Puber en adolescent

Ontwikkelingspsychologie
1 / 39
next
Slide 1: Slide
OntwikkelingspsychologiePedagogisch werkMBOStudiejaar 1

This lesson contains 39 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Ontwikkelingspsychologie

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

puber en adolescent

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Wat ben jij eigenlijk?
A
ik ben een puber
B
ik ben een adolescent
C
mijn vader/moeder vindt mij een puber maar ik vind mezelf een adolescent

Slide 3 - Quiz

This item has no instructions

Puberteit
Bekijk de link op de volgende pagina. Deze informatie is geschreven voor ouders met een puber. De website is van de Jellinek, een bekende aanbieder van psychologische zorg bij een verslaving.  Daarna volgt een artikeltje over het puberbrein. Lees de 8 feitjes. Bekijk daarna hoeveel je van het onderwerp weet door de vragen te beantwoorden. 

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Slide 5 - Link

This item has no instructions

Slide 6 - Link

This item has no instructions

Aan het begin van de puberteit is sprake van een enorme lengtegroei en ook toename van gewicht
A
juist
B
onjuist

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Als de puberteits-groeispurt op zijn hoogtepunt is, groeit een puber ongeveer vijf cm per jaar in lengte.
A
juist
B
onjuist

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

De groeispurt begint bij meisjes zo'n twee jaar eerder dan bij jongens.
A
juist
B
onjuist

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Door de groeispurt kan een puber tijdelijk erg onhandig zijn. Hij groeit zo snel, dat hij zijn nieuwe lichaamslengte niet meer kan bijbenen.
A
juist
B
onjuist

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Geslachtsrijpheid wil zeggen dat..
A
iemand heel open is over in hoeverre hij of zij zich lichamelijk heeft ontwikkeld
B
iemand geslachtsgemeenschap wil hebben
C
iemand in staat is zich voort te planten
D
iemand graag kinderen wil krijgen.

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Pubers kiezen vaak voor wat op korte/lange termijn winst oplevert
A
korte termijn
B
lange termijn

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Pubers en adolescenten zijn gevoelig voor beloningen
A
juist
B
onjuist

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Pubers kunnen hun impulsen niet altijd controleren
A
waar
B
niet waar

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Pubers zijn vooral egocentrisch buitenshuis
A
waar
B
niet waar

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Interesse in gestructureerd leren
A
schoolkind
B
puber

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

Kritisch denken
A
schoolkind
B
puber

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Leren buiten school staat centraal
A
schoolkind
B
puber

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

Ontwikkelt vermogen tot logisch denken
A
schoolkind
B
puber

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

Groepsdruk
Pubers hebben hun uitspattingen vooral in een groep. Groepsdruk speelt hierbij een rol. Een groep leeftijdsgenoten met vergelijkbare status en belangstelling noemen we een peergroep. Elke groep mensen heeft zijn eigen regels. Als groep bepaal je wat je wel en wat je niet doet. Als lid van de groep doe of laat je makkelijker dingen dan wanneer je alleen bent. Dit doe je omdat je er graag bij wilt horen.  We herkennen allemaal vast wel iets wat we in het verleden door invloed van een groep hebben gedaan want we nooit zouden doen wanneer we alleen waren. Conformisme is het zich aanpassen aan het gedrag en aan de opvattingen die heersen in een bepaalde groep, met als doel het geaccepteerd worden door deze groep. Het Asch-experiment, onder leiding van Solomon Asch, was een beroemd groepsdruk experiment dat was ontworpen om te testen hoe we reageren op groepsdruk en conformiteit. Op de volgende sheet zie je een filmpje. 

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Slide 21 - Video

This item has no instructions

Experiment van Asch
Asch gebruikte voor zijn groepsdruk experiment een beoordelingstaak, waarbij hij een voor een de proefpersonen in een kamer plaatste met zeven acteurs die in het complot zaten. Die acteurs hadden vooraf hun antwoorden met elkaar besproken. De proefpersoon dacht dat deze zeven acteurs ook gewoon deelnemers waren. 
Het experiment was eenvoudig; elke proefpersoon werd op zijn beurt gevraagd een reeks vragen te beantwoorden. Elke persoon moest hardop zeggen welke lijn (A, B of C) even lang was als de getoonde lijn (X). Het was echt duidelijk te zien welke lijn het langst was. Simpel taakje zou je denken… 
De deelnemers gaven verschillende antwoorden, eerst allemaal correct, om ervoor te zorgen dat de proefpersoon geen argwaan zou krijgen. Vervolgens gaven ze enkel de vooraf besproken onjuiste antwoorden.

