Basiszorg Les 2.6 Lichamelijk welbevinden

Lichamelijk welbevinden
Persoonlijke Verzorging
Thema 2
Hoofdstuk 8
8.1 Inleiding
8.2 Gezondheid en niet-ernstige gezondheidsproblemen
8.3 Lichaamsgewicht
1 / 40
next
Slide 1: Slide
Pers. VerzorgingMBOStudiejaar 1

This lesson contains 40 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Lichamelijk welbevinden
Persoonlijke Verzorging
Thema 2
Hoofdstuk 8
8.1 Inleiding
8.2 Gezondheid en niet-ernstige gezondheidsproblemen
8.3 Lichaamsgewicht

Slide 1 - Slide

Wat is volgens jou Gezondheid?

Slide 2 - Open question

Gezondheid en welzijn
Volgens  de WHO (World Health Organisation) is gezondheid Een toestand van totaal lichamelijk, geestelijk en sociaal welbevinden.

Dit is statisch begrip.  Als je aan al die voorwaarden voldoet, ben je gezond.

Slide 3 - Slide

Gezondheid en welzijn
Gezondheid is dynamisch!

Vlgs. Machteld Huber is gezondheid
Het vermogen van mensen om zich aan te passen en eigen regie te voeren in het licht van fysieke, emotionele en sociale uitdagingen.

Slide 4 - Slide

Positieve gezondheid

Slide 5 - Slide

Welbevinden
Welzijn is een bepaalde mate van Welbevinden.

Gezondheid is gebaseerd op feiten en beleving.
Ook wel objectieve en subjectieve symptomen genoemd.

Als beroepskracht MZ / VB ben je getraind in het observeren van het welbevinden van cliënten.

Slide 6 - Slide


Objectieve symptomen

feiten
meetbaar
zichtbaar
waarneembaar


Subjectieve symptomen

beleving
(ge)voelbaar
niet meetbaar
Niet zichtbaar

Slide 7 - Slide

Niet-ernstige gezondheidsproblemen
ADZ - Algemene dagelijkse ziekten
zijn tijdelijk van aard, zoals
hoofdpijn - buikpijn - misselijkheid - keelpijn en keelontsteking - griep en verkoudheid - bronchitis - diarree - obstipatie - blaasontsteking - rugpijn - oorpijn - oogontsteking



Slide 8 - Slide

Pijn
Pijn is onaangenaam, de beleving van pijn is persoonlijk.

Een goed gesprek kan soms beter helpen dan een pijnstiller.

Pijnklachten kunnen symptomen van een ernstiger aandoening zijn

Slide 9 - Slide

Signalen (objectieve) voor mogelijk ernstige aandoening
  • pijn, weefselbeschadiging
  • aanhoudende koorts of hoge koorts (40 graden C)
  • sufheid, apathisch niet reagerend.
  • extreem bleek of grauw zien
  • extreme of aanhoudende vermoeidheid
  • vreemd gedrag, rusteloos, bewegingsdrang

Slide 10 - Slide

Voorbereid zijn;
Je weet;
- welke protocollen er zijn,
- de tel. nr van arts of hulpdiensten snel te vinden,
- wanneer de familieleden van cliënt moet informeren.
- cliënt dossier inzien en gebruiken voor overleg
- wanneer overleg met arts nodig is.
- wanneer cliënt simuleert

Slide 11 - Slide

9 tips voor je gezondheid

Slide 12 - Slide

Ziekteklachten die voor een ander waarneembaar zijn, noem je ............
symptomen.
A
Objectieve symptomen
B
Subjectieve symptomen

Slide 13 - Quiz

Is de klacht subjectief of objectief? Kies het juiste antwoord.
Moeheid
A
Objectief
B
Subjectief

Slide 14 - Quiz

Is de klacht subjectief of objectief? Kies het juiste antwoord.
Braken
A
Objectief
B
Subjectief

Slide 15 - Quiz

Is de klacht subjectief of objectief? Kies het juiste antwoord.
Pijn
A
Objectief
B
Subjectief

Slide 16 - Quiz

Is de klacht subjectief of objectief? Kies het juiste antwoord.
Opgezette klieren
A
Objectief
B
Subjectief

