les 43 - 2H - lunes 12 de mayo 2025

• Spaans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Les 43 - 2H1 - lunes 12 de mayo 2025

¿Qué hacemos hoy? (Wat doen we vandaag?)

• We herhalen het verschil tussen de twee werkwoorden voor 'zijn' in het Spaans --> ser & estar + quiz (30m)
• Korte break (5m)
• We starten leestekst H (20m)
• Toetsoverzicht schooljaar (5m)
• We spelen Blooket (20m) --> woordenschat bron F, G & H

ergens zijn /

zich bevinden

HAY

Wat wordt er met HAY bedoeld?

HAY betekent 'er is' of 'er zijn'

Je kunt 'hay' niet vervoegen!

Ejemplos:

- Hay manzanas (er zijn appels)

- No hay fruta (er is geen fruit)

- Hay mucha gente (er zijn veel mensen)

SER, ESTAR OF HAY?
Madrid ................. en el centro de España.

1. es
2. hay
3. está
4. son

Vul de juiste vorm van SER, ESTAR of HAY in:
Yo .................. triste

1. estoy
2. soy
3. hay
4. estáis

Welk werkwoordsvorm gebruik je in de volgende zin:
Ella ......... doctora

1. es
2. está
3. hay
4. eres

Schrijf een Spaanse, korte zin op waarin het woordje 'hay' voorkomt

¿Ser, estar o hay?

En mi casa _________ tres habitaciones.

1. hay
2. ser
3. están
4. son

¿Ser, estar o hay?

Las playas de Barcelona _____ blancas.

1. son
2. hay
3. están
4. es

Schrijf alle zes de persoonsvormen van het werkwoord 'ser' op

¿Ser, estar o hay? Maak de zin compleet:
Los profesores ____ muy simpáticos.

1. es
2. hay
3. están
4. son

¿Ser, estar o hay? Maak de zin compleet:
Mi asignatura favorita ____ el español.

1. es
2. hay
3. está
4. soy

Vul de juiste vorm van SER, ESTAR of HAY in:
Mis amigos ................... en el cine.

1. son
2. eres
3. hay
4. están

Vul de juiste vorm van SER,ESTAR OF HAY?
Tú.....................de Argentina.

1. estás
2. eres
3. somos
4. hay

Beschrijf twee plekken waar je kunt zijn... (in de ik-vorm), in het Spaans:

Welke werkwoordsvorm gebruik je in de volgende zin:
¿Dónde ............ ?

1. eres
2. estás
3. hay
4. estoy

¿Ser, estar o hay?
Mi colegio ... muy bonito y grande.

1. es
2. está
3. hay
4. soy

¿Ser, estar o hay?
Mi colegio ... en el centro.

1. es
2. hay
3. está
4. estamos

Benoem in welke omstandigheden je het werkwoord 'estar' moet gebruiken

Vul de juiste vorm van SER, ESTAR of HAY in:
Hola chicos, ¿cómo....................?

1. sois
2. estáis
3. hay
4. estamos

Vul de juiste vorm van SER, ESTAR of HAY in:
¿Cuántos museos ... en Amsterdam?

1. son
2. estamos
3. hay
4. están

Leestekst H - TB blz. 55

• Tekst H: 'Tormentos en el corazón'
• Maak ejercicio 24a, 24b en 24c (WB blz. 95/96)
• Dit is HUISWERK voor maandag 19 mei (zie Magister)

Ejercicio 24a t/m 24c (WB blz. 94)

• Jullie lezen de hele tekst en beantwoorden ej. 24a t/m 24c

Gebruik de tekst + de verklarende woordenlijst onderaan de tekst

Respuestas 19a

2

Respuestas 19b

1. Via de mail of via de telefoon.
2.  De prijzen zijn heel voordelig.
3. 
   

19c

Ejercicio 20 (WB blz. 92)

• Lees de vragen van ejercicio 20 goed door (je weet dan waar je op moet letten bij het luisteren)
• We luisteren twee keer naar het fragment 
• Dit fragment hoort bij een advertentie
• Kruis de juiste antwoorden aan terwijl je luistert

Respuestas ej.20 (WB blz. 92)

1. 110 euro
2. langer dan 8 kilometer
3. op vrijdag en zaterdag
4. 's ochtends en 's middags

Ejercicio 21 (WB blz. 92)

• Lees de vragen van ejercicio 21 goed door (je weet dan waar je op moet letten bij het luisteren)
• We luisteren twee keer naar het fragment 
• Dit fragment hoort bij een advertentie
• Kruis de juiste antwoorden aan terwijl je luistert

Ejercicio 22a + 22b (WB blz. 93)

Combina y escribe --> combineer en schrijf :-)

22a

22b

Overzicht toetsen

Grote toets:

• Eindtoets H6 (toetsweek) --> grammatica + woordenschat  

Nog één opdracht voor in het portfolio:

• vlog-opdracht (O/V/G) --> uitleg krijgen jullie volgende week (inleveren op 2 juni)

Woordenschat oefenen

play.blooket.com/play

H6.2:

bron F, G, H