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Het resultaat? 
Gemiddeld conformeerde de proefpersonen 32% van de vragen en ging mee met de mening van de groep. 74% van de proefpersonen conformeerde op ten minste één vraag en 26% van de deelnemers conformeerde nooit. 

De meeste proefpersonen zeiden dat ze wel wisten dat hun antwoord fout was, maar ze gingen mee met de groep om erbij te horen of omdat ze dachten dat ze belachelijk zouden worden gemaakt. 

Dit bevestigt dat proefpersonen conformeerden vanwege sociale beïnvloeding en de wens om erbij te horen. Meer acteurs toevoegen maakte weinig verschil. Het Asch effect verzwakte bij groepen van meer dan zes of zeven personen. 
 

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

We zijn allemaal een beetje gevoelig voor groepsdruk. 

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Groep leeftijdsgenoten waartoe pubers behoren, die een vergelijkbare status en belangstelling hebben.
A
groepsdruk
B
peergroup
C
conformisme
D
individuatieproces

Slide 25 - Quiz

This item has no instructions

Het aanpassen aan, en gedragen naar, de geldende (groeps-)normen
A
groepsdruk
B
peergroup
C
conformisme
D
individuatieproces

Slide 26 - Quiz

This item has no instructions

Wat denk jij? Bijna 40% van de jongeren is niet tevreden over hun gewicht.
A
waar
B
niet waar

Slide 27 - Quiz

This item has no instructions

Snelle stemmingswisselingen bij de puber worden veroorzaakt door de toename van hormoonproductie aan het begin van de puberteit.
A
waar
B
niet waar

Slide 28 - Quiz

This item has no instructions

Adolescent

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Adolescentie
Nederland: 18 - 25 jaar
Vroege adolescentie
  • 12-14 jaar
  • seksuele rijping
  • losmakingsproces
Midden adolescentie
  • 14-16 jaar
  • experimenteren
Late adolescentie
  • 16-20 jaar
  • definitieve verplichtingen aangaan
Eind adolescentie
  • 20-25 jaar
  • integratie in volwassen wereld

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Lichamelijke ontwikkeling
  • voltooiing van de lichamelijke volwassenwording
  • meisjes gem. 1,67 m lang
  • jongens gem. 1,81 m lang

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

Cognitieve ontwikkeling
Abstract denken
Beter nadenken en praten over begrippen als rechtvaardigheid, vriendschap en gelijkwaardigheid.
Genuanceerd denken
Het besef dat gewoonten, regels en waarden&normen samenhangen met verschillen tussen mensen.
Tegenovergestelde van zwart-wit denken.

> meer mensenkennis en inlevingsvermogen.

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

Sociale ontwikkeling
Invloed van:

Ouders
  • na 18e beter band
  • meer gelijkwaardigheid
  • verlaten ouderlijk huis
Vriendengroep
  • zoeken naar originaliteit
  • gemengde vriendenclubs (kleinere groepen)
  • zelfbewust

Slide 33 - Slide

This item has no instructions

Persoonlijke ontwikkeling
Identiteitsvorming:
vorming identiteit en het gedrag beïnvleoden 

Slide 34 - Slide

This item has no instructions

Welke keuzes maakt een adolescent gericht op de toekomst?

Slide 35 - Mind map

studie
beroep
partner
zelfstandig wonen
Idealisme/ idealen
Zeer belangrijk
Belangrijk
Redelijk belangrijk
Minder belangrijk
Minst belangrijk
Kinderen hebben en opvoeden
Een gelukkig gezinsleven
Jezelf ontplooien
Klaarstaan voor anderen
Studeren en kennis opdoen

Slide 36 - Drag question

This item has no instructions

Maatschappelijke betrokkenheid
  • Volwassenen zijn pessimistisch; jongeren zijn positiever
  • Volwassenen zijn vasthoudend; jongeren staan open voor nieuwe dingen
  • Volwassenen houden dingen voor zichzelf; jongeren delen met elkaar
  • Politieke partijen (o.a.) zijn voor volwassen interessant; jongeren niet

Slide 37 - Slide

This item has no instructions

Emotionele ontwikkeling
Kans om uit evenwicht te raken is in deze fase kleiner want:
  1. adolescent heeft meer duidelijkheid over eigen identiteit
  2. adolescent is in staat impulsen en emoties onder controle te houden

Slide 38 - Slide

This item has no instructions

Wat zijn belangrijke begrippen uit deze les die je moet weten?

Slide 39 - Mind map

This item has no instructions