Meetonzekerheid en significantie

go to lessunup en vul in the code
1 / 41
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3,4

This lesson contains 41 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

go to lessunup en vul in the code

Slide 1 - Slide

Significantie
Deze les:
Ik kan uitleggen wat significantie is.
ik kan het aantal signifcante cijfers van een getal bepalen.

Volgende les:
Ik kan significante cijfers optellen en aftrekken
Ik kan significante cijfers vermenigvuldigen en delen

Slide 2 - Slide

Significantie
Deze les:
Ik kan uitleggen wat significantie is.
ik kan het aantal signifcante cijfers van een getal bepalen.

volgende les:
Ik kan significante cijfers optellen en aftrekken
Ik kan significante cijfers vermenigvuldigen en delen

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

regels aflezen (analoog)
  • aflezen op 1/10-deel van de maatverdeling
  • de 'fout' is ook 1/10 deel


Slide 12 - Slide

voorbeeld aflezen
bijv op je geodriehoek:
de maatverdeling is in mm:
aflezen op 1/10-mm
de fout is 1/10-mm (=0,1 mm = 0,01 cm)

voorbeeld uitkomst: 5,16±0,01 cm

Slide 13 - Slide

Hoe lang is het plankje?
A
6,8±0,1 cm
B
7±1 cm
C
6,82±0,01 cm
D
6,8±0,01 cm

Slide 14 - Quiz

Hoeveel water zit er in deze maatcilinder?
A
5,0±0,1 ml
B
5,00±0,01 ml
C
4,8±0,1 ml
D
4,83±0,01 ml

Slide 15 - Quiz

Meetwaarde
In de natuurkunde weten we dus geen enkele meetwaarde zeker. We weten alleen hoe groot ongeveer en wat het in ieder geval is... 

Slide 16 - Slide

Meetwaarde
Als we bijvoorbeeld zeggen dat een steen 2,65 kg zwaar is dan is elke waarnemer het er over eens dat de de eigenlijke waarde ergens tussen de 2,645 en de 2,655 ligt. 

Slide 17 - Slide

Meetwaarde
Als we bijvoorbeeld zeggen dat een steen 2,65 kg zwaar is dan is elke waarnemer het er over eens dat de de eigenlijke waarde ergens tussen de 2,645 en de 2,655 ligt. 

Elke meting geeft dus niet een exacte waarde maar een gebied van waarden!!!

Slide 18 - Slide

Significantie
De significantie zegt iets over de nauwkeurigheid van de meting

omdat metingen nooit helemaal precies (kunnen) zijn gaan we ook niet doen alsof en willen we graag weten hoe nauwkeurig het wel is.

Slide 19 - Slide

Wat zegt meer over de nauwkeurigheid...
A
het aantal cijfers
B
het aantal cijfers achter de komma

Slide 20 - Quiz

HOEZO?
Ik meet met 2 verschillende linealen.
28 cm
0,3 m

Slide 21 - Slide

HOEZO?
Ik meet met 2 verschillende linealen.
28 cm
0,3 m = 3 dm = 30 cm 

Slide 22 - Slide

HOEZO?
Ik meet met 2 verschillende linealen.
28 cm 
0,3 m = 3 dm = 30 cm 

28 cm is dus nauwkeuriger dan 0,3 m

Slide 23 - Slide

wat is significantie?
Significantie betekend hoe nauwkeurig is een getal.

OF zoals je nu weet ==> uit hoeveel getallen bestaat het!

Slide 24 - Slide

regels voor significantie
Het aantal cijfers is belangrijk!
0-en vooraan tellen niet mee bijv 0,3 m
0-en achteraan wel bijv 3,0 m

telwaarden en constanten tellen niet mee, 
alleen MEETWAARDEN

Slide 25 - Slide

Uit hoeveel significante cijfers bestaat
34,5
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 26 - Quiz

Uit hoeveel significante cijfers bestaat
0,023
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 27 - Quiz

Uit hoeveel significante cijfers bestaat
56,00
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 28 - Quiz

Uit hoeveel significante cijfers bestaat
1,20
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 29 - Quiz

Volgende les, rekenen met significante cijfers.

nu
Maken leerpad §1,7 significantie deel 1/4 en 2/4

Slide 30 - Slide

Significantie
Deze les:
Ik kan uitleggen wat significantie is.
ik kan het aantal signifcante cijfers van een getal bepalen.

Volgende les:
Ik kan significante cijfers optellen en aftrekken
Ik kan significante cijfers vermenigvuldigen en delen

Slide 31 - Slide

Significantie
Deze les:
Ik kan uitleggen wat significantie is.
ik kan het aantal signifcante cijfers van een getal bepalen.

volgende les:
Ik kan significante cijfers optellen en aftrekken
Ik kan significante cijfers vermenigvuldigen en delen

Slide 32 - Slide

Rekenen met significantie
Bij vermenigvuldigen en delen heeft het antwoord net zoveel significante cijfers als het kleinste aantal bij de meetwaarden

bijvoorbeeld:
2,5*4,78=11,95=12
2,5 bestaat uit 2 cijfers dus het antwoord ook afronden op 2 cijfers

Slide 33 - Slide

reken uit met behoud van significantie:
3,4*2,1=
A
7
B
7,1
C
7,14
D
7,140

Slide 34 - Quiz

reken uit met behoud van significantie
12*56,4
A
676,8
B
677
C
6,768*10^2
D
6,8*10^2

Slide 35 - Quiz

reken uit met behoud van significantie
12,6/4,2
A
3
B
3,0
C
3,00
D
3,0000

Slide 36 - Quiz

rekenen met significantie II
Bij het optellen en aftrekken kijk je naar het aantal decimalen. (getallen achter de komma)

Het antwoord heeft net zoveel decimalen als de meetwaarde met het minst aantal decimalen.

bijvoorbeeld: 5,78+6,9=12,68=12,7 (1 decimaal)

Slide 37 - Slide

reken uit met behoud van significantie
4,29+2,5=
A
6,7
B
6,8
C
6,79
D
6,80

Slide 38 - Quiz

reken uit met behoud van significantie
14,84+5,16
A
20
B
20,0
C
20,00
D
2

Slide 39 - Quiz

Let op!
Laatste vraag is lastig maar belangrijk!

eerst de opgave uitrekenen
dan de juiste significantie
dan eventueel in de wetenschappelijke notatie maar niet meer de significantie veranderen!
dus: 14,84+5,16=20,00

Slide 40 - Slide

Volgende les wetenschappelijke notatie

nu
Maken leerpad §1,7 significantie deel 3/4 en 4/4

Slide 41 - Slide