1AH - F, G + H - 3/2 - chapitre 2 ed6

Aujourd'hui
- herhaling van de ontkenning
- phrases clés
- werkwoorden op -er/ 
les nombres
Jeudi 3 février
Doelen:  aan het einde van deze les weet je wat een ontkenning in het Frans is en ken je de getallen 20-100

1 / 16
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Aujourd'hui
- herhaling van de ontkenning
- phrases clés
- werkwoorden op -er/ 
les nombres
Jeudi 3 février
Doelen:  aan het einde van deze les weet je wat een ontkenning in het Frans is en ken je de getallen 20-100

Slide 1 - Slide

Wat is een ontkenning?
Kun je voorbeelden noemen?

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

De ontkenning in het Frans
NIET = NE...PAS

Ik praat = je parle
Ik praat niet = je ne parle pas

je = onderwerp            ne ... pas = niet             parle = persoonsvorm

Slide 4 - Slide

De ontkenning in het Frans
NIET = N' ... PAS

Jij koopt =tu achetes
Jij koopt niet = tu n' achetes pas

tu = onderwerp            n' ... pas = niet              
achetes = persoonsvorm (MAAR BEGINT MET EEN KLINKER!)

Slide 5 - Slide

Maak ontkennend:
Nous achetons une pomme.

Slide 6 - Open question

Maak ontkennend:
Pauline donne un cadeau.

Slide 7 - Open question

Maak ontkennend:
Mes parents parlent avec le prof.

Slide 8 - Open question

Dit was je huiswerk:
Maak: opdracht 31b + 32ab op blz. 88+89 van je wb

Klaar? Herhaal de getallen 0-100

Slide 9 - Slide

Exercice 32a
2 Elles ne travaillent pas au marché. 3 Tu n’aimes pas le brie?
4 Ce n’est pas un hypermarché!
5 Vous ne mangez pas les fruits?
6 Je ne cherche pas le chocolat.

Exercice 32b
2 1 On regarde les prix.
    2 On ne regarde pas les prix
.3 1 Je déteste les citrons.
    2 Je ne déteste pas les citrons.
4 1 Tu cherches la boulangerie.
    2 Tu ne cherches pas la                 boulangerie.
5 1 J'aime les fruits.
    2 Je n’aime pas les fruits.
6 1 C’est une bonne crêpe.
    2 Ce n’est pas une bonne crêpe.

Slide 10 - Slide

Phrases clés 
(page 86)

Je gaat samenwerken met een klasgenoot. De een is de verkoper de ander koopt iets. Je zegt als koper wat je wilt in het Frans en de verkoper geeft aan hoe duur het is in het Frans.

Slide 11 - Slide

3 croissants = €2, 65
1 baguette = 
€0,95
4 oranges = €1,30
un café = 3,88
1 pizza = €11, 74

Slide 12 - Slide

Phrases clés 
(page 87)

Je gaat samenwerken met een klasgenoot. Voor je start vullen jullie eerst apart opdracht 30a in.
Daarna gaan jullie het gesprekje bij 30b compleet maken in het Frans en oefenen in het Frans.

Slide 13 - Slide

Werkwoorden op -er
We gaan de werkwoorden op -er herhalen.
1. Ga naar www.verbuga.eu
2. Zet bij werkwoorden: aimer,  chercher, donner, essayer, parler, regarder
3. Zet bij tijden: présent

Slide 14 - Slide

Jeu les nombres

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide