Verkeer/Verkeersborden

• Verkeer
• Basisschool
• Groep 3-5

Verkeer

           Leerdoelen

1. Je kunt de vier soorten van verkeersboorden herkennen
2. Je kan de belangrijke verkeersregels noemen

3. Leerdoelgericht werken

De docent geeft het onderwerp, RTTI geformuleerde leerdoelen en de lesopbouw aan. De docent weet de leerdoelen goed te laten aansluiten bij de voorkennis en het (taal)niveau van de leerlingen. Gedurende de les wordt continu een terugkoppeling naar de leerdoelen gemaakt om de mate van beheersing te controleren.      

Waar denk je aan bij het verkeer?
Schrijf woorden op
Individuele denktijd

Waar zijn deze voor?

4 soorten:

Je mag hier niet...

Pas op!

Je moet hier...

Kijk hier is...

je mag hier niet

pas op!

kijk hier.......

je moet hier

Wat betekent dit verkeersbord?

Je mag hier niet lopen

Je mag hier lopen

Wat betekent dit verkeersbord?

Pas op! Je mag hier tikketje spelen.

Pas op! voor spelende kinderen.

Wat betekent dit verkeersbord?

Hier kun je over een brug lopen.

Hier is een zebrapad en kun je oversteken.

Op het zebrapad mag je niet oversteken.

Wat betekent dit verkeersbord?

Hier is een fietspad

Het is hier verboden voor fietsers

Hier kun je fietsen kopen

Wat betekent dit verkeersbord?

Hier is een pad voor fietsers en bromfietsers.

Hier mag je niet fietsen of brommer rijden.

Is het verkeer veiliger in Nederland dan andere landen waar je heeft gewoond?

Wat betekent veiligheid voor jou?

Opdracht bladzijde 42 en 43

Vertaal naar je thuistaal

Verboden! - mag niet!

Pas op!

Je moet...

Ontwerp je eigen verkeersbord

De dode hoek

Regels als bestuurder

regels

gewone kruising: 
Als je fietst of rijdt:

-> je geeft voorrang aan iedereen van rechts

regels

voorrangsweg: 

Als je fietst of rijdt:

- je krijgt voorrang van iedereen uit een zijweg.

regels

• rechtdoor op 

dezelfde weg gaat voor

regels

• Kleine bocht mag voor grote bocht

kleine bocht

grote bocht

Wat is dit?

1. het zebrapad
2. de voetganger
3. het kruispunt
4. het verkeersbord

Wie mag eerst?

A

B

1. Fietser A
2. Fietser B

Wie mag eerst?

A

B

1. Fietser A
2. Auto B

Wie mag eerst?

B

A

1. Auto A
2. Fietser B

Wie mag eerst?

A

B

1. Fietser A
2. Fietser B

Ik heb een...

Normale

Elektrische fiets

Ik heb geen fiets

00:47

Waar wil Enschede fatbikes verboden?

1. In de hele stad
2. In Nederland
3. In het centrum van de stad

01:14

Hoe dik zijn de wielen van een fatbike?

1. 1 meter
2. 10 centimeter
3. 2 centimeter
4. 100 centimeter

01:51

De jongen zei als je fatbikes gaat afschaffen moet je ook _____ afschaffen

1. Elektrische fietsen
2. Bromfietsen
3. Normale Fietsen
4. autos

Oefenen.nl

Verkeershulp

-> 7 Wie mag eerst? 

Klaar?

-> 3 Met de fiets

Wat heb je geleerd?

Verkeer

NOS Journaal in Makkelijke Taal

5W2H

Wat gaat het nieuws over?