Proefles Frans klas 1 - nr. 1

• Frans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

Bonjour et bienvenue

au cours d'essai de français 

Les buts - de lesdoelen

In deze les leer je:

- hoe je jezelf voorstelt in het Frans;

- een aantal Franse woorden

Connais-tu bien la France?

Ken jij Frankrijk goed?

la Méditerranée

Paris

l'Océan Atlantique

les Alpes

les Pyrénées

C'est français ou pas?

Ga staan als het Frans is

Blijf zitten als het niet Frans is

Welke Franse woorden
ken je al?

Bekijk de afbeeldingen en lees de Franse bordjes. Wat betekenen de woorden op de bordjes?

Zullen we aan 

de slag gaan?

Waar horen de volgende woorden bij?

les parents • l'oncle • la mère

1. la nourriture (voeding)
2. les vacances (vakantie)
3. la famille (familie)
4. l'école (school)

Waar hebben de woorden in de slang mee te maken?

1. les vacances
2. la nourriture
3. l'école
4. la famille

Comment tu t'appelles?
Vul aan: Je m'appelle ...

leerdoel:
ik kan mijzelf voorstellen in het Frans

1. Ja dat kan ik
2. Ik kan het al bijna
3. Ik moet nog heel veel oefenen
4. Ik bak er helemaal niets van

Boodschappenspel

hoeveel Franse woorden kun je onthouden?

des pâtes

le fromage

des ciseaux

des couteaux

le pain

le raisin

une chaussure

une trousse

Welke Franse woorden
ken je nu nog?