H4 Paragraaf 2 "Moleculen in beeld"

Moleculen in beeld
1 / 16
next
Slide 1: Slide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

Items in this lesson

Moleculen in beeld

Slide 1 - Slide

deeltjesmodel






Vast (s)                         Vloeibaar (l)                         Gas (g)

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Fasedriehoek

Slide 6 - Slide

Fase-overgangen
Verandering van de ene fase naar de andere fase:
  • vloeibaar naar vast = bevriezen (bij andere stoffen:stollen
  • vast naar vloeibaar =  smelten 
  • vloeibaar naar gasvormig (damp) = verdampen 
  • gasvormig naar vloeibaar = condenseren
  • vast naar gas = vervluchtigen 
  • gas naar vast = rijpen

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Video

Water, waterdamp en ijs
Water (H2O) komt voor in drie toestanden:
  1. Vast (sneeuw en ijs)
  2. Vloeibaar (water)
  3. Gasvormig (waterdamp)

Elke dag gaan er grote hoeveelheden water van de ene toestand in de andere.

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Video

De ruimte tussen de moleculen is leeg (er zit geen lucht tussen)
Je kan een behoorlijke hoeveelheid suiker oplossen in water zonder dat het volume toeneemt. Dit komt omdat de suikermoleculen in de ruimte tussen de watermoleculen gaat zitten.

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Met het deeltjesmodel kun je de faseovergangen verklaren.

Wat is het belangrijkste verschil tussen de moleculen in een vloeistof en in een gas?

A
In een vloeistof hebben de moleculen een vaste plaats.
B
In een vloeistof zitten de moleculen dichter op elkaar
C
In een vloeistof zijn de moleculen groter.
D
In een vloeistof zijn de moleculen kleiner.

Slide 13 - Quiz

A is?
A
Vloeibaar
B
Gasvormig
C
Vast

Slide 14 - Quiz

B is?
A
Vloeibaar
B
Gasvormig
C
Vast

Slide 15 - Quiz

C is?
A
Vloeibaar
B
Gasvormig
C
Vast

Slide 16 - Quiz