G6BE - 2025-09-30 & 2025-10-03

Bedrijfseconomie G6
En weer door!


1 / 39
next
Slide 1: Slide
BedrijfseconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 39 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Bedrijfseconomie G6
En weer door!


Slide 1 - Slide

            Voorspelbaar gedrag?
De les is begonnen, als ik ben begonnen (er staat wat op het (digi)bord geprojecteerd/geschreven).  
Te laat? Haal een groene kaart,  niet mopperen, hoort bij onze maatschappij.

Iedereen heeft eigen device, dat werkt en opgeladen is. Vaker dit niet voor elkaar 
(volgens mijn grillen ;-)) -> uit de les, verwijderd/boeken vergeten melding.
Device is keiharde noodzaak! Verder hou ik van technologie en ben ik een beetje hypocriet. Want hoewel ik mijn mobiel soms zal gebruiken wil ik die van jullie niet zien. Behalve als ik er expliciet naar vraag. Kan je er niet vanaf blijven? Dan mag het in de telefoontas. Ik wil ook niet waarschuwen, mobiel zien = inleveren en oranje kaart halen, zonder mopperen. Dat kan best oncomfortabel voor je zijn, dus hou dit zelf in de gaten. Thuis of in de kluis.

Geen eten/drinken (alleen flesje water is ok, geen kauwgum, blikjes cola, zakken chips, broodjes gezond...etc 
eten/drinken doe je in de pauze.).

Elke regel, in het kader van Wim's wil is wet in het klaslokaal, die je met goede reden wil breken, bespreek je VOORAF.
Verder ben ik best redelijk.... vind ik zelf ;-)  

Slide 2 - Slide

Leerdoelen


Spoorboekje

  • Introductie
  • Voorspelbaargedrag
  • Vragen over Het Resultaat 4e druk H1 Opbrengsten & Het Resultaat 4e druk H2 Kosten ?Het Resultaat 4e druk H3 De weergave van het resultaat ?
  • Het Resultaat 4e druk H4 Break-evenanalyse
  • PTA
  • Huiswerk

  • Leerdoelen check



Slide 3 - Slide

Definitie en belang van break-evenanalyse
Break-evenafzet: Het aantal eenheden dat verkocht moet worden zodat het resultaat van de onderneming precies nul is. 

Break-evenomzet: De omzet waarbij de totale opbrengsten (TO) gelijk zijn aan de totale kosten (TK).

Slide 4 - Slide

Berekening van break-evenafzet en -omzet
Constante kosten: Kosten die niet afhankelijk zijn van de afzet. 

Variabele kosten: Kosten die afhankelijk zijn van de afzet en (proportioneel) veranderen met de afzet.

Slide 5 - Slide

Onderscheid tussen constante en variabele kosten
Totale kosten (TK): 
De som van de totale constante kosten (TCK) 
(Kosten zijn kosten die binnen bepaalde grenzen niet veranderen bij een toe- of afname van het aantal producten of diensten die verkocht of geproduceerd worden.)

en

totale variabele kosten (TVK). 
(Kosten die toe- of afnemen bij een verandering in de productie- of verkoopomvang zoals grondstofkosten of verpakkingskosten.)

Slide 6 - Slide

Wat heeft de song tekst met bedrijfseconomie te maken?

Slide 7 - Mind map

Slide 8 - Slide

2025-09-30 opgaven maken
timer
15:00

Slide 9 - Slide

TK = TCK + TVK

Slide 10 - Slide

2025-10-03 
BEA & BEO

Slide 11 - Slide

wat is het verschil tussen variabele kosten en constante kosten
A
constante kosten zijn afhankelijk van het aantal producten dat wordt gemaakt
B
Variabele kosten zijn afhankelijk van het aantal producten dat wordt gemaakt

Slide 12 - Quiz

Bereken de constante kosten (variabele kosten per product = EUR 30
A
85.000
B
310.000
C
225.000
D
280.000

Slide 13 - Quiz

Break-evenanalyse
Break-evenafzet (BEA): de afzet waarbij geen winst of verlies wordt gemaakt, oftewel:  de winst = €0,-
Break-evenomzet (BEO) = Breakeven afzet x verkoopprijs

Dekkingsbijdrage (per product) = Verkoopprijs - Variabele kosten
Deze dekkingsbijdrage (DB) moet de totale constante kosten dekken.

Voorbeeld: verkoopprijs is €15, variabele kosten is €6, constante kosten zijn €120.000. 
Wat is de breakeven afzet?
DB per stuk = €15 - €6 = €9  Deze moet de CK dekken: €120.000 / €9,- = 13.333,3 -> 13.334 stuks

Slide 14 - Slide

Oplossingsmethodes break-evenanalyse
  1. Dekkingsbijdrage =  Verkoopprijs (p) - Variabele kosten (v) Deze dekkingsbijdrage (DB) moet de totale constante kosten (C) dekken.
  2. Totale omzet = Totale kosten (TO=TK)
  3. Een formule die voortkomt uit de voorgaande twee:
            - Break-evenafzet = Constante kosten / (verkoopprijs per product                 variabele kosten per product)
            - BEA = C/ (p – v)
BEA*Q=BEO (Break even omzet)

Slide 15 - Slide

2025-10-03 opgaven maken
BEA
Linkje


bespreken: 2,3 en 7

timer
20:00

Slide 16 - Slide

2025-10-03 opgaven maken
BEO
Linkje


bespreken: 2,4 en 5

timer
20:00

Slide 17 - Slide

EBITDA staat voor
A
Eerlijk Belasting In Tax Defect Apriori
B
Earnings Before Interest Taxes Depreciation Amortization
C
Effects Before Interest Taxgains Depreciation Amortization
D
Early Beforecast Interest Taxes Depreciation Amortization

Slide 18 - Quiz

Hoe kom je tot het break-even resultaat?

