3.4 Voortgezette assimilatie

voortgezette assimilatie
vanuit gevormde glucose worden andere, grotere organische moleculen gemaakt
gebeurt in alle organismen
1 / 37
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

This lesson contains 37 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

voortgezette assimilatie
vanuit gevormde glucose worden andere, grotere organische moleculen gemaakt
gebeurt in alle organismen

Slide 1 - Slide

Lesdoelen
  • Je kunt de bouw en structuur van koolhydraten, eiwitten en vetten beschrijven. 
  • Je kent verschillende belangrijke koolhydraten, eiwitten en vetten in het lichaam. 

Slide 2 - Slide

Assimilatie koolhydraten

Slide 3 - Slide

Glucose 
- Monosacharide die ontstaat na fotosynthese

Slide 4 - Slide

Koolhydraten
  • Monosachariden omzetten naar disachariden en deze weer omzetten naar polysachariden dmv  polymerisatie.
  • Zetmeel (amylose) in planten planten, cellulose in celwanden planten, glycogeen in lever en spieren dieren

Slide 5 - Slide

Bouw aminozuren:
- C-atoom en H-atoom
- Aminogroep (-NH2)
- Carboxylgroep (-COOH)
- Restgroep (R)


  • Er bestaan 20 aminozuren
  • Eiwitten zijn polymeren van aminozuren

Assimilatie eiwitten 

Slide 6 - Slide

twee aminozuren koppelen

Slide 7 - Slide

Bekijk BiNaS 67F en H - Welke twee elementen komen wel voor in eiwitten maar niet in koolhydraten?
A
waterstof en zwavel
B
koolstof en stikstof
C
waterstof en koolstof
D
stikstof en zwavel

Slide 8 - Quiz

In welke vorm haalde de planten stikstof ook alweer uit de grond?
A
Nitraat
B
Fosfaat
C
Koolstofdioxine
D
Ammoniak

Slide 9 - Quiz

Eiwitopbouw bij planten
  • Planten kunnen uit glucose en nitraat eiwit maken
  • Soms ook sulfaat nodig (cysteïne, methionine) 
  • nitraat en sulfaat via wortels opgenomen
Binas 93G 

Slide 10 - Slide

Eiwitopbouw bij dieren
  • Dieren kunnen uit glucose geen eiwitten maken 
  • Kunnen wel eiwitten binnenkrijgen via voedsel, waarbij ze de aminozuren afbreken en weer opbouwen
  • Sommige kunnen dan nog niet gemaakt worden -->  Deze moeten zelf in je voeding zitten: essentiële aminozuren. 

Slide 11 - Slide

Verdere
structuur eiwitten

Slide 12 - Slide

Wat is geen eiwit?
A
Receptor
B
Cellulose
C
Testosteron
D
Amylase

Slide 13 - Quiz

Hoeveel verschillende aminozuren kennen we?
A
20
B
48
C
64
D
126

Slide 14 - Quiz

Aan de slag!
  • Lees paragraaf 3.4: Voortgezette assimilatie t/m blz 34
  • Paragraaf 3.4: maken 36, 37, 38, 40, 41, 42
  • Bekijk BiNaS 67F, H

Slide 15 - Slide

Assimilatie vetten 
vetten worden ook wel lipiden genoemd

Meestal opgebouwd uit:
  • glycerolmolecuul
  • 3 vetzuurmoleculen (triglyceride)


Slide 16 - Slide

vorming vetten
+ 3 H2O

Slide 17 - Slide

Verzadiging vetten
  • verzadigde vetten: heeft het maximale aantal waterstofatomen. Het vetzuur heeft een rechte vorm.

  • (meervoudig) onverzadigde vetten: heeft niet het maximale aantal waterstofatomen --> bevat één of meerdere dubbele bindingen tussen C-atomen. Heeft vetzuur heeft geen rechte vorm. 

Slide 18 - Slide

vetten - fosfolipiden
  • bestanddeel van celmembranen
  • één verzuur is vervangen door een fosfaatgroep
  • vetstaarten hydrofoob


Slide 19 - Slide

vetten
- fosfolipiden

Slide 20 - Slide

Kennen jullie alle stoffen nog?

Slide 21 - Slide


A
koolhydraat
B
vet
C
eiwit

Slide 22 - Quiz


A
koolhydraat
B
vet
C
eiwit

Slide 23 - Quiz

Welke stof is dit?
A
Glucose
B
Vet
C
Eiwit
D
Zetmeel

Slide 24 - Quiz

Wat is een enzym?
A
eiwit
B
koolhydraat
C
vet
D
mineraal

Slide 25 - Quiz

Aan de slag!
  • Lees paragraaf 3.4: Voortgezette assimilatie 
  • Paragraaf 3.4: maken 36, 37, 38, 40, 41, 42, 43, 44
  • Bekijk BiNaS 67F, G, H

Slide 26 - Slide

Dissimilatie

Slide 27 - Slide

Lesdoelen
  • Je kunt de aerobe dissimilatie van glucose beschrijven 
  • Je kunt de anaerobe dissimilatie van glucose beschrijven
  • Je kunt de dissimilatie van eiwitten en vetten beschrijven

Slide 28 - Slide

Leg uit wat dissimilatie is.

Slide 29 - Open question

Slide 30 - Slide

Dissimilatie 

Slide 31 - Slide

Aerobe Dissimilatie

Slide 32 - Slide

Aerobe dissimilatie glucose in de mens
C6H12O6+6O26CO2+6H2O+38ATP
glucose+zuurstofkoolstofdioxide+water+38ATP

Slide 33 - Slide

Wat valt jullie op aan de reactievergelijking van glucose?

Slide 34 - Open question

Slide 35 - Slide

Aerobe dissimilatie van glucose bestaat uit 4 processen:
  1. Glycolyse: glucose wordt 2 pyrodruivezuur, kost 2 ATP 
  2. vorming acetyl-coA + citroenzuur + NADH uit pyrodruivezuur + coA + NAD+ 
  3. citroenzuurcyclus: citroenzuur + 6NAD+ + FAD A + ADP wordt afgebroken tot CO2 + 6NADH+ FADH2 + ATP
    gebeurt 2 keer per glucosemolecuul 
  4. oxidatieve fosforylering: per NADH 3 ATP gevormd, per FADH2 2 ATP gevormd

Slide 36 - Slide

Aan de slag!
  • Lees paragraaf 3.4: Voortgezette assimilatie 
  • Paragraaf 3.4: maken 36, 37, 38, 40, 41, 42, 43, 44
  • Bekijk BiNaS 67F, G, H

Slide 37 - Slide