Theater in cultuur van de massa. V6

theater
1 / 64
next
Slide 1: Slide
KunstMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

This lesson contains 64 slides, with interactive quizzes, text slides and 11 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

theater

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Deze les:
Geschiedenis
Begrippen
Absurdistisch theater
Actie Tomaat

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

hofcultuur
 komedie, tragedie, 
commedia dell'arte, 
opera (Monteverdi)


Slide 3 - Slide

This item has no instructions

oorsprong 
Tragedie en  Komedie

Slide 4 - Slide

In de religieuze riten van de vroegste samenlevingen liggen de wortels van het theater. Theater als verzamelnaam voor het verbeelden van goden, handelingen uit het dagelijks leven door muziek en dans is een van de vroegste kunstvormen van de mensheid. Door de hele geschiedenis kan men sporen vinden van liederen en dansen ter ere van een god of meerdere goden. Priesters en gelovigen vertolkten geboorte, dood, verrijzenis, hulp van goden bij jacht, straf door hongersnood, enzovoort.
Theater heeft zich in de loop van de tijd erg ontwikkeld. Rond 1970 hebben er grote verschuivingen plaatsgevonden: van het dramatisch theater waarin de tekst dominant was, naar het postdramatisch theater, waarbij de andere elementen van het theater niet langer ondergeschikt waren aan de tekst. Het lichaam van de acteur kreeg bijvoorbeeld een belangrijkere rol.
Modern theater is te beschrijven als een levende voorstelling voor publiek, waarbij over het algemeen een of meerdere acteurs (of poppen) binnen een vastgestelde ruimte (vaak een theaterzaal) binnen een vastgestelde tijd voor een of (meestal) meerdere toeschouwers een meer of minder vastgestelde routine wordt geschouwd.
Aristotelische eenheden
In het klassieke drama wordt er vastgehouden aan de drie eenheden van Aristoteles:

 Eenheid van tijd = niet langer dan 24 uur
Eenheid van plaats =op dezelfde of bijna  dezelfde plaats afspelen. 
Eenheid van handeling = bijzaken mogen de strakke lijn niet verstoren. 

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Theater in de 17e eeuw in de Nederlanden
  • Toegankelijk 
  • Kluchten
  • Komedie/blijspel
  • Tragedie
  • Spektakelstukken
  • Ter lering en vermaak
Het toneel in de 17de eeuw was zeer toegankelijk. Er werden geen hoge toegangsprijzen gevraagd en er was maar een beperkt aantal plaatsen voor het betere publiek dat zich van het 'grauw' wilde onderscheiden. Bij het toneel kon werkelijk iedereen zich vergapen aan de wonderlijke avonturen in de godenwereld of genieten van de gruwelen en heldendaden van Romeinse veldheren. Behalve in de schouwburg, vertoonden goden en helden zich in de reizende theaters en de rederijkerskamers.
In een tragedie werd een geschiedenis van hooggeplaatste personen met een droevig of gruwelijk einde uitgebeeld, geschreven in een verheven taal. Een Aristotelische tragedie is een klassieke vorm van theater waarbij met name de regels van de filosoof Aristoteles worden nageleefd. De stemming in het stuk is voortdurend ernstig en verheven, het publiek moet meeleven met de psychologische conflicten en gelouterd (gezuiverd) de zaal verlaten. Een bekende tragedieschrijver is Joost van den Vondel.
Schrijven was in de zeventiende eeuw een hobby die erg serieus werd genomen. Een dichter diende een religieuze of politieke les op een vermakelijke en leerzame manier te verpakken, met boeiende voorbeelden. Het vermaak stond daarbij op de voorgrond, met aan het einde van het verhaal of toneelstuk een moraliserende opmerking.
Een komedie lijkt veel op een klucht, maar een komedie heeft meer structuur en minder platte taal en minder volkse personages dan een klucht. De personages zijn herkenbaar en de situaties wat alledaagser. De verhaallijn in de komedie heeft wat meer inhoud dan bij een klucht, waar het eigenlijk alleen om de komische situaties gaat. Bekende komedieschrijvers zijn Gerbrand Adriaenz Bredero en P.C. Hooft.
Een klucht was in de eerste instantie een kort toneelstuk waarbij het volkse vermaak centraal stond. Veelvoorkomende thema’s waren gierigheid, overspel, goedgelovigheid en dronkenschap. Kluchten zaten vol met karikaturen, eindrijm en er werd veel geknutseld met taal. Als functie stond vooral het vermaak voorop, maar in elke klucht zat aan het einde ook een wijze les (moraal) verpakt. De klucht had dan ook een didactisch doel: na een tragedie (treurspel) of komedie (blijspel) werd een klucht opgevoerd, waarin werd getoond hoe men door slecht of naïef gedrag in de moeilijkheden kon raken en wat er gedaan diende te worden om er weer uit te komen. 
In de nieuwe Schouwburg te Amsterdam van 1665 waren toestellen aangebracht om snel van coulissen te wisselen en om mensen en voorwerpen zowel boven als onder het toneel te verplaatsen. Vooral Jan Vos maakte in zijn toneelstukken veelvuldig gebruik van de mogelijkheden die de nieuwe toneelinrichting bood. Zijn treurspel Medea (1667) vermeldde op de titelpagina ‘met verscheidene Kunst en Vliegwerken, nieuwe Baletten, Zang en Vertooningen’ en bevatte o.a. een scène waarin een wagen, bespannen met vuurspuwende draken, door de lucht vliegt.

