07 A2 19 January Recap Present Perfect + can could be able to be allowed to

Unit 3 > 7th lesson        2122
1 / 23
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 23 slides, with text slides and 1 video.

Items in this lesson

Unit 3 > 7th lesson        2122

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video







  •  I did a nice job on Test jezelf § 3.4

  •  I know how to form and to use the Present Perfect 

  •  I know how to form and use can could be able to be allowed to

  •  I have practised reading on oefenprogrammaengels.nl



 
Today's Learning targets

Slide 4 - Slide


Check Test jezelf § 3.4


Check registratie van oefenprogrammaengels.nl

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Hoe maak je de PRESENT PERFECT ?

Slide 7 - Slide

Afspraak  1 :

De Present Perfect bestaat uit:

have (I/you/we/they) gevolgd door een voltooid deelwoord
                                         
has (he/she/it) gevolgd door een voltooid deelwoord

have wordt vaak afgekort tot 've
has wordt vaak afgekort tot 's
have not wordt meestal als haven't geschreven
has not wordt meestal als hasn't geschreven

Slide 8 - Slide

Afspraak  2 :

Het voltooid deelwoord ziet er als volgt uit:

>>> zet ED achter het werkwoord als deze regelmatig is

>>> gebruik het 3e rijtje van het werkwoord als deze onregelmatig is

Slide 9 - Slide

Signaalwoorden voor de PRESENT PERFECT ?

Slide 10 - Slide


  • Past Continuous  <> Past Simple
-Signaalwoorden voor de Present Perfect : FYNE JAS





  • For
  • Yet
  • Never
  • Ever
  • Just
  • Always/Already
  • Since

Slide 11 - Slide

Wanneer gebruik je de PRESENT PERFECT ?

Slide 12 - Slide

Afspraak  3 :

We gebruiken de Present Perfect :

  1.  als iets in het verleden begonnen is en nu nog aan de gang is.      >>>> He has lived here for 5 years (Hij woont hier al 5 jaar)
  2. als iets in het verleden is gebeurd en waarvan je nu nog het resultaat/gevolg merkt.                                                                      >>>> They have eaten too much (ze voelen zich misselijk)
  3.  als iets in het verleden is gebeurd, maar we weten NIET wanneer        >>>> I have lost my passport



Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Wat betekenen de werkwoorden

can/could/be able to/be allowed to ?

Slide 15 - Slide

Can, could, to be able to, to be allowed to
  • Can: kunnen, mogen
  • Could: zou kunnen, zou mogen, verleden tijd van can
  • To be able to: kunnen, in staat zijn om - kan in alle tijden gebruikt worden
  • To be allowed to: mogen, kan in alle tijden gebruikt worden 

Slide 16 - Slide

  • Boeijinga >>> send two assignments via Magister

  • Students >>> go to Magister/berichten/open the two assignments

  • Write the answers in your exercise-book

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

  • Boeijinga >>> send the answers via Magister

  • Students >>> check your answers

Slide 20 - Slide

Exercises finished????


          Practise some reading on



oefenprogrammaengels.nl


Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide







  •  I did a nice job on Test jezelf § 3.4

  •  I know how to form and to use the Present Perfect 

  •  I know how to form and use can could be able to be allowed to

  •  I have practised reading on oefenprogrammaengels.nl



 
Today's Learning targets

Slide 23 - Slide