Klas 2 Unité 4

• Frans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Unité 4: Les émotions

Objectifs

- Emoties uitdrukken.

- Persoonlijke dingen vertellen over jezelf en anderen.

- Iemand uitnodigen.

- Op een uitnodigen reageren.

institutfrancais.nl

Menu du jour

- Introduction P 41

- Devoirs

Devoirs

L'unicorne est triste

Faire ex. 1b,2,3

Grammaire: revision

 

Ces films intéressants sont sur Netflix.

Il y a un film intéressant au ciméma.

J'ai écouté une chanson intéressante

De vetgedrukte woorden zeggen iets over het zelfstandig naamwoord.

Als je goed kijkt zie je dat de vetgedrukte woorden telkens veranderen:

Het bijvoegelijk naamwoord past zich aan.

Le premier album de Stromae  premier/ premières

Cette jeune fille a 11 ans

Ce vieux monsieur a 98 ans.

La bonne soupe de mon père.

De vetgedrukte woorden (bijvoeglijk naamwoorden) staan hier voor het zelfstandignaamwoord.

In het Frans zijn deze onregelmatig, ze komen er daarom voor. Alle regelmatige bijvoegelijk naamwoorden komen achter het zelfstandignaamwoord. 

(Zie slide 9 voor een compleet overzicht)

Bekijk het filmpje in de volgende slide.

Faire: 8, 10, 11( alleen A)

Challenge 1:

Maak een liedje, rap, iets creatiefs om alle onregelmatige bijvoegelijknaamwoorden te onthouden. Zoek ook de betekenis op.

Waarom? Op deze manier onthoud je heel snel welke voor of achter het zelfstandignaamwoord komen.

Je ziet ze in slide 9: degene die voor het znw komen

Challenge 2:

Maak 10 franse zinnen waarin je een bijvoegelijk naamwoord gebruikt. Dit kan iets over jezelf zijn, of iets anders.

exemple: Je suis un grand garçon.

J'ai une petite soeur.

Maak korte zinnen die je zelf snapt. Het heeft geen zin om alles in de google translate te zetten. Let goed op de plek van het bijvoegelijk naamwoord.

Roman-photo U4:

1. Open je teksboek p 44-45

2. Luister naar de roman-photo terwijl je mee leest:

(klik op het paarse icoontje voor geluid)

Klaar?  Faire ex 13&14

Maak daarna opdracht 16

Je hebt hiervoor de woorden nodig van apprendre 5 van U4

De vetgedrukte woorden onder de opdrachten moet je correct invullen. Tip: vertaal deze woorden eerst.

De ontkenning- La négation

Weet je nog?

- bij de ontkenning komt ne voor de persoonsvorm en pas er direct achter.

Je mange une pomme---> je ne mange pas une pomme

Bekijk het filmpje in de volgende slide voor een complete uitleg.

La négation- Vervolg

Julien n' écoute pas de musique.

Julien n'a pas encore 15 ans.

Il n'a jamais voyagé en train.

Il n'a plus d'argent.

Il ne peut rien faire. 

In de zinnen hierboven zie je nieuwe ontekenningen:

Met behulp van deze nieuwe ontkenningen probeer je nu de zinnen van de vorige slide te vertalen.

Regel

Ook bij deze ontkenningen blijft de regel hetzelfde: de ne voor het werkwoord en de rien/personne/plus/jamais/pas encore er achter.

Je mange une pomme.	je ne mange jamais une pomme (nooit)
Je comprends .	Je ne comprends plus ( niet meer)
Je chante une chanson.	Je ne chante pas encore une chanson ( nog niet)

Exercice

1. Maak ex 18 p.99. Kijk goed wat het werkwoord is en zet daar de goede ontkenning tussen.

Écouter

Luister naar ex. 21 p101 kruis aan welke ontkenning je hoort.

Tip: vertaal eerst alle ontkenningen die boven de oefening staan naar het Frans.

Klaar? Maak opdracht 19A

Conversations

1. Luistervaardigheid: opdracht 23P102

2. Luistervaardigheid: 25 P103

3. Maak ex. 26, antwoord in het Nederlands.

Bonjour!!

1. Maak opdracht 27, gebruik hiervoor de woorden van apprendre 7

2. Maak de woordzoeker: zie bijlage magister

Je vais dans la cuisine.

Je suis allée dans la cuisine

Tu vas chez Lucas?

Tu es allé chez Lucas?

Ils vont au Super U

Ils sont allés au Super U

Gaan: Aller

Maak 3 (korte) zinnen met het werkwoord aller.

Maak de linkjes die in magister klaar staan.

Conversations p.106-107 wb

1. luisteropdracht 30

2. maak opdracht 31,32 gebruik p47 van je tekstboek.

Option écouter: Deel 1

P112-113

Option écouter: Deel 2

P 113: Écouter la radio

L'imparfait

Je jouais à Mario Kart

Tu donnais l'eau?

Ma soeur regardait beaucoup de film

Nous avions une voiture rouge

Vous preniez le métro?

Ils chantaient une chanson

= Verleden tijd

Bijvoorbeeld:

ik gaf

jij had

hij deed

wij maakten

jullie liepen

zij dansten

Hoe maak je de imparfait?

Stap 1: Je neemt de nous-vorm van de présent van een werkwoord.

Bijvoorbeeld:

(donner) donnons

(rester) restons

(avoir) avons

(faire) faisons

(prendre) prenons

(finir) finissons

Stap 2: Je haalt -ons ervan af

Bijvoorbeeld:

(donner) donnons

(rester) restons

(avoir) avons

(faire) faisons

(prendre) prenons

(finir) finissons

Stap 3: achter de stam komen de volgende uitgangen:

(Zie volgende dia)

"

L'imparfait du verbe partir

Nous partons > -ons > Nous part... + ais/ais/ait/ions/iez/aient

Ik vertrok                                             Je partais

Jij vertrok                                            Tu partais

Hij/zij/men vertrok                          Il/elle/on partait

Wij vetrokken                                     Nous partions

U vertrok/jullie vertrokken           Vous partiez

Zij vertrokken                                     Ils/elles partaient

Dus:

(donner)  je donnais = ik gaf

(rester)  tu restais = jij bleef

(avoir) il avait = hij had

(faire) nous faisions = wij maakten/deden

(prendre) vous preniez = jullie namen/pakten

(finir)  ils finissaient = zij eindigden

Uitzondering: être

Stap 1: Nous vorm = sommes

Stap 2: - ons eraf

Euh....Dat gaat niet :(

De stam van être = ét

Dus:

j'étais = ik was

tu étais = jij was

il était = hij was

nous étions = wij waren

vous étiez = jullie waren/u was

ils étaient = zij waren

Au revoir!!