Non-verbale communicatie, V4D

Deze les
Uitleg non-verbale communicatie
Oefenen met een ballondebat
1 / 14
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 14 slides, with text slides and 1 video.

Items in this lesson

Deze les
Uitleg non-verbale communicatie
Oefenen met een ballondebat

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

HIMAG
Houding
Intonatie
Mimiek
Aandacht
Gebaren

Slide 3 - Slide

Houding
  • Hoofd rechtop, borst vooruit, schouders omlaag
  • Voeten op schouderbreedte, niet te breed!
  • Normaal gesproken: alleen rondlopen als je min. één minuut aan het woord bent. Dit kan de aandacht erbij houden.

Slide 4 - Slide

Intonatie
  • Tempo: je kunt sneller gaan spreken, zodat je spanning opbouwt. Bij de climax moet je even pauze houden.
  • Volume: als je sneller praat, praat je meestal harder. Bouw je je tempo weer af? Dan praat je weer langzamer. 
  • Bij beide punten is het belangrijk dat je varieert.

Slide 5 - Slide

Mimiek
  • Gebruik je ogen, wenkbrauwen en mond.
  • Pas je mimiek aan aan de emotie van je boodschap: ga bijvoorbeeld niet glimlachen als je het over racisme hebt. Zorg dat je er emotioneel betrokken uitziet.

Slide 6 - Slide

Aandacht
  • Aankijken: zorg dat je iedereen aankijkt. Mensen voelen zich betrokken als er oogcontact is en zo blijft de aandacht erbij.

Slide 7 - Slide

Gebaren
  • Gebaren leiden af als je het te veel of te overdreven gebruikt.
  • Houd je handen bij voorkeur zo dicht mogelijk bij je lichaam.
  • Gebaren in combinatie met intonatie, kan extra krachtig overkomen.

Slide 8 - Slide

Ballondebat
Stel je voor, je zit met z’n vieren in een luchtballon die op het punt staat neer te storten. Alle spullen die gemist kunnen worden zijn al over boord gegooid:
tassen, drinken, eten etc., maar dit is niet voldoende. Er zit niets anders op, drie ballonvaarders zullen uit de ballon moeten springen. Eén iemand kan dus maar in de ballon blijven en overleven. Maar wie? 
Deze kwestie zal opgelost moeten worden met het ballondebat.

Slide 9 - Slide

Uitleg
  • Iedereen schrijft zijn/ haar eigen naam + die van het gekozen personage op een briefje. Van deze briefjes worden er vier gekozen. Deze vier leerlingen doen mee met het debat.
  • Personages die goed werken voor het ballondebat zijn personen die eigenlijk iedereen wel kent en waar iedereen ook wel iets over weet. Het kunnen uitvergroten van waar het personage voornamelijk om bekend staat en waarom de wereld écht niet zonder dit personage kan, zijn goede criteria in het kiezen.

Slide 10 - Slide

Uitleg
  • De vier gekozen leerlingen krijgen vijf minuten voorbereidingstijd. 
  • Iedere leerling krijgt maximaal één minuut om te betogen waarom zijn of haar personage in de ballon moet blijven; waarom kan de wereld écht niet zonder dit personage?

Slide 11 - Slide

Uitslag
  • Na de betogen mag het publiek stemmen. Iedereen uit het publiek heeft één stem. Met deze stem geven zij aan welk personage het verdient om ín de ballon te blijven en wie de wereld dus niet hoeft te missen!
  • Aan het eind vraag ik aan twee personen uit het publiek om hun keuze toe te lichten. Waar heb je op gelet?
  • Ook de winnaar mag zijn/ haar tactiek nog toelichten.

Slide 12 - Slide

Oefenen
  • Groepjes van twee
  • Eerst een zin uitspreken op de "verkeerde" manier
  • Bespreken wat er niet goed was
  • Daarna op de juiste manier (volgens HIMAG)
  • Om de beurt
  • Ongeveer 5 minuten

Slide 13 - Slide

Wat neem jij mee uit deze les over non-verbale communicatie?

Slide 14 - Slide