Spelling blok 3 grammatica

• Spelling
• Basisschool
• Groep 6

Spelling: herhalen blok 3

Bijvoeglijk naamwoord

Zelfstandig naamwoord

Fransman

Chocoladetaart

Perzisch

Russin

evenaar

Limburgse

Welke woordsoort is tafel in de zin?
Er staat een volle fruitmand op tafel.

1. bijvoeglijk naamwoord
2. voegwoord
3. zelfstandig naamwoord
4. werkwoord

Wat is het bijvoeglijk naamwoord in de zin?
Ik fiets door het Amsterdamse bos.

1. bos
2. fiets
3. Amsterdamse
4. Ik

Welke woordsoort is gelopen in de zin?
Ik heb door de Amstelveense wijk gelopen.

1. voltooid deelwoord
2. hulpwerkwoord

Wat is heeft in de zin?
Groep 6 heeft een beweegpot gekregen.

1. voltooid deelwoord
2. hulpwerkwoord

Staat chocoladepepernoten in het enkelvoud of meervoud?
Ik eet te veel chocoladepepernoten in december.

1. enkelvoud
2. meervoud

Staat beloning in het enkelvoud of meervoud?
Groep 6 spaart voor een nieuwe beloning.

1. enkelvoud
2. meervoud

tegenwoordige tijd

verleden tijd

voltooide tijd

Hij liep

zij hebben gelopen

wij lopen

zij schreven

ik reken

ik hield

Ik vloog

ik vlieg

wij hebben

gekozen

Welke vervoegingen komen van het werkwoord lopen?

1. Ik loop, ik liep, wij liepten
2. Ik loop, ik loopte, ik heb gelopen
3. Ik loop, ik liep, ik heb gelopen
4. Ik loop, ik liep, ik heb geliept

Welk werkwoord verandert van klank in de verleden tijd?

1. koken
2. lopen
3. fietsen
4. bakken

Welk werkwoord verandert van klank in de verleden tijd?

1. huilen
2. lachen
3. proesten
4. vliegen

Stam

Hele werkwoord

vlieg

dansen

blozen

rijden

Rijd

veranderen

luister

delen

#1

#2

#3

#4

#5

#6

#8

#9

#10