G1 Unité 1 leerdoelen week 39

Deze Week (week 39)
Cette semaine (semaine 39)
(21 jusqu'au 28 septembre)
1 / 17
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 17 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Deze Week (week 39)
Cette semaine (semaine 39)
(21 jusqu'au 28 septembre)

Slide 1 - Slide

Leerdoelen week 39 (Lire Extra)

  • Je kunt iemand in het Frans begroeten, afscheid nemen en iets over jezelf en iemand anders vertellen (opdr 17, opdr 22 en 23) - we doen hiervoor iets andere spreekopdrachten in de les
  • Je kunt eenvoudige zinnen over jezelf schrijven aan Franse leeftijdgenoten (opdr 24)
  • Je kunt diverse teksten lezen :
    een episode uit het verhaal 'Jean-Paul et la classe ennuyeuse et horrible' (blz 43)
  • een korte tekst lezen (blz 35, 44) en er vragen over beantwoorden in het Nederlands
  • Je kent de woorden van apprendre 9 en 10 en herhaalt alles goed van 1 tm 8



Slide 2 - Slide

Maakwerk voor komende week: (Blok: Ecrire)
Maak blok Lire Extra / Edition 1.2 Menu au choix: de 2* en 3* opdracht. Tekst 'Lionel: 14 ans' (blz 44 in je werkboek)

Opdr 23: Heb je je tekst nog niet ingesproken in Speakteach? Doe dat dan snel! (zie instructies van vorige week in je berichtenbox van Itslearning)

Maak de test être in de Socrative app (downloaden op je telefoon!)





Slide 3 - Slide

Maakwerk voor komende week: (Blok: Ecrire)

Maak de test être in Socrative Pro (= app of op je computer)

Op de laptop: ga naar https://www.socrative.com en 
>>> klik rechtsboven op 'Login'

>>> vul in je klascode (De klascode voor G1d: G1DLJ20202021 
De klascode voor G1e: G1ELJ20202021
Dit staat ook in de weekmap op Itslearning!
>>> en je ID (je ID = je leerlingnummer)






Slide 4 - Slide

Leren:

herhalen apprendre 1 tm 8
Leren: 9,10

Slide 5 - Slide

Mercredi, le vingt-trois septembre deux mille vingt

  • Apprendre 9 + apprendre 10 
  • Uitspraak n.a.v. Speakteach opdracht
  • Lire: tekst blz 35 + 44 Lionel a 14 ans (Edition 1.2 Menu au choix)
  • eventueel: Spreekopdracht (zie verderop)

Slide 6 - Slide

De Uitspraak
La Prononciation

Slide 7 - Slide

J'habite à Almere
c'est une ville
Comment?

Je suis / Je suis au collège
j'aime

en cinquième
en G1d/G1e

ma classe s'appelle...
C'est (vergelijk c'est + ce sont)



c'est une chouette école
c'est tout près de ....

et
et toi?
vergelijk met 'est'

c'est un ami
c'est une amie

mes amis s'appellent
mes hobbies sont
dessiner
mon collège s'appelle

Slide 8 - Slide

Uitspraak
mon ami(e) - je kunt niet zeggen ma amie
ma nationalité est....
au revoir
j'ai.....(une passion)
j'ai dix ans
.....  onze ans
.....  douze ans
.....   treize ans


dans ma classe
c'est chouette
j'aime
j'adore le français
j'adore regarder Netflix
ils sont des garçons >>> ce sont des garçons
Ce sont mes amis
mon plat préféré est.. la pizza

Slide 9 - Slide

ee-klank (zoals in 'beest')
bijvoorbeeld:
1) wanneer een werkwoord eindigt op -er
2) wanneer een (werk)woord eindigt op
3) wanneer een woord eindigt op -ez
4) het woordje 'et' (= en)

Slide 10 - Slide

è-klank zoals in 'bed'
bijvoorbeeld:
1) het woordje 'est' (= is)
2) wanneer een woord eindigt op -è(s)
3) wanneer een woord eindigt op -ais, -ait, -aient


Slide 11 - Slide

Exercices pour Parler

Slide 12 - Slide

Spreekopdracht

Slide 13 - Slide

Spreekopdracht 2
Salut!
Tu as quel âge?
Quel âge as-tu?
Tu habites où?
Où habites-tu?
Almere est une ville moderne
Salut!

Moi? J'ai (onze/douze) ans
J'habite à Almere
Oui, c'est une ville moderne
Au revoir!
Au revoir!

Slide 14 - Slide

Spreekopdracht 2
Dag
Hoe oud ben jij?
Waar woon je?
Almere is een moderne stad
Dag

Ik? Ik ben....jaar oud
Ik woon in Almere
Ja het is een moderne stad
Quel âge as-tu?  OF:
Tu as quel âge?
Moi? J'ai ...... ans
11 = onze
12 = douze
Où habites-tu?
J'habite à Almere
Tot ziens!
Tot ziens!
Almere est une ville moderne
Oui, c'est une ville moderne

Slide 15 - Slide

Spreekopdracht 3
Salut!
Qui est ce garçon? 
Qui est cette fille?
Il/elle est dans la même classe que toi?
Baken Trinitas Gymnasium est une école moderne?
Au revoir!
Salut!

Il s'appelle...
Elle s'appelle...
Oui, il/elle est dans la même classe que moi
Oui, c'est une école moderne
Au revoir!

Slide 16 - Slide

Spreekopdracht 3
Dag
Wie is deze jongen? dit meisje?
Zit hij/zij in dezelfde klas als jij?
Is Baken Trinitas Gymnasium een moderne school?
Tot ziens!
Dag

Hij/zij heet...
Ja, hij/zij zit in dezelfde klas als ik
Ja, Baken Trinitas Gymnasium is een moderne school
Tot ziens
Qui est ce garçon? Qui est cette fille?
Il/elle s'appelle...
Il/elle est dans la même classe que toi?
Oui, il/elle est dans la même classe que moi
Baken Trinitas Gymnasium est un collège/une école moderne?
Oui, c'est un collège/une école moderne

Slide 17 - Slide