H1.2 Amsterdam in de Gouden Eeuw



De Gouden Eeuw in Nederland




BK 2 - Hst 1.2
1 / 55
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

This lesson contains 55 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson



De Gouden Eeuw in Nederland




BK 2 - Hst 1.2

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Start van de les

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Startopdracht
Werk in tweetallen, beantwoord de vragen:
- Met welk deel van de wereld handelde de VOC?
- Met welk deel van de wereld handelde de WIC?
- Leg uit wat het begrip: wereldhandel betekend.
timer
5:00

Slide 3 - Slide

CVB vragen:
Zie dia zelf. Bij bespreking eventueel doorvragen. 
Startopdracht - check
Werk in tweetallen, beantwoord de vragen:
- Met welk deel van de wereld handelde de VOC?
Met Zuidoost-Azië (Nederlands-Indië), het oosten.
- Met welk deel van de wereld handelde de WIC?
Afrika en Amerika, het westen.
- Leg uit wat het begrip: wereldhandel betekend.
Handel tussen verschillende werelddelen.
timer
5:00

Slide 4 - Slide

CVB vragen:
- Waar staan de letters VOC voor?
- Waar staan de letters WIC voor? 
- Waarom ontstond de wereldhandel juist toen?

Indien:
+2/3 goede antwoorden: leerlingen bespreken de antwoorden met elkaar.
+1/2 goede antwoorden: goede antwoorden herhalen door verschillende leerlingen.
-1/2 goede antwoorden: nog een keer uitleggen en nogmaals CVB vraag stellen.
Leerdoelen
Aan het eind van deze les...
...ken je het begrip: stapelmarkt. (R)
...kan je uitleggen waarom de Republiek een goede ligging had m.b.t. de handel in Europa voor 1600. (T1)
...kan je uitleggen waarom de 80-jarige oorlog voordelig was voor de handel in de Republiek. (T1)

Slide 5 - Slide

Benoem de leerdoelen van deze les. 
Deelvraag
Hoe werd ons land (Nederland) rijk in de zeventiende eeuw?

Slide 6 - Slide

Nieuwe paragraaf dus nieuw blad voor aantekeningen.
Leerlingen schrijven het volgende op:
Hst 1.2 Amsterdam in de Gouden Eeuw
Deelvraag: Hoe werd ons land (Nederland) rijk in de zeventiende eeuw?
Eeuw: 17 = 1600-1700
Wat is wat?
Dikgedrukt = een begrip
schuin = moeilijk woord

uitleg van begrip
Hierin staat de uitleg van het begrip. Schrijf het begrip en de betekenis op in je schrift.
uitleg van moeilijk woord
Hierin staat de uitleg van het moeilijke woord. Schrijf het op in je schrift.
uitleg
Hierin staat de uitleg over een bepaald onderwerp.

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

De stapelmarkt
Als je tussen Noord- en Zuid-Europa handelde, kon je deze reis niet in een keer maken. Je moest halverwege stoppen. 
De handelaar moest daar zijn producten een tijdje opslaan. Een stad waar die producten werden opgeslagen noemen we een stapelmarkt
stapelmarkt
Plaats waar handelswaar tijdelijk wordt opgeslagen, om van daaruit verder te worden verhandeld. 

Slide 8 - Slide

CVB vraag:
- Leg uit wat een stapelmarkt is.

Indien:
+2/3 go ede antwoorden: laten uitleggen aan elkaar.
+1/2 goede antwoorden: goede antwoorden laten herhalen, eventueel nog een CVB vraag.
-1/2 goede antwoorden: uitleg nogmaals herhalen, daarna nog een CVB vraag. 

Slide 9 - Slide

Herhaling vorige les. Met een nieuw begrip erbij.
Eventueel herhalen met een CVB vraag:
- Welke spullen bracht de Republiek naar Noord-Eurpa?
- Welke spullen bracht de Republiek naar Zuid-Europa?

Indien:
+2/3 goede antwoorden: laten uitleggen aan elkaar.
+1/2 goede antwoorden: klassikaal laten herhalen, nog een CVB vraag.
-1/2 goede antwoorden: nog eens uitleggen en nog een CVB vraag.
Schrijf over in je schrift
Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden
1588-1795
Westen te nat > weiland > melk, boter, kaas
Noord-Europa
Zuid-Europa
boter, kaas, stoffen
graan, hout, leer
hout, leer
wijn, olijfolie
Specerijen:
- eten lekker maken
- medicijn
+ geld verdienen handel NL-Indië
compagnie
deelt winst/verlies
VOC
1602
WIC
1621
Zuidoost-Azië
- Nederlands-Indië
- Japan
= stapelmarkt

Slide 10 - Slide

CVB vragen:
- Voor welke twee dingen gebruikten mensen in de 17e eeuw specerijen?
- Noem drie voorbeelden van specerijen.
- Waarom konden mensen veel geld verdienen met de handel in specerijen?
- Naar welk deel van de wereld voer de VOC?