Slide 17 - Quiz

Pijn heeft altijd een lichamelijke oorzaak
A
Juist
B
Onjuist

Slide 18 - Quiz

Lichaamsgewicht
Je lichaamsgewicht heeft invloed op je gezondheid. Het BMI is een internationaal gebruikte meetmethode, die laat zien of je een gezond gewicht hebt t.o.v. je lengte.
De BMI is minder geschikt voor; heel gespierde mensen, zwangeren of wanneer je van Aziatische afkomst bent.
                                                           Gewicht (kg)
BMI = (Body Mass Index) =                                    
                                                              lengte2 (m)          

                                 



Lichaamsgewicht wordt gewogen in kilo's
 


Slide 19 - Slide

BMI Volwassenen

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Body Mass Index
BMI - richtlijn voor gezond gewicht, samen met tailleomvang



Slide 22 - Slide

Overgewicht en obesitas
Nadelen te hoog lichaamsgewicht
- meer kans op hart- en vaatziekten, 
- diabetes type 2,
- te hoge bloeddruk,
- overbelasting van je lichaam,  
- gewrichtsaandoeningen

Slide 23 - Slide

Ondergewicht
Nadelen te laag lichaamsgewicht
- weinig weerstand, (sneller ziek)
- stoornissen (uitblijven menstruatie)
- verhoogde kans op (orgaan) ziektes (ondervoeding)
- botontkalking


Slide 24 - Slide

Wat is een eetstoornis

Slide 25 - Open question

Eetstoornissen
Een eetstoornis is geen eetprobleem.
  • Anorexia Nervosa, komt veelal voor bij jongens en meisjes in de puberteit
  • Boulimia Nervosa, drang tot eten niet onder controle, eetbuien wisselen zich af met drang tot afvallen 
  • Orthorexia Nervosa, extreem gezond eten, b.v. alleen rauw voedsel

Slide 26 - Slide

Eetstoornissen
  • Binge Eating Disorder, continue kunnen eten, onverzadigbaar, vaak genetisch, minderwaardigheidscomplex.
  • Pica, het eten van oneetbare voorwerpen, glas, krijt, steen, (vaak bij een verstandelijke beperking).
  • Rumineren, het eten komt vanuit de maag terug in de mond, (vaak bij (meervoudige) beperking)

Slide 27 - Slide

Lichaamsgewicht wegen
regelmatig wegen van cliënten omdat er;
- een dieet gevolgd wordt, controle op gewichts-verlies of - toename
- Hart- of nierafwijkingen, ---> vocht vasthouden, controle op gewichtstoename
- Plastabletten, ---- controle op gewichtsafname

Slide 28 - Slide

Aandachtspunten bij het wegen.
  • gebruik steeds dezelfde weegschaal
  • weeg steeds op hetzelfde uur van de dag.
  • de cliënt draagt steeds dezelfde soort kleding 
  • de weegschaal staat op een gladde horizontale onderlaag.

Rapporteer de gegevens zoals is afgesproken.

Slide 29 - Slide

Wanneer je gewicht in verhouding tot je lengte te hoog is heb je?
A
overgewicht
B
ondergewicht

Slide 30 - Quiz

Welke beweringen is waar?
A
Bij ondergewicht wordt niet snel ziek
B
Ondervoeding wordt veroorzaakt door overgewicht
C
Obesitas veroorzaakt gezondheidsproblemen

Slide 31 - Quiz

Welke bewering is niet waar.
A
Bij een BMI van 24 heb je een gezond gewicht
B
Bij een BMI van 30 ben je morbide obese
C
De BMI en tailleomvang bepalen samen een gezond gewicht
D
Bij een BMI van 18 heb je ondergewicht

Slide 32 - Quiz

Een gezond gewicht kun je berekenen met je gewicht, lengte, tailleomvang en een vetmeting
A
Juist
B
Onjuist

Slide 33 - Quiz

Welzijn is de mate van welbevinden.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 34 - Quiz

De beleving die iemand heeft van zijn gezondheid, is objectief.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 35 - Quiz

Een te hoog of te laag lichaamsgewicht kan ziekte veroorzaken.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 36 - Quiz

Een te hoog of te laag lichaamsgewicht kan het gevolg zijn van een ziekte.
A
juist
B
Onjuist

Slide 37 - Quiz

Een ander woord voor overgewicht is obesitas.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 38 - Quiz

Ondervoeding komt zelden voor in Nederland.
A
juist
B
Onjuist

Slide 39 - Quiz

Tot slot
Huiswerk
Boek Persoonlijke verzorging
Thema 2
Hoofdstuk 8 Lichamelijk welbevinden
Vraag 1 - 2g

Slide 40 - Slide