Kwadratische formules

Rekenvolgorde
  1. Haakjes wegwerken
  2. Machtverheffen en worteltrekken
  3. Vermenigvuldigen en delen
  4. Optellen en aftrekken
1 / 20
next
Slide 1: Slide
WisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Rekenvolgorde
  1. Haakjes wegwerken
  2. Machtverheffen en worteltrekken
  3. Vermenigvuldigen en delen
  4. Optellen en aftrekken

Slide 1 - Slide

De 1ste (eerste) stap
De 2de (tweede) stap
De 3rde (derde) stap:
De 4de (vierde) stap:
Vermenigvuldigen en delen
Termen tussen de haakjes uitwerken
Machtsverheffen en worteltrekken
Ik werk in de leesrichting
Optellen en aftrekken

Slide 2 - Drag question

Kwadraten: notatie en betekenis. Beweringen:
(1)Het kwadraat van 6 schrijven we als 6²
(2) 6² = 36
A
1: waar, 2: waar
B
1: niet waar, 2: niet waar
C
1: waar, 2: niet waar
D
1: niet waar, 2: waar

Slide 3 - Quiz

9+√25=
A
3+5
B
3+12,5
C
9+625
D
9+5

Slide 4 - Quiz

9*√36
A
9+36
B
3*6
C
9*6
D
9+1296

Slide 5 - Quiz

(√96)²=
A
48
B
96
C
192
D
9216

Slide 6 - Quiz

√64=
A
8 en -8
B
32
C
8
D
32 en -32

Slide 7 - Quiz

-4²=
A
16
B
-16
C
2
D
-2

Slide 8 - Quiz

De rekenvolgorde zegt:
( 1) : delen gaat vóór vermenigvuldigen
(2) kwadrateren en worteltrekken moet als allereerste bewerking plaatsvinden
A
1 : waar, 2 : niet waar
B
1 : waar, 2: waar
C
1: niet waar, 2: niet waar
D
1: niet waar, 2: waar

Slide 9 - Quiz

De rekenvolgorde zegt :
(1ste stap) haakjes wegwerken
(2de stap) vermenigvuldigen en delen
A
1: waar, 2: waar
B
1: waar, 2: niet waar
C
1: niet waar, 2: niet waar
D
1: niet waar, 2: waar

Slide 10 - Quiz

Negatief  getal kwadrateren, Theorie B
https://www.youtube.com/watch?v=xLdajGn3dqk


Slide 11 - Slide

-4²= ..
A
-16
B
16
C
-8
D
8

Slide 12 - Quiz

(-9)²=..
A
18
B
-81
C
-18
D
81

Slide 13 - Quiz

H 6.1 Wortels (theor. C)

Slide 14 - Slide

Het getal 121 is een getal wat ontstond uit a². Hoe groot is a? (a>0)
A
11
B
-11
C
22
D
12

Slide 15 - Quiz

Het getal 64 ontstond uit a² (a>0).
We noemen die a "de wortel uit 64". Hoe groot is a, de wortel uit 64?
A
32
B
16
C
8
D
-32

Slide 16 - Quiz


"wortel 36" noteren we kort als √36. √36 is dus :
A
-6
B
18
C
9
D
6

Slide 17 - Quiz

√49 = ..

Slide 18 - Open question

Tussen 11 en 12
Tussen 9 en 10
Tussen 7 en 8
Tussen 12 en 14
Tussen 6 en 7
139,99678657139
85,19827
54
182
45

167
61
39
99
49
169

Slide 19 - Drag question

bereken in vier stappen:
(8-10)² : -4+6.(-1)²=

Slide 20 - Open question