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

De Amsterdamse Schouwburg
CULTUUR VAN DE BURGER

Een nieuw fenomeen 
 De rederijkers

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Publiek laten denken v.s. passief laten kijken
Cultuur van het moderne:
 Episch Theater
Vervreemding om de vierde wand te doorbreken

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Episch theater
Vervreemdingseffecten

Wegnemen van de 'vierde wand'

Publiek moet niet inleven, maar nadenken

Maatschappelijk geëngageerd
Bertold Brecht

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

modernisme
Biomechanica - Meyerhold theater
1920-1930 Moskou

  • mens als machine
  • beweging staat centraal
  • propaganda voor de nieuwe tijd
    (de idealen van de revolutie)
  • afstand van klassiek theater

Slide 10 - Slide

Biomechanica werd als term door Meyerhold gebruikt om een systeem van gecontroleerde beweging op het toneel te beschrijven, waarin het lichaam van de speler eerder als materiaal werd gezien dan als een expressief middel. In plaats van pathetische gebaren kwam er een atletisch optreden op het toneel dat begon te lijken op een circusarena of een music-hall. Meyerhold liet het toneel liever agressief leeg dan de illusie van tijd en ruimte te scheppen; hij gebruikte geen voetlichten en voorzag slechts in een minimaal dekor, dat vaak als een akrobatisch toestel dienst deed.
Theater 1950-nu
Absurdistisch Theater

Geëngageerd theater

Locatie theater

Het theater heeft met de komst van de televisie in de jaren 60 een deel van zijn maatschappelijke functies kwijtgeraakt. 
Het gemak van de televisie zorgde er  voor dat het een belangrijke concurrent van het theater werd.

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Wat moet je weten over theater ?


Voorstelling
Inhoud
Vormgeving van het spel
Vormgeving van het theater


Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Voorstelling:
Wat is er te zien en/of te horen? Wat voor soort drama/theater wordt er uitgevoerd? Bijvoorbeeld:
teksttoneel, fysiek theater, cabaret, poppenspel of locatietheater, musical.

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

THEATER Voorstelling

WAT voor soort theater is het?
WAT is het verhaal van de voorstelling?
Hoe wordt het opgevoerd (fysiek/klassiek..?)

Wie, Wat, Waar, Wanneer en Waarom.


Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Een theaterstuk kan worden geanalyseerd aan de hand van de spelgegevens, die bestaan uit de 5 w’s:
wie
Wie zijn de personages in het stuk? Een personage kan een type zijn, bijvoorbeeld Batman en de Joker (personages met één of hoogstens twee karaktereigenschappen) of een karakter zoals Gijsbrecht van Amstel of Mutter Courage (personages met meerdere karaktereigenschappen, vaak met een karakterontwikkeling).
wat
Wat zijn de personages aan het doen, wat gebeurt er in het stuk? Het gaat hier het plot, het conflict, de spanningsopbouw (bijvoorbeeld: inleiding, opbouw, climax, afloop).
waar
Waar speelt het stuk of de scène zich af? Het gaat om de plaats, ruimte, locatie waar het stuk zich afspeelt. Bijvoorbeeld: buiten op een berg, in een kamer in een huis of op de maan. De locatie kan ook onbestemd of abstract zijn.
wanneer
Wanneer speelt het stuk of de scène zich af, in welke tijd? Het gaat over plaatsing in de historische tijd en over de tijdsverloop in het stuk. Bijvoorbeeld: chronologisch, fragmentarisch, tijdsprongen, flash back, flash forward.
waarom
Wat is het motief van de personages? Het gaat over de beweegreden van de handeling. Bijvoorbeeld: waarom is de Joker de eeuwige vijand van Batman? Waarom wil Mutter Courage geen vrede? (Ze verdient namelijk haar geld met de oorlog.) De beweegreden kan ook onduidelijk of zelfs afwezig zijn.
Bijvoorbeeld in het stuk Wachten op Godot van Samuel Beckett is het onduidelijk waarom twee mannen wachten op Godot.

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

vormgeving  SPEL
- lichaam: mimiek, gebaren en bewegingen, lichaamshouding, handeling

- stem: volume, accent, klankkleur, intonatie, klemtonen, timing, 
    emotie in de stem

- speelstijl; oa: melodrama, realisme, absurdisme, slapstick, episch theater

-mise-en-scene

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

BEGRIP
Mise-en-scene - wat staat er, wie staat waar, wie loopt waar heen

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

THEATER vormgeving
locatie, 
decor, 
kostuum, 
grime en hairstyling, 
rekwisieten, attributen, 
belichting, 
muziek, geluid en geluidseffecten, 
enscenering , toneelbeeld

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

BEGRIPPEN:
Enscenering & Rekwisieten
Het eindresultaat. De combinatie van alle aspecten van de voorstelling en vormgeving noemen we de ENSCENERING

REKWISIETEN kunnen dingen zijn die de spelers vasthouden, zoals een zwaard of pistool, of objecten die op het toneel geplaatst worden, zoals tafels, stoelen, klokken en/of schilderijen.

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

welk aspect is
'vormgeving van het spel'
A
rekwisieten
B
grime en hairstyling
C
enscenering
D
mise-en-scene

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

Wat is het verschil tussen enscenering en mise-en-scene?

Slide 22 - Open question

This item has no instructions

WELK BEGRIP HOORT ER NIET TUSSEN?
A
LOCATIE
B
DECOR
C
MUZIEK
D
SPEELSTIJL

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions

Welke theater stromingen ken je al ?
komedie tragedie
commedia dell arte
opera
naturalisme
episch theater
biomechanica
absurdisme
locatietheater

Slide 24 - Poll

This item has no instructions

Je mag je laptop weer sluiten

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Absurdisme
Na WOII werden in de Europese theaters nog steeds vooral de gebruikelijke conventionele stukken opgevoerd. 
Maar in Parijs ontstond ook wat experimenteler theater. Het besef komt dat het leven zinloos is. Het is aan de mens zelf om wat van zijn leven te maken. Toneelschrijvers gaan dit idee verwerken in hun stukken, zoals Beckett dat deed in Wachten op Godot

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Absurdisme
Existentialisme; Parijs, Een filosofische stroming
uitgangspunt: de zinloosheid en toevalligheid van het bestaan

Absurdistisch theater
om de doelloosheid van het leven aan te tonen
breekt met de klassieke theaterwetten (= eenheid van tijd, eenheid van plaats en eenheid van handeling)

Slide 27 - Slide

Absurd toneel (ook anti-theater of nouveau théâtre) is een toneelgenre waarin de onlogische en irrationele aspecten van het leven benadrukt worden, vaak om de doelloosheid van het leven aan te tonen.
Existentialisme

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Slide 29 - Video

This item has no instructions

Slide 30 - Video

This item has no instructions

Absurdisme

Absurdistisch theater
Een theatergenre waarin de onlogische of irrationele aspecten van het leven benadrukt worden. Vaak wordt de doelloosheid van het leven benadrukt.