Indien:
+2/3 goede antwoorden > laten uitleggen aan elkaar.
+1/2 goede antwoorden > goede antwoorden herhalen, nog een CVB vraag.
-1/2 goede antwoorden > nogmaals uitleggen en opnieuw dezelfde CVB vraag. 
Wat verkocht de Nederlandse handelaar in Noord-Europa?
A
Boter-kaas-stoffen
B
Boter-kaas-olijfolie
C
Boter-wijn-hout
D
Boter-graan-leer

Slide 11 - Quiz

Herhalingsopdracht thuis/hw.
Wat bracht de Nederlandse handelaar vanuit Noord-Europa terug naar de Republiek?
A
Boter-kaas-stoffen
B
Hout-graan-leer
C
Hout-stoffen-wijn
D
Olijfolie-graan-leer

Slide 12 - Quiz

Herhalingsopdracht thuis/hw.
Wat bracht de Nederlandse handelaar naar Zuid-Europa?
A
Hout-graan-olijfolie
B
Hout-boter-graan
C
Hout-graan-leer
D
Hout-wijn-olijfolie

Slide 13 - Quiz

Herhalingsopdracht thuis/hw.
Wat kocht de Nederlandse handelaar in Zuid-Europa?
A
Boter-kaas-stoffen
B
Boter-graan-hout
C
Wijn-olijfolie
D
Wijn-olijfolie-hout

Slide 14 - Quiz

Herhalingsopdracht thuis/hw.
Welke producten horen waar?

Slide 15 - Drag question

This item has no instructions

Waarom was Amsterdam een goede handelsplek?

Slide 16 - Open question

Herhalingsopdracht thuis/hw.
De stapelmarkt
Amsterdam en Antwerpen lagen precies halverwege deze handelsroute. Ook kon je vanuit daar makkelijk producten (via rivieren) vervoeren naar Duitsland.
Amsterdam was dus ideaal als stapelmarkt
stapelmarkt
Plaats waar handelswaar tijdelijk wordt opgeslagen, om van daaruit verder te worden verhandeld. 

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Wat is een stapelmarkt?

Slide 18 - Open question

Herhalingsopdracht thuis/hw.
De 80-jarige oorlog
Onder leiding van Willem van Oranje werden de Noordelijke Nederlanden onafhankelijk.
onafhankelijk
Dat een land niet meer bestuurd wordt door een ander land. Het land kan zelf beslissen over het eigen land. 
80-jarige oorlog
In de zestiende eeuw hoorde Nederland bij Spanje. Toen Nederland niet meer bestuurd wilde worden door Spanje, kwam er een opstand tegen die koning (Filips II). In 1581 werd Nederland onafhankelijk. Toch duurde het tot 1648 tot Spanje Nederland erkende als zelfstandig land. 

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Van Spanje
De Republiek

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

De 80-jarige oorlog
Het zuiden van Nederland lag in Spaans gebied. Antwerpen was in die tijd een belangrijke havenstad. De rivier de Schelde liep vanuit de Republiek naar deze stad. Door deze rivier (de Schelde) af te sluiten moesten schepen nu wel naar Amsterdam varen.  
handelsstad
Een stad waar mensen voornamelijk leven van de handel.

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Welke rivier werd door de Republiek afgesloten?
A
De Amstel
B
De Schelde
C
De IJssel
D
De AA

Slide 22 - Quiz

Herhalingsopdracht thuis/hw.
Van Spanje
De Republiek

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Schrijf over in je schrift
Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden
1588-1795
= stapelmarkt
Amsterdam
Antwerpen
afsluiting van de Schelde (1587)
Mensen verhuisden, godsdienstvrijheid in de Republiek.

Slide 24 - Slide

CVB vragen:
- Welke rivier werd afgesloten door de Republiek?
- Welke stad werd hierdoor geblokkeerd?

Indien:
+2/3 goede antwoorden: laten uitleggen aan elkaar.
+1/2 goede antwoorden: herhalen door leerlingen, nogmaals CVB vraag.
-1/2 goede antwoorden: nogmaals uitleggen en CVB vraag stellen. 
Wat zijn 2 gevolgen van de afluiting van de Schelde?
A
Veel handelaren verhuisden naar Amsterdam.
B
Veel handelaren verhuisden naar Antwerpen.
C
Antwerpen werd de grootste stapelmarkt van Europa.
D
Amsterdam werd de grootste stapelmarkt van Europa.

