Hoofdstuk 2.3 Sociale institutie

Hoofdstuk 2.3
Sociale institutie
1 / 12
next
Slide 1: Slide
MaatschappijwetenschappenMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Hoofdstuk 2.3
Sociale institutie

Slide 1 - Slide

Op welke manier kan het vieren van Oud en Nieuw bijdragen aan de sociale cohesie in Nederland? Gebruik de DTC-methode!

Slide 2 - Open question

In hoeverre moet dit kunnen?
010

Slide 3 - Poll

Je teennagels knippen in de aula, mag dat?
010

Slide 4 - Poll

Wat zou er gebeuren als jij vanaf morgen besluit altijd links op de weg te fietsen/rijden?

Slide 5 - Mind map

Regels, regels, regels
We zijn ons vaak niet bewust van de enorme hoeveelheid regels in een samenleving. Dat komt omdat je over veel regels niet bewust nadenkt.

Vaak beschouwen we veel dingen als normaal, zoals dat je trouw bent aan elkaar in een relatie. 

Slide 6 - Slide

Regels, regels, regels.
Al deze geschreven en ongeschreven regels bepalen voor een groot deel hoe wij ons gedragen. Dit maakt het gedrag van mensen voorspelbaar. 

Als iemand zich niet aan deze regels houdt, kan er een botsing ontstaan tussen mensen. 

Slide 7 - Slide

Sociale institutie
Sociale institutie = een complex van min of meer geformaliseerde regels die het gedrag van mensen en hun onderlinge relaties reguleren.

Daarmee is het onderdeel van een cultuur en het wordt overgedragen door socialisatie. Ze kunnen ook niet zomaar veranderen (dit heeft lang de tijd nodig). 

Slide 8 - Slide

Wat zeggen
beide afbeeldingen over
de sociale institutie Kerstmis?

Slide 9 - Open question

Een voorbeeld van een sociale institutie is religie. Wat is het effect van bijv. religie op de sociale cohesie in een samenleving?

Slide 10 - Mind map

Sociale institutie
Vijf kenmerken:
  1. Eén enkel persoon kan een institutie niet afschaffen.
  2. Ze hebben vaak een lange traditie.
  3. Ze zijn enerzijds vrij stabiel, maar anderzijds ook veranderlijk door de tijd heen. Als de omstandigheden in een samenleving veranderen, veranderen ook haar instituties.
  4. Niet alleen gebaseerd op dwingende of wettelijke macht, maar vaak op moreel gezag.
  5. Ze zijn dwingend: door instituties wordt gedrag gesanctioneerd via een beloning of straf

Slide 11 - Slide

Aan de slag
Maak opdracht 2, 4 en 6 van paragraaf 2.3.

Slide 12 - Slide