Voorbeeld: Waiting for Godot
Absurdisme
Het absurdisme is een aftakking van het existentialisme.
Het gaat uit van het idee dat het leven geen betekenis of essentie heeft. Iedere poging om de essentie te ontrafelen is gedoemd te mislukken. Het menselijk lijden is op die manier het resultaat van het tevergeefs zoeken naar een reden of betekenis van het bestaan.

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

Wachten op Godot (1953)
Wachten op Godot is beroemd en berucht als het meest gespeelde moderne toneelstuk ter wereld. Het gegeven is simpel: twee mannen staan bij een kale boom te wachten op iemand die waarschijnlijk zal komen. De mannen lijken zwervers, clowns, filosofen, die op de rand van de wereld staan, en daar groots en potsierlijk op blijven balanceren. Iedere uitgesproken gedachte, elke kleine handeling is een daad, een grap, een provocatie, een poging waarmee de tijd verstrijkt. In onwetendheid blijven deze mannen toch wachten - samen.

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

Personages staan op het werkblad beschreven
Estragon & Vladimir.    Pozzo & Lucky

Slide 33 - Slide

This item has no instructions

Slide 34 - Video

This item has no instructions

Vragen over fragment:
De zinloosheid van het bestaan komt tot uitdrukking in de vormgeving van het decor.
Benoem 2 kenmerken van het decor die de zinloosheid versterken.

Beschrijf de mise-en –scene van het fragment.

Beschrijf aan de hand van de kleur en het licht hoe de sfeer van het verhaal wordt benadrukt.

Slide 35 - Slide

This item has no instructions

Slide 36 - Video

This item has no instructions

Vragen over fragment:
De zinloosheid van het bestaan komt tot uitdrukking in de vormgeving van het decor.
Benoem 2 kenmerken van het decor die de zinloosheid versterken.

Beschrijf de mise-en –scene van het fragment.

Beschrijf aan de hand van de kleur en het licht hoe de sfeer van het verhaal wordt benadrukt.

Slide 37 - Slide

This item has no instructions

Antwoorden
Benoem 2 kenmerken van het decor die de zinloosheid versterken.

-De boom staat soms rechts en soms links in het decor
- Er is behalve een boom helemaal niks te zien in het decor- leegte

Slide 38 - Slide

This item has no instructions

Beschrijf de mise-en –scene van het fragment.
compositie: Leeg decor met kleine verhoging. 1 kale boom

acteurs: 2 oudere mannen, soms krijgen ze bezoek

voorwerpen: Lucky draagt 2 koffers, Pozzo houdt hem vast met een touw

kostuums: kleding is grijs en oud. Te klein

lichtinval: wit koud licht




Slide 39 - Slide

This item has no instructions

Beschrijf aan de hand van de kleur en het licht hoe de sfeer van het verhaal wordt benadrukt.
kleur: De kleuren zijn blauw/grijs in alle tinten onverzadigd

Licht: Licht komt soms van het achterdoek waardoor de figuren  in silhouet te zien zijn.
Wit koud licht

De sfeer is sober, verwarrend

Slide 40 - Slide

This item has no instructions

Slide 41 - Slide

This item has no instructions

Beschrijf aan de hand van de mis-en-scene, wat dit fragment absurdistisch maakt?

Slide 42 - Open question

This item has no instructions

Benoem nog 2 andere aspecten van de vormgeving die deze scene absurdistisch maken?

Slide 43 - Open question

This item has no instructions

Nederland jaren 60
Verzet in het Theater

Slide 44 - Slide

This item has no instructions

Vernieuwing in theater
Overheid wilde zich wapenen tegen massacultuur VS en wilde Nederlandse jeugd opvoeden. Theater voor iedereen --> subsidie 



