Werken in een ziekenhuis deel A

Werken In het ziekenhuis
1 / 44
next
Slide 1: Slide
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo b, k, gLeerjaar 4

This lesson contains 44 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Werken In het ziekenhuis

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

doktersassistent
WEL
NIET
telefoon opnemen
bloeddruk meten
op huisbezoek gaan

uitstrijkje maken
vaststellen behandelplan
doorverwijzen naar specialist in het ziekenhuis
voorschrijven medicijnen

Slide 3 - Drag question

Waar valt een huisarts onder?
A
zelfzorg
B
mantelzorg
C
eerstelijns zorg
D
tweedelijns zorg

Slide 4 - Quiz

Je koopt paracetamol omdat je hoofdpijn hebt. Dit is...
A
zelfzorg
B
mantelzorg
C
eerstelijns zorg
D
tweedelijns zorg

Slide 5 - Quiz

Je verzorgt je moeder die herstellende is van een operatie. Dit is....
A
zelfzorg
B
mantelzorg
C
eerstelijns zorg
D
tweedelijns zorg

Slide 6 - Quiz

Je wordt door de huisarts doorverwijzen naar de dermatoloog. Dit is...
A
zelfzorg
B
mantelzorg
C
eerstelijns zorg
D
tweedelijns zorg

Slide 7 - Quiz

Je doet boodschappen voor je oude buurvrouw. Dit is...
A
zelfzorg
B
mantelzorg
C
eerstelijns zorg
D
tweedelijns zorg

Slide 8 - Quiz

verbaal
non-verbaal

Slide 9 - Drag question

Formeel taalgebruik gebruik je bij....
A
het werken als doktersassistent
B
het kletsen met vriendinnen

Slide 10 - Quiz

in het ........ staan de richtlijnen hoe je moet handelen
A
dossier
B
protocol

Slide 11 - Quiz

de richtlijnen bij verwondingen zijn gebaseerd op de werkwijze van het .......... Kruis
A
Oranje
B
Witte

Slide 12 - Quiz

Bij een kneuzing gaat het om een beschadiging van .....
A
het onderhuids bindweefsel
B
de opperhuid

Slide 13 - Quiz

bij een kneuzing moet je de plek ........ houden
A
warm
B
koud

Slide 14 - Quiz

bij twijfel tussen een kneuzing of een botbreuk moet je altijd de ......... laten kijken
A
thuiszorg
B
arts

Slide 15 - Quiz

Bij een uitwendige wond is er gevaar dat er ........ bij de wond komen
A
bacteriën
B
schimmels

Slide 16 - Quiz

brandwonden?

Slide 17 - Mind map

eerste graads
tweede graads
derde graads
blaren
geen pijn
huisarts bellen
verkoolde huid
huid is niet stuk
heel pijnlijk
lederhuid ook beschadigd, onderhuidsbindweefsel niet

Slide 18 - Drag question

Sleep alles wat te maken heeft met verstikken, naar de foto.
onrustig
niet hoesten
benauwd
buiten bewustzijn
kan praten
hoesten
angstig
bij bewustzijn

Slide 19 - Drag question

wat doe je als er een voorwerp in een oor of neus zit?

Slide 20 - Slide

wat doe je als er een voorwerp in een oor of neus zit?

NEUS: andere neusgat dicht houden
neus krachtig snuiten
lukt het niet --> naar de huisarts!

OOR: beweeg oorschelp heen en weer
lauw water erin druppelen ( insect)
lukt het niet --> naar de huisarts!

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Video

Waarom mag je je kind niet laten braken bij chloor?
A
Dat kan de slokdarm bleken
B
Dan moet de chloor nogmaals langs de slokdarm waardoor er extra schade ontstaat
C
dan wordt je kind heel misselijk
D
het is beter om het uit te plassen

Slide 23 - Quiz

Hoe probeer je te achterhalen wat je kind gegeten of gedronken heeft?
A
ruiken aan de adem of kijken in de mond
B
vragen aan je kind
C
de medicijnkast checken
D
de flessen schoonmaakmiddel checken

Slide 24 - Quiz

Soms moet je 112 bellen in plaats van de huisarts. Wanneer?
A
blaren op de mond en koorts
B
vlekken in het gezicht, diarree
C
niet alert, benauwd of bewusteloos
D
koorts en overgeven

Slide 25 - Quiz

volgende week deel 2 :)
Nu: uitleg preventieproject verslaving. 

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Video

wat te doen als je (volwassen) tand eruit is?
- zoek de tand
- raak de wortel niet aan
- spoel de tand met melk. Geen melk in de buurt? Laat de patiënt de tand schoonlikken/ zuigen
-tand schoon? plaats hem terug ( NOOIT melktanden terugplaatsen)
- lukt het terugplaatsen niet: bewaren in de wang of in beker melk
- ga direct naar de tandarts

Slide 28 - Slide

Rijksvaccinatieprogramma

Slide 29 - Slide

De D in DKTP staat voor
A
droge hoest
B
depressie
C
darmkanker
D
difterie

Slide 30 - Quiz

Met de BMR prik worden kinderen ingeënt tegen:
A
Bof Mazelen Rode hond
B
Bof Myomen Rode Hond
C
Burn-out Mazalen Rode Hond
D
Bof Mazelen Reflux

Slide 31 - Quiz

Een tetanusvaccin is ................ opgenomen in het Nederlandse rijksvaccinatieprogramma
A
wel
B
niet

Slide 32 - Quiz

Welke kinderziekte heeft de volgende kenmerken: lichte koorts, rode vlekjes en blaasjes
A
griep
B
waterpokken
C
rode hond
D
kinkhoest

Slide 33 - Quiz

Als je bent ingeënt tegen HPV hoef je niet meer beschermd te vrijen. Klopt dit?
A
Ja, je kunt niet meer zwanger worden
B
Ja, je kunt geen SOA meer krijgen
C
Nee, je kunt nog steeds zwanger worden, maar geen SOA meer krijgen
D
Nee, je kunt nog steeds zwanger worden en een SOA krijgen

Slide 34 - Quiz

Griep

Slide 35 - Mind map

Een antibiotica helpt wel/ niet bij griep
A
WEL, antibiotica dood virussen zoals de griep
B
WEL, want het onderdrukt de koorts
C
NIET, antibiotica dood alleen bacteriën en geen virussen
D
NIET, het helpt alleen tegen de hoofdpijn en spierpijn

Slide 36 - Quiz

toedienen medicijnen
- rectaal (via de anus)
- oraal ( via de mond)
- smeren
- druppels
- injectie

Slide 37 - Slide

hoe komt een zetpil in je lichaam?
A
rectaal
B
oraal
C
smeren
D
druppelen

Slide 38 - Quiz

medicatie gebruiken
- let op de houdbaarheidsdatum
- lees de bijsluiter
- alleen gebruiken als het voor jou bestemd is
- juiste moment bv voor het eten
- juiste manier van toedienen
- maak de kuur af!

Slide 39 - Slide

Omgaan met emoties
4 basis emoties
          - blij
          - boos
          - bedroefd
          - bang

Slide 40 - Slide

Emoties herkennen
Blij
Boos
Verdrietig
Verliefd

Slide 41 - Drag question

Een ander woord voor
'inlevingsvermogen' is
A
empathie
B
antipathie
C
sympathie
D
ironie

Slide 42 - Quiz

cijferopdrachten
EHBO ( dekverband, drukverband, snelverband, wonddrukverband)
flyer griep
preventieproject
 filmpje en werkkaart bloeddruk meten
presentatie kindergebit
divers
toets




Slide 43 - Slide

Vragen?

Slide 44 - Slide