3 kader hf 4 oefenen

Hf 4
After School
What will you do after school?

1 / 31
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Hf 4
After School
What will you do after school?

Slide 1 - Slide

Study + Use Slim Stampen
Words: p. 73+ 74
Stones: p.66+ 70
Grammar: P.67 Word Order
Grammar: P. 71 Present Simple/Present Continuous
Grammar P. 71 Bezittelijke Voornaamwoorden

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

Slide 4 - Video

Slide 5 - Video

Look! They .............(leave) the house.
A
present simple
B
present continuous

Slide 6 - Quiz

Bezittelijke voornaamwoorden geven aan..
A
voor wie iets is
B
over wie iets gaat
C
van wie iets is

Slide 7 - Quiz

no articles
  • parts of the body are usually preceded by a possessive pronoun when they are talked about in the context of their relation to a specific body or bodies.

     Do not touch my arm while I am driving

  • the word own must be preceded by a possessive pronoun and never by an article

     Do your own work, please

      

Slide 8 - Slide

Check
A
kijken
B
controleren
C
toevoegen
D
controle

Slide 9 - Quiz

confident
A
onzeker
B
zelfverzekerd
C
controlerend
D
vol zelfvertrouwen

Slide 10 - Quiz

passionate about
A
gepassioneerd over
B
over passies
C
passief zijn
D
over passief zijn

Slide 11 - Quiz

Stack Shelves
A
zakken vullen
B
een plank ophangen
C
vakken vullen
D
planken opbergen

Slide 12 - Quiz

job interview
A
solliciteren
B
sollicitatiegesprek
C
iemand ondervragen
D
iemand een baan geven

Slide 13 - Quiz

Attend
A
bijwonen
B
meegaan
C
attenderen op
D
altijd kamperen

Slide 14 - Quiz

Encourage
A
de moed verzamelen
B
moedig zijn
C
aanmoedigen
D
aan komen lopen

Slide 15 - Quiz

absoluut
A
definitely
B
defanately
C
deffinately
D
absolutely

Slide 16 - Quiz

of
A
weather
B
weethet
C
weether
D
whether

Slide 17 - Quiz

Langs
A
left
B
along
C
leftover
D
allong

Slide 18 - Quiz

omstandigheden
A
circus
B
along today
C
circumstances
D
around today

Slide 19 - Quiz

nodig
A
necessary
B
nessesary
C
neccesary
D
no need to

Slide 20 - Quiz

convinced
A
overtuigen
B
concreet zijn
C
overtuigd
D
een oplichter vinden

Slide 21 - Quiz

rough
A
zacht
B
ruw
C
zachtaardig zijn
D
afhalen

Slide 22 - Quiz

Suit
A
slissen
B
een pak aantrekken
C
zout toevoegen
D
passen bij

Slide 23 - Quiz

solution
A
ophelderen
B
oplossen
C
de zon groeten
D
oplossing

Slide 24 - Quiz

admit
A
meedoen
B
erbij doen
C
toelaten
D
meegaan

Slide 25 - Quiz

knowledge
A
kunnen
B
nu leeg laten lopen
C
kennen
D
kennis

Slide 26 - Quiz

Staff
A
staf
B
directie
C
staven
D
personeel

Slide 27 - Quiz

order
A
bestelling
B
horden
C
wet
D
verder

Slide 28 - Quiz

Money Talks

Slide 29 - Mind map

Put your heart and soul into something

Slide 30 - Mind map

Slide 31 - Link