1969 Aktie Tomaat

Slide 45 - Slide

Na de Tweede Wereldoorlog was in de ogen van veel Nederlanders de toneelwereld besmet geraakt. De Duitse bezetter eiste dat acteurs zich inschreven bij de Kultuurkamer. Wie dat niet deed, kreeg een verbod om nog langer te acteren. Veel acteurs die zich hadden laten inschrijven werden na de oorlog met de nek aangekeken. De wereld van het toneel onderging een zuivering. Was voor de oorlog het toneel nog het domein geweest van commerciële gezelschappen zonder overheidssubsidie, na de oorlog ontstond het omgekeerde. De overheid wilde een rol spelen bij de opvoeding van de door de oorlog geschokte jeugd. Nederland moest in de jaren van wederopbouw een beschaafd land worden, en zich wapenen tegen de oppervlakkige massacultuur van de VS. Om die reden wilde de staat dat er goede toneelstukken te zien zouden zijn en dat iedere Nederlander in welke sociale klasse ook die stukken moest kunnen zien. De overheid ging toneelgezelschappen subsidie verlenen en verwierf daarmee het recht om zich te bemoeien met de keuze van het repertoire. Deze aanpak leverde niet het beoogde resultaat, met name 'de gewone man' ging juist niet naar het gesubsidieerde toneel. In de toneelwereld groeide de onvrede over het nieuwe systeem. Het werd bijna onmogelijk om nieuwe toneelgezelschappen op te richten omdat alle subsidie naar de bestaande gezelschappen ging. Daarnaast konden de bestaande gezelschappen zich weinig experimenten veroorloven omdat een verandering kon leiden tot korten of stoppen van de subsidie. Tussen 1965 en 1969 groeide het protest. Overal eisten studenten en werknemers inspraak en ook de toneelwereld eiste meer engagement in de repertoirekeuze.

Slide 46 - Video

This item has no instructions

Actie tomaat


Aktie Tomaat verwijst naar een protestactie die het toneel in Nederland in het seizoen 1969/70 gedurende een half jaar ontregelde en wordt gezien als het begin van een serie veranderingen binnen de Nederlandse theaterwereld.

Slide 47 - Slide

This item has no instructions

Actie tomaat
Studenten uiten onvrede door het gooien van tomaten naar acteurs

Gevolg:

  1. Subsidiestelsel op de schop
  2. Meer ruimte voor nieuwe kleine gezelschappen met experimenteel karakters
  3. Geografische spreiding gezelschappen

Slide 48 - Slide

This item has no instructions

Slide 49 - Video

This item has no instructions

Door verzet en experiment naar.... postmodern theater


Kritiek op 'hoge kunst'
Niet meer in theaterzalen
De toeschouwer geeft zijn eigen betekenis

Slide 50 - Slide

This item has no instructions

Experimenteren met publieksparticipatie

  • Theater is een directe vorm van communicatie tussen acteur, scene en publiek. Performance en Happening komen tot stand
  • Geen fictie, real-time action
  • Ontbreken plot, onvoorspelbaar, improvisatie
  • Grenzen overschrijden
  • Verbinding kunsten en omgeving

Slide 51 - Slide

This item has no instructions

lijsttoneel
- 4e wand
- illusie

vlakke vloertheater
- dichter bij het publiek
- publiek meer betrokken
- minder illusie 
locatie theater
- buiten het theater
- vaak multidisciplinair

Slide 52 - Slide

This item has no instructions

Slide 53 - Video

This item has no instructions

Slide 54 - Slide

This item has no instructions

Slide 55 - Video

This item has no instructions

Slide 56 - Link

This item has no instructions

De bespiegeling werkboek
Blz. 140 & 141

Vragen over Godot

Slide 57 - Slide

This item has no instructions

Slide 58 - Video

This item has no instructions

 Post dramatisch theater

  • Tekst is niet leidend, vrije interpretatie (regie-theater)
  • Geen psychologische karakters
  • Geen logisch verloop van verhaal (montagevoorstelling)
  • Publieksparticipatie
  • Multimedia: geluid, projectie, illusie
  • Meerdere focuspunten
  • Zintuigelijke belevenis staat boven het 'begrijpen'


Slide 59 - Slide

Post-Dramatic theater - Hans-Thies Lehmann 1999

Fuerza Bruta, Leeuwarden

Slide 60 - Video

This item has no instructions

Slide 61 - Slide

This item has no instructions

Slide 62 - Video

This item has no instructions

Werk samen aan werkblad 'Wachten op Godot', 1953
Absurdistisch theater
Gaat over de zin(loosheid) van het leven. 
Over toeval.
'Even onlogisch en absurt als het leven zelf'

Slide 63 - Slide

This item has no instructions

hofcultuur
 komedie, tragedie, 
commedia dell'arte, 
opera (Monteverdi)


Slide 64 - Slide

This item has no instructions