Paragraaf 2 V

Land van de moesson
1 / 11
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 11 slides, with text slides and 1 video.

Items in this lesson

Land van de moesson

Slide 1 - Slide

Wat leren we?
Welke landschappen en klimaten zijn er in India

Wat zijn moessonregens

Wat voor waterproblemen heeft het land

Slide 2 - Slide

Hoogteverschillen India:
hooggebergte tot laagvlakte.

Vanuit Himalaya (noorden) stromen grote rivieren als de Ganges richting de laagvlaktes aan zee.

Slide 3 - Slide

Ganges stroomt door een groot stuk laagvlakte.

Makkelijk bewoonbaar én vruchtbaar, dus dichtbevolkt.

Eén derde van alle Indiërs woont er.

Slide 4 - Slide

Dunbevolkt:
De droge gebieden in het noordwesten (woestijn).

Ook dichtbevolkt:
Kustgebieden met veel regen (tropisch regenwoud)

Slide 5 - Slide

India heeft twee seizoenen:
droog en nat.

Reden: de moesson. Wind die elk halfjaar van richting verandert.

Komt die van zee, dan valt er regen.

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

Wanneer het lagedrukgebied boven land ligt, komt de wind vanaf zee.

Dat is tijdens onze zomer; de natte maanden zijn dus juni, juli, augustus.

Het lagedrukgebied direct onder de zon heet de ITCZ.
Intertropische convergentiezone

Slide 8 - Slide

Door klimaatverandering:
natte seizoen heeft veel meer of veel minder regen dan verwacht.

Gevolgen:
óf overstromingen en aardverschuivingen, óf waterschaarste.

Slide 9 - Slide

Wat weet je na deze paragraaf?
- De belangrijkste landschappen/klimaten die in India voorkomen;

- Wat de moesson is;

- Waarom India een droog seizoen en een nat seizoen heeft;

- Welke gevolgen verandering in klimaat heeft op water in India.

Slide 10 - Slide

Aan de slag
Maak:
Opdrachten paragraaf 5.2.
Lees goed bij elke vraag welke bronnen je moet gebruiken.

Dan:
Bedenkt één of twee goede toetsvragen bij deze paragraaf.
Sturen via Magister mail.

Slide 11 - Slide