Slide 25 - Quiz

Herhalingsopdracht thuis/hw.
De grachtengordel
Door al die nieuwe mensen (migranten) werd het druk in Amsterdam. Daarom werd de stad Amsterdam uitgebreid met drie brede grachten, de grachtengordel. Deze werden de Keizersgracht, de Prinsengracht en de Herengracht.
gracht
Dat is een aangelegde waterweg dat om of door een stad kan gaan. 
Grachtengordel
De grachten die in de zeventiende eeuw rondom het centrum van Amsterdam zijn gelegd.
migrant
Iemand die uit een ander gebied of land in Amsterdam komt wonen.

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

6

Slide 27 - Video

This item has no instructions

00:42
Waarop is Amsterdam gebouwd?
A
Op hele droge grond.
B
Op hele natte grond.
C
Op palen.
D
Op ramen.

Slide 28 - Quiz

This item has no instructions

00:42
Wat is een ander woord voor 'drassig'?
A
Droog
B
Nat

Slide 29 - Quiz

This item has no instructions

01:18
Wie woonden er in de huizen aan de grachten?
A
De rijke kooplieden en handelaren
B
De ambachtslieden
C
De arme mensen
D
De bedelaars

Slide 30 - Quiz

This item has no instructions

01:18
Wat voor soort huizen stonden er aan de grachten?
A
Pakhuizen
B
Winkels
C
Polders
D
Woonhuizen (woningen)

Slide 31 - Quiz

This item has no instructions

01:56
In welke gracht vind je de 'gouden bocht'?
A
De keizersgracht
B
De herengracht
C
De prinsengracht

Slide 32 - Quiz

This item has no instructions

01:56
Wie woonden er in deze 'gouden bocht'?
A
De allerrijkste mensen
B
De rijken
C
De handelaren
D
De armen

Slide 33 - Quiz

This item has no instructions

Slide 34 - Video

Extra oefening voor de leerlingen. 
Schrijf over in je schrift
Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden
1588-1795
= stapelmarkt
Amsterdam
Antwerpen
afsluiting van de Schelde (1587)
Mensen verhuisden, godsdienstvrijheid in de Republiek.
Grachtengordel (HKP) en grachtenpanden

Slide 35 - Slide

CVB vragen:
- Wat is de grachtengordel?
- Waarom werd deze gebouwd?
- Wie gingen er bij deze grachtengordel wonen?

Indien:
+2/3 goede antwoorden: leerlingen aan elkaar laten uitleggen.
+1/2 goede antwoorden: herhalen door aantal leerlingen, nogmaals CVB vraag.
-1/2 goede antwoorden: antwoorden uitleggen daarna nogmaals een CVB vraag. 
Een grote verandering
In de Gouden Eeuw groeide de bevolking in het westen snel. Omdat de helft van Noord-Holland in die tijd uit meren en moeras bestond, was er weinig landbouwgrond. Dus was er te weinig voedsel.
Gouden Eeuw
Naam voor de zeventiende eeuw (1600-1700), toen het economisch heel goed ging met Nederland.

Slide 36 - Slide

This item has no instructions

Een grote verandering
Jan Adriaanszoon Leeghwater bedacht hoe hij 
meren kon droogleggen. Dit noemen we een droogmakerij of polder.
droogleggen
Het droogleggen van meren betekent dat je het water uit het meer haalt. Het meer wordt dus droog.
Droogmakerij
Polder: een land dat vroeger een meer of ondiep deel van de zee was en dat is drooggelegd.
Jan Adriaanszoon Leeghwater
Hij was de zoon van een timmerman. Hij bedacht een ander soort molen, die veel beter was. Ook bedacht hij hoe je meren kon droogleggen, waardoor er meer grond kwam voor landbouw en woningen.

Slide 37 - Slide

This item has no instructions

Waarom was een droogmakerij een 'grote verandering'?

Slide 38 - Open question

Herhalingsopdracht thuis/hw.

Slide 39 - Video

This item has no instructions

Schrijf over in je schrift
Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden
1588-1795
= stapelmarkt
Amsterdam
Antwerpen
afsluiting van de Schelde (1587)
Mensen verhuisden:
 godsdienstvrijheid 
kennis
Grachtengordel (HKP) en grachtenpanden
Droogmakerij/polder
meer woningen
meer voedsel

Slide 40 - Slide

CVB vragen:
- Noem drie gevolgen van deze afsluiting?

Indien:
+2/3 goede antwoorden: leerlingen aan elkaar laten uitleggen.
+1/2 goede antwoorden: laten herhalen en nog een CVB vraag stellen.
-1/2 goede antwoorden: nogmaals uitleggen en daarna een CVB vraag stellen.

