Toets 3.3, 3.5 en H5

Toets 3.3, 3.5 en H5
1 / 25
next
Slide 1: Slide
Middelbare school

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slide.

Items in this lesson

Toets 3.3, 3.5 en H5

Slide 1 - Slide

de overgang van vast naar gas heet?
A
rijpen
B
condenseren
C
sublimeren
D
rijpen

Slide 2 - Quiz

Dit is een ...
A
mengsel, vaste stof
B
mengsel, vloeistof
C
zuivere stof, vaste stof
D
zuivere stof, vloeistof

Slide 3 - Quiz

Welke
faseovergang
zie je hier ?
A
dooien
B
bevriezen
C
condenseren
D
smelten

Slide 4 - Quiz

Stof A heeft een smeltpunt van 35 graden en een kookpunt van 80 graden.
In welke fase zit deze stof bij een temperatuur van 20 graden Celsius?
A
Gas
B
Vloeibaar
C
Vast

Slide 5 - Quiz

Welke stof zit er meestal in een thermometer?
A
Alcohol
B
Water
C
IJzer
D
Geen van de antwoorden.

Slide 6 - Quiz

De fase van een stof waarin alle moleculen aan elkaar blijven plakken is:
A
vaste stof
B
gas
C
vloeistof
D
kristal

Slide 7 - Quiz

Verandert de samenstelling van de moleculen bij een faseovergang?
A
Ja
B
Nee

Slide 8 - Quiz

Hiernaast zie je een mengsel.
Wat is dit voor een
soort mengsel?
A
Zuivere stof
B
Oplossing
C
Mengsel
D
Suspensie

Slide 9 - Quiz

Wat is de energiesoort van een auto die op benzine rijdt?
A
chemische energie
B
elektrische energie
C
zonne-energie
D
wind-energie

Slide 10 - Quiz

Bij welke energiebron hoort de energieomzetting
Licht --> elektrische energie
A
Aardgas
B
Biomassa
C
wind
D
Zon

Slide 11 - Quiz

Wat houdt de wet van behoud van energie in?
A
Energie wordt altijd omgezet in een andere energie
B
Energie gaat nooit verloren
C
Energie gaat altijd verloren
D
Duurzame energie

Slide 12 - Quiz

Hoe heet een diagram dat de energieverandering laat zien?
A
Energie transitie
B
Energie grafiek
C
Energie diagram
D
Energiestroomdiagram

Slide 13 - Quiz

Wat is de nuttige energie van deze mixer?
A
chemische energie
B
stralingsenergie
C
bewegingsenergie
D
elektrische energie

Slide 14 - Quiz

Wat is de eenheid voor warmte?
A
watt (W)
B
joule (J)
C
graden Celsius (°C)
D
gram (g)

Slide 15 - Quiz

In welke eenheid meet je temperatuur?
A
graden Celcius (°C)
B
meter (m)
C
kilogram (kg)
D
joule (J)

Slide 16 - Quiz

Wat is niet nodig voor verbranding?
A
zuurstof
B
brandstof
C
water
D
ontbrandings-temperatuur

Slide 17 - Quiz

Welke is geen fossiele brandstof
A
Aardolie
B
Aardgas
C
Hout
D
Steenkool

Slide 18 - Quiz

Welk van de onderstaande energiebronnen is duurzaam?
A
benzine
B
aardgas
C
steenkool
D
zon

Slide 19 - Quiz

Welke nieuwe stoffen verschijnen bij een chemische reactie:
A
resultaatstoffen
B
reactieproducten
C
brandproducten
D
eindstoffen

Slide 20 - Quiz

Wat moet je doen om van een gele (roetende) vlam een ruisende blauwe vlam te maken?
A
Luchtregelschijf open draaien.
B
Luchtregelschijf dicht draaien
C
Brandende lucifer erbij houden
D
Water erop nevelen met een plantenspuit

Slide 21 - Quiz

Wat heb je nodig voor een verbrandingsreactie?
A
- zuurstof - benzine - hout
B
- zuurstof - water - juiste ontbrandingstemperatuur
C
- water - brandstof - juiste ontbrandingstemperatuur
D
- zuurstof - brandstof - juiste ontbrandingstemperatuur

Slide 22 - Quiz

Wat is waar over onvolledige verbranding?
A
Een blauwe vlam betekent onvolledige verbranding.
B
Bij onvolledige verbranding kan koolstofmonoxide vrijkomen.
C
Bij een vlam met onvolledige verbranding ontstaat geen roet.
D
Onvolledige verbranding bestaat helemaal niet.

Slide 23 - Quiz

Lees de zin hieronder:
In een pan is olie tot ontbranding gekomen, er slaan grote vlammen uit de pan. Vlam in de pan!
Iemand legt de deksel op de pan.
Welke brandvoorwaarde wordt hierdoor weggenomen?

A
zuurstoftoevoer afsluiten
B
temperatuur verlagen
C
brandstof weghalen
D
water uit de lucht kan de brand niet meer verergeren

Slide 24 - Quiz

Welke verbrandingsvoorwaarde haal ik weg door: Een brand te blussen met een branddeken.
Of haal ik geen enkele voorwaarde weg...?
A
Ontbrandingstemperatuur
B
Brandstof
C
Zuurstof
D
Geen

Slide 25 - Quiz