

Welke ontwikkeltaken betreft deze casus? Geef vb uit de casus.

Slide 10 - Open question

Hoe kan Mies worden geholpen als we werken vanuit het sociale competentiemodel?

Slide 11 - Open question

Casus 3, Marjet
Jij loopt stage bij gezinsbegeleiding Sonnevelt. Het valt je op dat Marjet (18 jaar) ander gedrag vertoont dan mensen van haar leeftijd. Marjet lijkt moeilijk oogcontact te maken, raakt snel overprikkeld en ze vindt het moeilijk om sociale contacten aan te gaan. Een voorbeeld: Als Marjet jou ziet vraagt ze jou bijv. ‘Hoe gaat het?’ Als jij dan geen antwoord geeft of aangeeft ‘niet zo best’, dan reageert zij daarop met óke’ en ze gaat verder. 

De moeder van Marjet maakt zich zorgen over haar. Ze weet dat Marjet bij de psycholoog is geweest en dat er een diagnose bij haar is vastgesteld, maar ze weet niet wat het is. Wel weet ze dat Marjet laatst de diagnose anorexia heeft gekregen.

Slide 12 - Slide

Van welke classificatie zou hier sprake kunnen zijn?

A
ASS
B
Sociale angst
C
Extreme verlegenheid
D
Depressie

Slide 13 - Quiz

Licht toe of er in deze casus sprake is van differentiaal diagnose en/ of comorbiditeit.

Slide 14 - Open question

Benoem uit deze casus wat aansluit op welk domein:
Biologie
Sociale Psychologie
Culturele Antropologie
Ontwikkelingspsychologie
Psychopathologie
Orthopedagogiek

Slide 15 - Slide

1. De ontwikkelingspsychologie houdt zich vooral bezig met stoornissen

A
Juist
B
onjuist

Slide 16 - Quiz

2. Gemiddeld genomen is er eerst sprake van diagnostiek, voordat er over gegaan kan worden tot classificatie.

A
Juist
B
Onjuist

Slide 17 - Quiz

3. Een differentiaal diagnose laat zien met welke andere stoornissen een specifieke stoornis vaak optreedt.

A
Juist
B
Onjuist

Slide 18 - Quiz


4. DSM-5 geeft beschrijvingen van gedrag waaraan je een stoornis kunt herkennen en geen oorzaken.

A
Juist
B
Onjuist

Slide 19 - Quiz

5. Wat gezien wordt als stoornis, kan per cultuur verschillen.
A
Juist
B
onjuist

Slide 20 - Quiz


6. Bij een stoornis ga je eerst uit van nature en daarna kijk je pas naar nurture.

A
Juist
B
Onjuist

Slide 21 - Quiz


7. Bij het classificeren van stoornissen is de DSM-5 minder 'flexibel' dan de CBCL.

A
Juist
B
Onjuist

Slide 22 - Quiz

8. Als je vraagt of een kind nog naar
school gaat om te bepalen hoe groot het lijden is, dan ben je aan het diagnosticeren.

A
Juist
B
Onjuist

Slide 23 - Quiz

9. Een test die kijkt hoeveel woorden je je kunt herinneren, nadat je ze eenmaal gehoord hebt, is een functietest.

A
Juist
B
Onjuist

Slide 24 - Quiz

Einde CW-1
Vragen?

Slide 25 - Slide