5.4.1 2KGT - Grammar 9 - Present Perfect

• Engels
• Middelbare school
• vmbo k, g, t
• Leerjaar 2

Hoi jongens en meisjes,

Welkom bij jullie les Engels!

Je gaat vandaag deze LessonUp maken en woorden D/G hoofdstuk 5 leren. 

Dat is je enige huiswerk voor vandaag.

Je krijgt nog 1 laatste keer de uitleg over de Past Simple, deze MOET je voor de grammatica van morgen begrijpen. Je maakt hier ook oefenvragen bij

Let's go!

Present Perfect

We herhalen eerst de present perfect!

Weet je dit nog van het vorige hoofdstuk?

Present Perfect =

De voltooide tijd

Iets is begonnen in het verleden,

-  en nu nog aan de gang

- en heeft nu nog resultaat

Of als je het over een ervaring hebt

Present Perfect 

Je maakt een present perfect door:

have/has + werkwoord met -ed erachter (of rij 3 van de irregular verbs)

voorbeelden 

                             I have worked           (have/had + ww ed)

                           She has talked           (have/had+ww ed)

                     They have spoken           (have/had + 3e rijtje)

                         We have written           (have/had + 3e rijtje) 

Even oefenen...

met de Past Perfect stap 1

Je hoeft alleen have/has in te vullen, het werkwoord staat er al 

They ..............written a text

1. have
2. has

They ..............written a text

1. have
2. has

I............................
fed the hamster.

1. have
2. has

Victoria .......................
read the newspaper.

1. have
2. has

Even oefenen...

met de Past Perfect stap 2

kies de juiste vorm - zowel have/has als het werkwoord

Kies de present perfect:
My dog ......... (poop) in the living room.

1. is pooping
2. pooping
3. are pooped
4. has pooped

Kies de present perfect
He _____hard yesterday.

1. Has worked
2. worked
3. Have worked
4. is working

Kies de present perfect
She .......... (cut) her hair again!

1. cutted
2. cut
3. has cut
4. cutting

I ............ (not buy)some new shoes.

1. not bought
2. has not bought
3. have not bought
4. am not buying

Even oefenen...

met de Past Perfect - stap 3 

type het correcte antwoord

Maak present perfect:
Grandmother ....... (bake) a cake.

Maak de present perfect:
Martha..... her homework. (finish)

maak de present perfect.
I ........... (break) my phone twice this year.

Maak present perfect
My dad ............. (hear) about the accident.

Maak present perfect een ontkenning:
We ..... (not pack) yet.

..... you ..... (hit) your brother?

The End!

Het is belangrijk dat je dit snapt, morgen gaan we hier mee verder! 

Leer woorden D&G op tekstboek pagina 82.  

Tot morgen! 

Ps. vragen kun je stellen via itslearning chat.