Slide 41 - Video

This item has no instructions

Wat was het voordeel van een droogmakerij?
A
Er kwam minder grond beschikbaar.
B
Er kwam meer landbouwgrond.
C
Er kwamen meer meren.
D
Er kwam een nieuwe handelsstad.

Slide 42 - Quiz

Herhalingsopdracht thuis/hw.
Deelvraag
Hoe werd ons land (Nederland) rijk in de zeventiende eeuw?
Voor de handel van de Republiek in Noord- en Zuid-Europa, lag Amsterdam op een zeer handige plek: precies in het midden van de handelsroute. Om alle producten van handelaren op doorreis op te kunnen slaan (er werd op aanbod verkocht), werden pakhuizen gebouwd. Zo werd Amsterdam een stapelmarkt
Door de oorlog met Spanje was het zuidelijke deel van de Nederlanden in handen van de Spaanse bezetter. Antwerpen lag net iets meer ten zuiden en was daar een belangrijke handelsstad. De Nederlanders wilden de Spanjaarden dwars zitten en blokkeerden de rivier de Schelde. Hierdoor moesten schepen wel naar Amsterdam. Het gevolg was dat Amsterdam de belangrijkste stad werd, veel nieuwe inwoners kreeg (godsdienstvrijheid en kennis). Amsterdam breidde zich uit met de grachtengordel. Even later werd de eerste droogmakerij gemaakt, voor meer landbouw (=voedsel).

Slide 43 - Slide

Leerlingen meenemen in het beantwoorden van de deelvraag. Over laten schrijven in het schrift. 
Begrippen uit deze les
  • droogmakerij
  • Gouden Eeuw
  • grachtengordel
  • stapelmarkt
  • oorzaak/gevolg

Slide 44 - Slide

Leerlingen schrijven deze begrippen over aan het eind van hun schrift. (Dubbelgevouwen over de lengte.) Daarna de betekenissen van begrippen herhalen.
Jaartallen uit deze les
1587: afsluiting van de rivier de Schelde

Slide 45 - Slide

Leerlingen schrijven deze jaartallen op hun tijdlijn in hun schrift.
Wat is een droogmakerij?
A
Dat is een meer.
B
Dat is land dat vroeger een meer was, maar is drooggelegd.
C
Dat is de naam voor de zeventiende eeuw.
D
Dat zijn grachten die rond het centrum van Amsterdam zijn aangelegd.

Slide 46 - Quiz

Herhalingsopdracht thuis/hw.
Wat is de Gouden Eeuw?
A
Dat is een meer.
B
Dat is land dat vroeger een meer was, maar is drooggelegd.
C
Dat is de naam voor de zeventiende eeuw.
D
Dat zijn grachten die rond het centrum van Amsterdam zijn aangelegd.

Slide 47 - Quiz

Herhalingsopdracht thuis/hw.
Wat is de stapelmarkt?
A
Dat is een plaats waar handelswaar tijdelijk wordt opgeslagen.
B
Dat is land dat vroeger een meer was, maar is drooggelegd.
C
Dat is de naam voor de zeventiende eeuw.
D
Dat zijn grachten die rond het centrum van Amsterdam zijn aangelegd.

Slide 48 - Quiz

Herhalingsopdracht thuis/hw.
Wat is de grachtengordel?
A
Dat is een plaats waar handelswaar tijdelijk wordt opgeslagen.
B
Dat is land dat vroeger een meer was, maar is drooggelegd.
C
Dat is de naam voor de zeventiende eeuw.
D
Dat zijn grachten die rond het centrum van Amsterdam zijn aangelegd.

Slide 49 - Quiz

Herhalingsopdracht thuis/hw.
Wat is een 'oorzaak'?
A
De reden waarom iets gebeurd.
B
Wat er gebeurd door iets anders.

Slide 50 - Quiz

Herhalingsopdracht thuis/hw.
Wat is een 'gevolg'?
A
De reden waarom iets gebeurd.
B
Wat er gebeurd door iets anders.

Slide 51 - Quiz

Herhalingsopdracht thuis/hw.
Leg uit hoe Nederland in de zeventiende eeuw rijk werd.
Gebruik in je antwoord de begrippen: stapelmarkt en Gouden Eeuw

Slide 52 - Open question

Herhalingsopdracht thuis/hw.
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 53 - Open question

This item has no instructions

Stel 1 vraag over de lesstof die je niet goed hebt begrepen.

Slide 54 - Open question

This item has no instructions

Huiswerk
Voor de volgende les:
  • Leer de begrippen: droogmakerij, Gouden Eeuw, grachtengordel, stapelmarkt.
  • Leer de aantekeningen van les 3 en 4 in je schrift.
  • Maak vraag 3, 6 en 7 in je boek (hst 1.2)

VOLGENDE LES OBT SO 1.

Slide 55 - Slide

This item has no instructions