Slide 19 - Mind map

Hoe bepaal je als Take-Two Interactive Software (TTWO) de verkoopprijs van GTA VI ?

Slide 20 - Mind map

 Verkoopprijs
   kostprijs 
+ winstopslag                  let op: percentage van de kostprijs of verkoopprijs?
= verkoopprijs
+ btw                  
= consumentenprijs

Slide 21 - Slide

Ik verwacht voor een PS5 diskversie van GTA VI een bedrag van
50 - 55
55 - 60
60 - 65
Hoger dan 65
Lager dan 50

Slide 22 - Poll

Kostprijsberekening
Voorcalculatie                 nacalculatie                      verschillenanalyse

Slide 23 - Slide

Formule standaardkostprijs
Normale productie: gemiddelde productie per periode over langere termijn.
Begrote productie: verwachte productie komende periode

Slide 24 - Slide

Bezettingsresultaat in grafiek

Slide 25 - Slide

Begroot vs. werkelijk
Begroot: In een normale periode maak je 15.000 T-shirts. Voor de komende periode verwacht je 10.000 T-shirts te maken. Hiervoor heb je nodig; 5.000 kilo katoen, inkoop € 5 per kilo en 400 uur arbeid, kosten € 15 per uur. 

Werkelijk: je hebt in de afgelopen periode 12.000 T-shirts gemaakt. Hiervoor heb je verbruikt; 5.800 kilo katoen, ingekocht voor € 29.580 en 500 uur arbeid, kosten € 14 per uur. 
MAKEN: linkje
timer
15:00

Slide 26 - Slide

Direct costing 
= variabele kostencalculatie
alléén de variabele kosten worden in de kostprijs meegenomen

Slide 27 - Slide

Interne verslaggeving 

Slide 28 - Slide

Dat is andere koffie?

Slide 29 - Slide

Uitgaven vs kosten

Slide 30 - Slide

Werken in LearnBeat
H1 Opbrengsten & H2 Kosten


timer
20:00

Slide 31 - Slide

H1-Opbrengsten ->H2 Kosten ->H3 Resultaat
In hoofdstuk 1 hebben we gekeken naar de opbrengsten 
In hoofdstuk 2 naar de kostensoorten van een onderneming. 

Het resultaat is het verschil tussen de opbrengsten en kosten
Als dit verschil positief is, dan wordt er winst gemaakt. Bij een negatief verschil is er verlies

Dit klinkt heel eenvoudig, maar er zijn verschillende manieren om het resultaat van een onderneming weer te geven op een winst- en verliesrekening. Zo kan er onderscheid gemaakt worden tussen het bedrijfsresultaat, het financieringsresultaat en het incidenteel resultaat. Er zijn ook ondernemingen die werken met de afkortingen EBIT en EBITDA.

Slide 32 - Slide

EBIT DA 
Earnings                                      
Before                                                                
Interest                                            
Taxes                     +                          
Depreciation                                   
Amortization                                    
EBITDA: winst vóór aftrek van: rente, belasting, afschrijving en afwaardering/afschrijving van immateriële vaste activa.  

EBITDA = EBIT + afschrijving en amortization
Amortisation = afschrijvingen op immateriële activa, bijvoorbeeld goodwill.

Slide 33 - Slide

EBIT(DA) 
EBIT en EBIT (DA) laten zien hoeveel winst de onderneming heeft gemaakt, voordat er belasting en financieringskosten worden verrekend

Op basis van EBIT kun je een bedrijf makkelijker vergelijken wat betreft behaalde resultaten

Slide 34 - Slide

Opgaven maken
H3 B4

(Amortisatie -> afschrijving
over immateriële activa)

Slide 35 - Slide

Opgaven maken
H3 B4

(Amortisatie -> afschrijving
over immateriële activa)

Slide 36 - Slide

2025-09-26 hier verder
Heineken doet overname voor 11,6x de ebitda

Slide 37 - Slide

'Heineken artikel FD' gelezen?
Maak een resultatenrekening
van Heineken in duo's.

Je mag (moet?) internet
gebruiken voor data
Straks presenteren
20 minuten de tijd om te maken
timer
20:00

Slide 38 - Slide

Leerdoelen: check?
(Huiswerk?)

Na vandaag, weet je:
Wat een rechtsvorm is en kun je
- het verschil uitleggen tussen natuurlijke personen en rechtspersonen.

- kenmerken, voor- en nadelen beschrijven van de eenmanszaak, vof, bv, nv, vereniging en stichting.

- verschillende rechtsvormen vergelijken op aansprakelijkheid, zeggenschap en oprichtingseisen.

- in een context de juiste rechtsvorm kiezen en onderbouwen.


Slide 39 - Slide